Zelfrijdende auto beïnvloedt gemeentelijk mobiliteitsbeleid
Het toekomstbeeld van zelfrijdende auto’s komt steeds dichterbij en dit is van invloed op het beleid dat gemeentes voeren voor mobiliteit. Of de behoefte aan metro’s en bussen nog wel bestaat over dertig jaar is onzeker, stelde René Seyger, partner bij Roland Berger, onlangs in een interview met Trouw. De snelle ontwikkeling van autonome voertuigen gaat volgens hem gepaard met een enorme groei in autodelen, en maakt grote infrastructuurprojecten zoals de Noord-Zuidlijn op lange termijn mogelijk overbodig.
De automotive sector staat een fundamentele verandering te wachten, met de komst van de zelfstandig rijdende of autonome auto. Deze voertuigen, die zonder menselijke input hun passagiers naar de plaats van bestemming brengen, worden momenteel in snel tempo ontwikkeld, en de eerste voorbeelden zoals de Google Car worden al uitvoerig getest. Volgens onderzoek van Roland Berger zal autonoom rijden tegen 2030 een geschatte marktgrootte hebben van $40 tot $60 miljard aan nieuwe hardware en software. Branchegenoot The Boston Consulting Group voorspelde in 2015 dat de markt voor de zelfrijdende auto in 2035 een waarde van $77 miljard zal bereiken.
“Is er straks nog wel behoefte aan metro of bus?”, is een vraag die Roland Berger partner René Seyger zich enkele maanden terug afvroeg in een interview met Trouw. Volgens hem zal de zelfrijdende auto straks de behoefte aan openbaar vervoer, evenals parkeerplaatsen verminderen. Hij stelde dat door de voorspelde vlucht in zelfrijdende en autonome voertuigen en de impuls die dit geeft voor autodelen of ‘car sharing’, grote infrastructuurprojecten mogelijk overbodig maken. “Je drukt miljarden euro's de grond in. Prima, voor nu misschien, maar heb je daar over dertig jaar eigenlijk nog wel behoefte aan? Ben je niet bezig met het bouwen van de dinosaurussen van de volgende eeuw met dat soort grootschalige projecten?”, vroeg hij zich af.
Ondanks dat diverse onderzoeken van onder meer AlixPartners en Roland Berger laten zien welke impact autodelen kan hebben op de samenleving, lijkt Gemeente Amsterdam nog nauwelijks rekening te houden met dergelijke snelle ontwikkelingen. Ter illustratie, Roland Berger voorspelt dat de waarde van de markt voor gedeeld autogebruik explosief zal groeien, met 30% tot 35% per jaar, naar een waarde van €7,2 miljard in 2020. In een andere analyse van de automotive sector laat AlixPartners zien dat ook het aantal gebruikers van autodelen tegen 2020 naar verwachting met 32% per jaar zal stijgen en het aantal leden van autodeel-netwerken tegen die tijd zal zijn gegroeid naar 26 miljoen.
Niet alleen metro’s, maar ook bussen zullen volgens Seyger steeds meer overbodig worden. “Die zijn niet meer nodig, mensen delen autootjes. Voor het fijnmazige netwerk is dat veel handiger dan zo'n grote bus. Zie die autootjes als belbus nieuwe stijl”, aldus Seyger in het interview.
Martin Blankendaal van Spark, een bedrijf dat ondersteuning biedt bij het aanleggen van parkeergarages, voegde toe dat zelfrijdende en de nu al bekende zelfparkerende auto’s ook andere eisen stellen aan parkeerplaatsen en -garages. “Je kan er veel meer auto's in kwijt, want ze kunnen beter inparkeren dan de meeste mensen en je hoeft geen rekening te houden met de berijders, die zijn namelijk aan het begin van de garage al uitgestapt. Maar de meeste parkeergarages zijn niet toekomstbestendig”, aldus Blankendaal in Trouw.
Bovendien kan de zelfrijdende auto er volgens deskundigen ook voor zorgen dat huishoudens steeds minder vaak twee auto’s per huishouden hebben, indien de auto na het naar werk brengen van het ene familielid zelf terugrijdt naar huis om het andere familielid te vervoeren. Grote gemeentes als Amsterdam zijn volgens sommigen niet goed voorbereid op de komst van deze technologieën en ontwikkelingen, en zouden meer rekening moeten houden met de invloed die deze toekomstige ontwikkelingen hebben op het mobiliteitsbeleid dat zij voeren.