Strategisch Omgevingsmanagement draait vooral om de mens
Strategisch Omgevingsmanagement (SOM) speelt de laatste jaren een steeds belangrijkere rol bij de uitvoering van grote projecten. Waar de aanpak voorheen met name door overheidsinstanties werd ingezet, kiezen nu ook steeds meer private bedrijven ervoor de dialoog aan te gaan met de buitenwereld. Pim Nijssen en Niels Vrije van Twynstra Gudde hebben jarenlange ervaring met SOM. In gesprek met Consultancy.nl delen ze hun visie op het vakgebied.
“Ik was als omgevingsmanager actief binnen een groot rivierverruimingsproject”, vertelt Senior Adviseur en trainer Pim Nijssen. “Om de veiligheid van het gebied te vergroten, was besloten dat de rivier meer de ruimte moest krijgen, dit betekende echter ook dat er vijftig woningen weg moesten die daar stonden.” De bewoners van die huizen stonden natuurlijk niet te springen om te vertrekken, “maar soms moet een lokaal belang worden afgewogen tegen een regionaal belang”, aldus Nijssen, die aan de driejarige klus begon toen de daadwerkelijke start van de uitvoering van het plan van start ging.
Dit betekende dat de bewoners inmiddels al wel aan het idee van de noodgedwongen verhuizing hadden kunnen wennen, legt hij uit: “De bom was al vijf jaar eerder geworpen.” Desondanks ging het uiteindelijke vertrek uit de woningen gepaard met de nodige pijn. Bij Nijssen lag de taak om dit gevoelige proces zo harmonieus mogelijk te laten verlopen. “Dit komt neer op goed in contact blijven met alle betrokkenen, naar ze luisteren en met ze meedenken.” Zijn inzet bleef gelukkig niet zonder resultaat: “Uiteraard bleef het voor velen lastig, maar door iedereen goed betrokken te houden was er ook veel begrip en zelfs enthousiasme voor wat ervoor terugkwam. Meer veiligheid en ook nog een prachtig nieuw park langs de rivier. Op het einde werd er zelfs voor ons geapplaudisseerd.”
De anekdote schetst een mooi beeld van het vakgebied en belang van Strategisch Omgevingsmanagement (SOM). Terwijl het in dit geval een project betreft vanuit een gemeente en Rijkswaterstaat, ervaren Nijssen en zijn collega Niels Vrije – Senior Adviseur en Trainer – dat ook vanuit het bedrijfsleven steeds meer gebruik wordt gemaakt van de benadering, waarbij nadrukkelijk wordt ingezet op een constructieve dialoog met alle betrokken stakeholders, in plaats van alleen met de aandeelhouders. Het toegenomen beroep op SOM wordt mede van buitenaf ingegeven, legt Vrije uit: “Burgers verhouden zich vandaag de dag op een andere manier tegenover de overheid, maar ook tegenover bedrijven. Ze zijn mondiger.”
Uit hun schulp
Naast dat betrokken stakeholders eerder van zich laten horen, is er ook steeds meer aandacht voor de verschillende vormen van impact die bedrijven hebben op hun omgeving. Er wordt in toenemende mate van ondernemingen verwacht dat ze zich hiervan bewust zijn en er ook naar handelen. Dit uit zich onder meer in de trend van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Al met al ervaren bedrijven vandaag de dag veel prikkels die ertoe leiden dat ze meer dan voorheen naar buiten willen treden. Om hier ook praktische invulling aan te geven, is echter niet altijd eenvoudig: “Organisaties willen meer uit hun schulp kruipen en het contact opzoeken met de omgeving. Vaak weten ze echter niet goed hoe ze dit het beste kunnen doen. Daarvoor schakelen ze ons in”, vertelt Vrije.
Bij organisatieadviesbureau Twynstra Gudde werken de consultants vanuit verschillende afdelingen, gericht op de diverse markten die het kantoor bedient. Omdat het belang van strategisch omgevingsmanagement over de gehele breedte van het dienstenaanbod van toepassing is, vormt het geen aparte afdeling maar ligt het – evenals andere kerncompetenties als organisatieontwikkeling en projectmanagement – als een ‘gilde’ over de afdelingen heen. “Binnen Twynstra Gudde is er voor alle adviseurs ook een SOM-leerprogramma ontwikkeld”, stelt Nijssen.
Voorhoede
Vrije voegt toe dat het bureau dankzij zijn jarenlange ervaring – waarbij het ook veelvuldig heeft geadviseerd op het gebied van trends en nieuwe ontwikkelingen, zoals publiek-private samenwerkingsverbanden – vandaag de dag binnen de adviesbranche vooroploopt in de toepassing van de SOM-methodiek: “Mede dankzij ons sterke trackrecord hebben wij een diepe kennis van organisaties en de mensen die er werken, dit uit zich ook in onze SOM-expertise.”
“Zo beschikken we over een sterk instrumentarium en zijn we in staat een scherpe analyse te maken van wat de opdracht precies inhoudt”, vervolgt hij. Het uitdenken van een goede SOM-strategie duidt hij aan als de kunst van ‘social design’: “Je moet bestaande maatschappelijke vraagstukken anders benaderen: als je op dezelfde manier blijft kijken krijg je wat je al had. Binnen onze trainingen leren we mensen ook echt empathische onderzoek te doen, het invoelen in burgers of partijen: ‘Hoe ga je een goede dialoog aan?’. Hierin leren we de adviseurs ook gespreks-skills, het zoeken naar elkaars belangen en het bereiken van overeenstemming.”
