Herfstbijeenkomst SeederDeBoer staat stil bij de 'Positieve Organisatie'
Vandaag vormt het kantoor van SeederDeBoer het decor voor de jaarlijkse Herfstbijeenkomst van het bureau. Het relatie-evenement staat dit jaar in het teken van ‘de positieve organisatie’ en kent bijdragen van TU Delft professoren Jo van Engelen en Peter Vink en musicoloog Hans Mantel. In een dialoog met de genodigden zullen ze tot inzichten komen waarmee organisaties kunnen transformeren in ‘positieve organisaties’.
Ieder jaar rond november organiseert SeederDeBoer, een middelgroot advieskantoor uit Hilversum dat opdrachtgevers ondersteunt bij de implementatie van strategische veranderingen, projecten en het managen van programma’s, een Herfstbijeenkomst voor genodigde relaties.
Het centrale thema dit jaar draait om ‘de positieve organisatie’, die door SeederDeBoer wordt omschreven als een organisatie waarin professionals kunnen excelleren in hun werk en hun verwachtingen kunnen overtreffen; als een organisatie waar zij met vakmanschap een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de doelstellingen en het succes van de organisatie; en als een organisatie met een positieve en stimulerende cultuur die zich richt op ontwikkeling, heldere individuele verantwoordelijkheden en constructieve feedback. Drie gastsprekers – Jo van Engelen, Peter Vink en Hans Mantel – zullen aan de hand van verschillende invalshoeken het thema belichten.
Professor Jo van Engelen is bestuurder en hoogleraar. Hij diende in twee Raden van Bestuur en in twintig commissariaten. Hij was als boardroom consultant actief bij organisaties als TNT Post, Achmea, Essent, PGGM en het Ministerie van Defensie. Als hoogleraar is hij sinds zes jaar verbonden aan de TU Delft op een leerstoel over duurzaamheid en sinds ruim 25 jaar aan de RU Groningen op een leerstoel business development. Van Engelen heeft meer dan honderd wetenschappelijke publicaties, vijftig professionele publicaties en acht boeken uitgebracht
Peter Vink is professor Environmental Ergonomics en Head of the Design Engineering Department aan de Technische Universiteit Delft. Peter Vink heeft meer dan 200 publicaties over het effect van omgeving op de mens. Na zijn carrière als hoofd van de afdeling Interior design bij TNO is hij sinds 2013 full time professor op het terrein van interieur en comfort bij de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU-Delft.
Hans Mantel is een jazzbassist en musicoloog die contrabas studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en Theoretische Muziekwetenschap aan de Universiteit Utrecht. Als sidemen speelde hij vanaf de vroege jaren tachtig met veel jazzgrootheden van de wereld. Sinds 1993 produceert en presenteert hij jazzprogramma’s voor radio en televisie en was hij ruim tien jaar de presentator van het North Sea Jazz Festival op televisie. Hij geeft les aan de conservatoria van Amsterdam en Rotterdam.
Gedurende het uitgebreide programma van de Herfstbijeenkomst staan onder meer de volgende vragen centraal: “Is de Positieve Organisatie een utopie? Of kunnen organisaties zich met de juiste aandacht en aanpak tot Positieve Organisaties verder opbloeien? Hoe complex is het bouwen aan een Positieve Organisatie in een maatschappij waarin beheersing, voorspelbaarheid en procesmatig werken steeds belangrijker worden?” De drie gastsprekers dragen bij aan het beantwoorden van deze vragen.
Zo verzorgt Van Engelen de sessie ‘Hoe bouw je een Positieve Organisatie als je ook “in control” moet zijn?’ Van Engelen: “Positieve organisaties behoren stimulerend en inspirerend maar evenzeer volledig “in control” te zijn. Ondernemende managers/ executives en toezichthouders hebben hierbij vaak conflicterende overtuigingen en creëren daarmee onbedoeld een bestuurlijke impasse die de organisaties verhindert om de gewenste prestaties te leveren.” Van Engelen gaat in op de oorzaken van dit vraagstuk en laat zien dat er ook oplossingen voor bestaan. Hij verzorgt een korte inleiding in de organisatiekundige complexiteitstheorie en de rol die moderne informatietechnologie kan spelen bij het effectief oplossen van dit dilemma. Daarbij confronteert hij de deelnemers vanuit bedrijfskundig perspectief met een aantal ingesleten vooroordelen en draagt alternatieve inzichten aan om werk effectiever en positiever te organiseren.
Vink verzorgt de sessie: ‘De omgeving doet meer dan je denkt’, waarin hij zijn inzichten deelt in het creëren van een juiste omgeving voor Positieve Organisaties. Vink: “Een ronde vergadertafel werkt positief en het toevoegen van planten verhoogt het aantal ideeën in een organisatie. Kortom het is waardevol om inzicht te hebben in de relatie van de werkomgeving op de prestaties van een afdeling of bedrijf.” Vink zal ingaan op de vraag waarom aanpassingen in de werkomgeving ondanks goede intenties vaak een contraproductief effect op medewerkersprestaties blijken te hebben en waarom in sommige gevallen het juist heeft bijgedragen in het vertrouwen van de medewerkers in het bedrijf en de directie en management.
Tenslotte luidt de sessie die Mantel organiseert: ‘Wat kunnen organisaties en managers leren van de wereld van de Jazz muziek?’ Daarin legt hij de kern van de jazz muziek uit: wat een musicus binnen een samenwerkingsverband kan doen om de ander of de hele groep nog beter te laten presteren. Mantel verklaart wat er voor nodig is om deze positieve motivatie in de praktijk te laten werken; het belang van empathie, de onderlinge afhankelijkheid om betekenisvolle prestaties neer te zetten en het belang van ego’s en het vermogen deze op beslissende momenten weer aan de kant te schuiven. Ook gaat hij in op hoe deze waardevolle inzichten ook in organisaties toegepast kunnen worden.