Het is nog te vroeg voor markttoezicht op de fosfaathandel
Begin 2018 werd het fosfaatrechtenstelsel ingevoerd, waarmee de mestproductie in de melkveehouderij een plafond kreeg voor de uitstoot van fosfaat. Vanuit de politiek en de sector kwam echter al vrij snel kritiek op het functioneren van het handelssysteem, wat heeft geleid tot een evaluatieonderzoek, uitgevoerd door Ecorys.
Een melkveehouder kan fosfaatrechten verkopen als hij minder fosfaat produceert dan op grond van zijn rechten is toegestaan. Als hij zijn rechten verkoopt krijgt hij wel te maken met een afromingspercentage. Volgens dit mechanisme kan hij niet al zijn fosfaatrechten verkopen, want bij iedere transactie ‘vergaat’ namelijk een gedeelte. Het totale aantal fosfaatrechten in ons land neemt op den duur dus af door dit principe.
Met het afromingsmechanisme probeert de overheid de nog jonge fosfaatrechtenmarkt te reguleren. Toch is niet iedereen het erover eens of de markt op deze manier naar behoren functioneert. Zo nam in juli 2018 het parlement een motie aan van Tweede Kamerlid Helma Lodders (VVD) met daarin het verzoek om een evaluatieonderzoek te starten naar markttoezicht binnen de Nederlandse fosfaathandel. Een verbeterpunt dat destijds werd voorgesteld was het aanstellen van een objectieve marktmeester die bij speculatie bevoegd zou zijn om de handel tijdelijk stil te leggen.
Markt onder vuur
Voor de evaluatie werd onderzoeks- en adviesbureau Ecorys ingeschakeld, dat de fosfaatrechtenmarkt op basis van drie criteria analyseerde: (1) liquiditeit, (2) uit- en toetredingsbarrières en (3) transparantie. In het rapport is te lezen dat de onderzoekers bij het eerste criterium problemen hebben gesignaleerd. Zo wordt de liquiditeit binnen de markt beperkt doordat de handel in fosfaatrechten is gebonden aan een plafond. Dat is te zeggen: als de vraag naar rechten stijgt, kan deze op een zeker moment (vanwege het plafond) niet meer worden ingelost door het aanbod van nieuwe partijen.
Het voorgaande heeft eveneens betrekking op het tweede criterium. De markt betreden is op een gegeven moment niet meer rendabel, simpelweg omdat de handel van bovenaf bij het bereiken van het plafond wordt stopgezet, terwijl andere partijen tegelijkertijd de markt juist niet meer kunnen uittreden en met onverkoopbare rechten zitten opgescheept. Daarnaast maakt de verplichte afroming bij de verkoop van rechten de markt op papier ook nog eens onaantrekkelijk voor investeerders. Er zijn dus de nodige uit- en toetredingsbarrières.
Ook bij het derde criterium heeft Ecorys enkele obstakels waargenomen. De fosfaatrechten is bilateraal, wat betekent dat vraag en aanbod elkaar moeten vinden. Voor melkveehouders is het aantal beschikbare fosfaatrechten echter niet te achterhalen, net zoals ze niet weten tegen welke prijzen deze worden verhandeld. Informatie- en marktplatforms – zoals fosfaatrecht.nl, quotum.nu en fosfaatplatorm.nl – zouden dergelijke inzichten wel kunnen brengen, maar volgens de onderzoekers schieten deze momenteel nog tekort. Dit maakt de markt dus niet bijzonder transparant, wat marktmisbruik, zoals handel met voorkennis, in de kaart speelt.
“Het huidige markttoezicht door de Autoriteit Consument & Markt is voldoende in de opstartfase van de handel.”
Tijdens het onderzoek zijn ook verschillende melkveehouders geïnterviewd. Ook zij hebben kritieke op het huidige fosfaatrechtenstelsel. Zo vermoeden ze dat de markt kunstmatig wordt beïnvloed door makelaars, handelaren en investeerders, die doelbewust schaarste creëren om op die manier de prijzen van rechten op te drijven. De onderzoekers beweren dat deze aanmerkingen en de kritiek op de beperkte markttransparantie voortvloeien uit het feit dat de spelregels onder belanghebbenden bij aanvang niet volledig helder waren. Dit wordt onderstreept door het grote aantal bezwaarschriften dat melkveehouders inmiddels hebben ingediend.
Nog geen herziening vereist
Ondanks dat de onderzoekers verschillende kanttekeningen presenteren, zijn deze volgens hen geen principiële aanleiding om het toezicht op de fosfaatrechtenhandel te herzien. Omdat de markt pas anderhalf jaar oud is, adviseert Ecorys om op een later tijdstip opnieuw een evaluatieanalyse uit te voeren, zodat beter kan worden bepaald of de bestaande marktstructuur adequaat is. “Het huidige markttoezicht door de Autoriteit Consument & Markt is voldoende in de opstartfase van de handel in fosfaatrechten”, besluiten de onderzoekers.
Recente ontwikkelingen
Een paar dagen na de publicatie van het rapport werd het functioneren van het fosfaatrechtenstelsel in het parlement besproken. De Europese Commissie (EC) wil dat ons land het aantal fosfaatrechten voor de melkveesector terugbrengt naar het plafond van 84,9 miljoen kilogram, aldus minister Schouten van Landbouw, Natuur en Visserij in de Tweede Kamer.
Zolang de Nederlandse veesector als geheel binnen bepaalde uitstootgrenzen blijft, mag ons land van de EC meer dierlijke mest uitrijden dan volgens de norm in de Nitraatrichtlijn is vastgesteld. Deze uitzondering noemt men ook wel een derogatie. Wanneer het kabinet het recente verzoek van de EC niet honoreert, wordt deze derogatie zeer waarschijnlijk niet verlengd.
Omdat minister Schouten vreest dat het rechtenplafond van de melkveehouderijsector dit jaar overschreden zal worden, wil ze het afromingspercentage bij fosfaatrechtentransacties tijdelijk verhogen van 10% naar 20%, om op die manier aan het verzoek van de EC te kunnen voldoen.
Lees ook: Agrarisch adviesbureau verdachte in grote mestfraude.