Nog nooit gaf de Rijksoverheid zo veel uit aan externen
Terwijl politieke partijen scherper zijn dan ooit om de kosten aan externe inhuur binnen de Rijksoverheid zoveel mogelijk beperkt te houden, blijven de uitgaven aan consultants, IT’ers en uitzendbureaus toenemen. Vorig jaar steeg de externe kostenpost met zo’n €110 miljoen naar €1,4 miljard, een recordbedrag in de afgelopen tien jaar. Gezien de veranderopgave waar de overheid vandaag de dag voor staat, zijn er echter geen signalen zichtbaar dat de uitgaven aan externen de komende periode zullen afnemen.
Van al het geld dat de Rijksoverheid aan externen besteedt, gaat 38% naar IT’ers. Het gaat om een slordige €530 miljoen. Al jaren geldt IT als de grootste kostenpost, maar de mate waarop dit bedrag voor externe IT-ondersteuning de afgelopen jaren is gegroeid, is gigantisch te noemen. Ter vergelijking: in de drie jaren hiervoor werd vanuit het Rijk in totaal €351 miljoen uitgegeven aan IT’ers.
Digitalisering
De grote digitaliseringsslag die binnen de overheid gaande is, is de voornaamste aanjager voor deze enorme groei. Anno 2019 raakt digitalisering alle sectoren en aspecten van onze samenleving. En dus staat binnen alle gelederen van de overheid digitalisering hoog op de agenda. Van grote ERP-programma’s binnen Defensie en de inrichting van nieuwe shared service centers, tot het optuigen van de cybersecurity ten aanzien van de publieke staatsgeheimen en de invoering van mega-systemen bij agentschappen zoals het NVWA.
Grote IT-overheidsprojecten liggen tegenwoordig echter onder een vergrootglas. Na verschillende missers en mislukte systeemimplementaties van digitale tools die amper door gebruikers worden ingezet, is de overheid steeds kritischer geworden op dergelijke projecten. Jaren geleden werd binnen de overheid een speciaal bureau opgetuigd (Bureau ICT Toetsing - BIT) om het trackrecord van IT-projecten te verbeteren, maar over de effectiviteit van dit bureau zijn de meningen sterk verdeeld.
Toch is de afhankelijkheid van externen voor IT-personeel niet geheel verrassend. De overheid probeert weliswaar IT’ers in dienst te nemen, maar in de huidige arbeidsmarkt – er is een schreeuwend tekort aan IT’ers – leggen ze het af tegen de private sector. Bovendien zijn externe krachten nu eenmaal een stuk duurder dan eigen personeel.
Uitgaven op verschillende niveaus
Het leeuwendeel van deze overheidsuitgaven gaat naar grote automatiseerders zoals Accenture, Atos, Capgemini, Centric en Ordina. Op strategisch IT-niveau werkt de overheid daarnaast met IT-consultants van tientallen bureaus. Deze opdrachten verlopen in de meeste gevallen via raamovereenkomsten. Leveranciers die veel op het rooster van overheidsinstanties prijken zijn onder meer: KPN ICT Consulting, PBLQ en VKA. Voor de inhuur van tijdelijke krachten en operationeel talent werkt de overheid met intermediairs en brokers als Brunel, Between, HeadFirst en Randstad.
Een analyse van de andere inhuurcategorieën laat zien dat alle soorten uitgaven ten opzichte van een aantal jaar geleden zijn gestegen. Strategische consultants – partijen die beleidsadvies uitvoeren voor onder meer de Tweede Kamer en ministeries – hebben hun inkomsten zien toenemen met 32%. Interimmers hebben nog minder te klagen – hun inkomsten stegen met 40%. Opvallend is de daling in de uitgaven aan organisatieadviseurs.
Roemernorm?
Met een totale uitgave van €1,4 miljard – een record sinds het Rijk deze cijfers meet – geeft de Rijksoverheid 10,7% van alle personele uitgaven uit aan externen. Hiermee scoort de overheid voor het derde jaar op rij boven de zogeheten ‘Roemernorm’, een norm die de externe inhuurkosten maximeert tot 10% van de personele uitgaven. Vorig jaar lapten vijf van de elf ministeries deze norm – vernoemd naar de bedenker van dit criterium, oud SP-leider Emile Roemer – aan hun laars.
“Deze norm werkt blijkbaar niet”, stelt SP-Kamerlid Ronald van Raak, die zich al jaren verzet tegen de hoge kosten aan consultants, interimmers en tijdelijk personeel van buitenaf. Daarom kwam Van Raak eerder deze maand met het initiatief om de 'Roemernorm' wettelijk te verankeren voor alle overheden. Niet alleen voor ministeries, maar ook voor provincies en gemeenten.
“Bij gemeenten zie je dat er vaak meer dan 20% van de personeelskosten aan externen wordt besteed. Bij provincies loopt dat aantal zelfs op tot 30%. Daarom is het zo belangrijk dat we hier wettelijk voor alle overheden een plafond voor afspreken”, aldus Van Raak tegenover EenVandaag.
Uit de pas?
Toch blijft het een moeilijke kwestie voor de politiek en overheid. Een vergelijking met de overheidsuitgaven van andere Europese landen laat zien dat als het om veranderopgaven gaat, dat Nederland niet uit de pas loopt. In landen als Denemarken, Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk geeft de overheid een stuk meer uit aan externe consultants.
Daarbij komt dat sommige ministeries simpelweg niet anders kunnen. In het jaarverslag van het ministerie van OCW (inhuurkosten zijn goed voor 19% van de personeelsuitgaven) valt te lezen: “De behoefte (aan slimme koppen van buitenaf) is zo groot dat een snelle afbouw richting 10% niet waarschijnlijk lijkt”. Ook EZK (ook 19%) geeft in haar jaarverslag aan niet aan de Roemernorm te kunnen voldoen. “Zelf alle kennis in huis hebben is dikwijls niet mogelijk en ook lang niet altijd zinvol, gezien de snelle ontwikkelingen op ICT-gebied.”
Het goede nieuws voor de Rijksoverheid is dat het budget ook is gegroeid. De totale apparaatsuitgaven kwamen in 2018 neer op €12,2 miljard, €700 miljoen meer dan drie jaar geleden. Kortom, er wordt ook meer uitgegeven aan personeel, inkoop van goederen, en niet te vergeten, salarissen van ambtenaren.