ConQuaestor: NL toe aan ministerie van Digitale Zaken
De informatie- en communicatietechnologie, ooit een middel om sneller gegevens uit te wisselen, heeft een complete parallelle wereld geschapen die nog steeds groeit. We winkelen online, we onderhouden onze vriendschappen online en we communiceren online met de overheid. Online ontstaan nieuwe vormen van samenwerken (crowdsourcing), van geld (bitcoins), van misdaad (identiteitsdiefstal) en van oorlog (virusaanvallen op infrastructuur).
De overheid heeft moeite het tempo van de veranderingen bij te benen. Ze reageert dan ook traag en onzeker op nieuwe ontwikkelingen. Dat zou veel beter kunnen als er een gespecialiseerd bestuursorgaan bestond voor de nieuwe parallelle wereld, die immers geen binnenland is en geen buitenland, niet alleen infrastructuur en niet alleen economie, defensie of onderwijs. Een ministerie van Digitale Zaken (DiZa) dus.
Big Data
Neem het nog jonge verschijnsel van ‘big data’. In de digitale wereld van email, zoekmachines, GPS, wifi-tracking, chipkaarten en nog veel meer laten we voortdurend digitale sporen achter. Naarmate onze auto’s verder digitaliseren, zullen ook die steeds meer over ons doen en laten verraden. Vaak weten we niet eens wie de data verzamelt of wat ermee gedaan wordt. Winkelketens blijken data te verzamelen over argeloze passanten. En wat gaat er gebeuren nu Facebook Whatsapp overneemt? Dat leidt potentieel tot nóg bigger data.
Al die datastromen maken ons tot een open boek voor bedrijven en geheime diensten die er toegang toe hebben. Een modernisering van het privacybeleid is daarom hoogst urgent, zoals ook het Rathenau Instituut onlangs liet zien in zijn rapport ‘Intieme technologie’. Zonder de specialistische deskundigheid van een DiZa gaat dat niet lukken.
Ook de samenleving als geheel loopt risico’s. Met DDoS-aanvallen kunnen kwaadwillende mogendheden of puberende kwajongens vitale infrastructuur lamleggen, van sluizen tot kerncentrales. Ook drones zijn niet immuun voor hackers. Een DiZa kan deze risico’s identificeren en de bestrijding coördineren.
Verdere digitalisering van bedrijfsprocessen
Nieuwe digitale ontwikkelingen brengen ook kansen met zich mee. Landen als India hebben daar al volop van geprofiteerd, doordat westerse bedrijven IT-activiteiten uitbesteedden. Maar de uitbesteding lijkt haar grenzen te bereiken. Bedrijfsprocessen worden steeds kennisintensiever, wat fysieke samenwerking van medewerkers noodzakelijk maakt.
Verdere digitalisering van Nederlandse bedrijfsprocessen kan daarom naar verwachting juist werk in Nederland zelf creëren. Maar dan moeten onderwijsinstellingen en bedrijven elkaar wel vinden zodat de juiste bekwaamheden worden aangeleerd. Dat dat kan, laat niet alleen India zien, maar ook de ‘Brainport’- regio Eindhoven, waar de lokale overheid heeft geïnvesteerd in passende opleidingen. Om zoiets op landelijke schaal voor elkaar te krijgen, is een DiZa onmisbaar.
ICT van de Rijksoverheid
De Rijksoverheid werkt natuurlijk al aan haar eigen digitalisering. Zo is er de ‘rijkscloud’, waarin alle departementen gebruik kunnen maken van gezamenlijke (generieke) ICT-voorzieningen. Met een DiZa zullen departementen daartoe eerder bereid zijn dan zonder. Op dit moment laten ze deze forse potentiële kostenbesparing voor een flink deel liggen.
In veel landen valt al wat ICT is in de praktijk al onder één ministerie. India heeft een ministerie voor ICT, China een voor Industrie en Informatietechnologie.
In Japan heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken twee directoraten- generaal voor ICT. Duitsland heeft al sinds 1991(!) een Dienst voor Veiligheid van Informatietechnologie, een 600 man sterk deel van het ministerie voor Binnenlandse Zaken met een breder mandaat dan zijn naam doet vermoeden. Er is een lobby gaande om die dienst tot afzonderlijk ministerie te verheffen.
In al deze landen — en de lijst is nog een stuk langer — zien de overheden de digitale ontwikkelingen zowel als een economische kans als een veiligheidsrisico.
Doelstellingen van DiZa
In Nederland zou DiZa zich in eerste instantie bezig moeten houden met digitale privacy, de zorg voor digitale veiligheid, met het opleiden van nieuwe kenniswerkers en ICT-besparingen bij de overheid zelf.
Zoals op alle beleidsterreinen blijft samenwerking met andere departementen nodig, maar er is op dit gebied behoefte aan een duidelijke trekker. Aan een ministerie dat focust op het domein waar zich een steeds groter deel van ons leven afspeelt, dat de snelle ontwikkelingen op ICT-gebied wél kan bijhouden en dat een eind maakt aan de versnippering van ICT-gerelateerd beleid.
Een artikel van Bart van der Linden, Consultant bij ConQuaestor en promovendus aan Nyenrode Business Universiteit.