Meteen naar buiten
“We zijn ons bovendien bewust van de belangrijke valkuilen, zoals het gevaar dat het SOM vooral methodiekgedreven wordt toegepast, in plaats van dat de methodiek een ondersteunende rol speelt”, voegt Nijssen toe. “Bij een goede inzet van SOM gaat het namelijk in de eerste plaats om de mensen en de manier waarop met hen de dialoog wordt aangegaan, wat ook wel de ‘zachte’ kant van de aanpak genoemd wordt.”
Hierin hebben de twee in het verleden gezien hoe het mis kan gaan. Nijssen: “Het gevaar is dat het te analytisch wordt en uitdraait op een soort Excel-wedstrijd. Ik heb weleens meegemaakt dat iemand eerst een half jaar zelf alles probeerde te analyseren en de hele omgeving in schema’s probeerde te vatten. Pas daarna ging de organisatie het gesprek aan met de stakeholders, om erachter te komen dat bepaalde aannames gewoon niet bleken te kloppen. Daarmee konden al die Excel-schema’s de prullenbak in en liep het project een half jaar vertraging op. Het is juist cruciaal vroegtijdig te beginnen met het opzoeken van contact.” Vrije vult aan: “Die stap naar over de drempel, is vaak het lastigst. Er is vaak angst om naar buiten te gaan en het gesprek te voeren.”
SIM
Er moet daarom volgens de adviseurs een goede wisselwerking en balans zijn tussen de ‘harde’ en ‘zachte’ kant van de aanpak. Daarnaast benadrukken ze dat het SOM niet alleen op de buitenwereld moet zijn gericht. Vrije: “Het stakeholdermanagement richt zich veel naar buiten toe, maar om die stap goed te kunnen zetten, heb je ook de interne organisatie nodig. Je kunt niet buiten dingen beloven die je binnen niet waar kunt maken.” Dit wordt bij Twynstra Gudde ook wel aangeduid als “tweebenig samenwerken”, geeft Vrije aan: “Je moet ook veel investeren binnen de organisatie om de in het contact met externe stakeholders vervolgens de benodigde vrijheid te genieten.”
Lastige situaties die zich hierbij kunnen voordoen is dat er vanuit de organisaties weinig flexibiliteit en openheid bestaat: “Dan wordt er geen of nauwelijks ruimte overgelaten en is de gedachte dat de diverse stakeholders alleen maar moeten worden overtuigd van het plan dat er nu ligt, in plaats van dat er een echte dialoog wordt aangegaan”, stelt Nijssen. “Om deze vaak onderbelichte kant van het vakgebied te benadrukken, spreken we ook weleens van SIM, oftewel strategisch intern management”, voegt Vrije toe. “Hier ligt ook met name het organisatiekundige aspect van het vak, aan de binnenkant”, geeft hij daarbij aan.
Reflectie
Met de onderkenning van het belang van zowel de externe stakeholders als de interne organisatie is het plaatje echter nog altijd niet compleet, legt Vrije uit. De derde ‘partij’ die de adviseur altijd in het oog moet houden, is hij- of zijzelf: “Wat bij Twynstra een belangrijke rol speelt binnen de SOM-trainingen aan adviseurs is dat ze zich ook heel bewust zijn van hun eigen rol, van wat hun stijl van doen zelf voor invloed heeft op hun omgeving.” Dit vereist een continue reflectie op de eigen positie: “Ze moeten zich steeds blijven afvragen ‘Wat is mijn rol binnen dit vraagstuk?’, en ook buiten die rol kunnen stappen en – indien gewenst binnen de situatie – hun handelen kunnen aanpassen.” “Dit maakt de Twynstra Gudde-adviseurs ook effectiever”, vult Nijssen aan.
Continue ontwikkeling
Terwijl Vrije en Nijssen aangeven dat een breed bewustzijn over deze verschillende aspecten van SOM ervoor zorgt dat Twynstra Gudde vernieuwend is in zijn benadering van het vakgebied, geven ze direct aan dat er altijd nog te leren valt: “We blijven op het gebied van SOM methodieken en instrumenten ontwikkelen, zoals onlangs de nieuwe tool ‘Canvas Omgevingsmanagement', het vakgebied is nooit af”, aldus Nijssen. De twee adviseurs stellen dat het vakgebied de laatste tien jaar een stuk volwassener is geworden en dat Twynstra Gudde het als zijn opdracht ziet om daarin ook de volgende stap te zetten.
Hiertoe komen de verschillende SOM-adviseurs van het bureau ook geregeld samen. “Om te leren van elkaar, te reflecteren op het vak en bij te blijven met de laatste ontwikkelingen van competenties en rondom thema’s. Zo ging het laats uitgebreid over het belang van vertrouwen”, vertelt Vrije. “Soms nemen er ook opdrachtgevers deel aan de ontmoetingen. Of zijn er lezingen van universitaire experts binnen het vakgebied”, vult Nijssen aan.
Gezien het toenemende belang van het onderwerp en de algehele groei van Twynstra Gudde, is het bureau ook voortdurend op zoek naar nieuwe talenten op het gebied van SOM. Gevraagd naar of het moeilijk is om mensen te vinden, geeft Vrije aan dat het probleem niet zozeer is dat weinig mensen het werk willen doen, maar dat SOM veel van kandidaten vraagt: “Mensen moeten wel goed in het profiel passen. Ze moeten vaardig zijn in zowel de zachte als de harde kant.” Nijssen: “Het is echt een vak. Mensen moet doeners zijn, maar ook geduld hebben en begripvol zijn.” “Omdat het ook de bedoeling is dat de te werven SOM-adviseurs ook zelfstandig kunnen werken, is het bovendien gewenst dat ze al over enige ervaring binnen het vakgebied beschikken”, geeft Vrije tot besluit aan.
Gerelateerd: Strategisch Omgevingsmanagement (SOM) faciliteert dialoog met stakeholders.