Datagedreven werken: Waarom het nog niet beklijft (en wat wél werkt)

Datagedreven werken staat inmiddels bij vrijwel elke overheidsorganisatie op de kaart. Er wordt hard gewerkt aan dashboards, kpi’s en rapportages. Er zijn BI-teams, data-analisten en pilots met kunstmatige intelligentie. Maar wie doorvraagt, hoort vaak eenzelfde geluid: “We zijn op weg, maar het is nog geen onderdeel van ons dagelijkse werk.”
Wat is er nodig om datagedreven werken niet alleen te starten, maar écht te laten beklijven in beleid, uitvoering en besluitvorming? Een gesprek met Ingrid Giesbertz, Emma Stöger en Johan Posseth van Kurtosis over hun ervaringen uit de praktijk en hoe publieke organisaties het verschil kunnen maken.
Van losse initiatieven naar structurele verankering
“In vrijwel alle organisaties zie ik bevlogen mensen en veelbelovende initiatieven”, vertelt Ingrid Giesbertz, die als voormalig manager bij diverse uitvoeringsorganisaties ervaring heeft met datagedreven werken van binnenuit. “Toch merk ik dat veel van die initiatieven blijven hangen in pilots of specialistische teams. De verbinding met het primaire proces ontbreekt nog te vaak. Data zijn belangrijk, maar niet vanzelfsprekend in de dagelijkse dienstverlening en bedrijfsvoering.”
Volgens Ingrid is er behoefte aan overzicht en regie. “Veel organisaties missen een gezamenlijk vertrekpunt: waar staan we nu eigenlijk? En wat is een logische volgende stap? Als die gezamenlijke taal er niet is, ontstaan versnipperde initiatieven en blijft het ‘duwen aan een project’.”
Digitale vaardigheden als vliegwiel – of bottleneck
“Wat ik vaak zie, is dat er veel geïnvesteerd wordt in technologie, maar weinig in mensen”, zegt Emma Stöger, expert in digitale vaardigheden en veranderkunde.
“En dan bedoel ik niet alleen trainingen in tools, maar het ontwikkelen van digitaal bewustzijn: weten wanneer data relevant is, hoe je het leest en wat je ermee kunt. Die vaardigheden zijn cruciaal – niet alleen voor data-analisten, maar juist ook voor beleidsadviseurs, teamleiders en managers.”
Emma benadrukt dat het daarbij ook gaat om gedrag. “In een datagedreven organisatie stel je andere vragen, bespreek je aannames, durf je je te baseren op feiten in plaats van gevoel. Dat vraagt oefening – en ruimte om te leren.”
Van inzicht naar integrale organisatieontwikkeling
“Datagedreven werken is meer dan een BI-project, het is vooral ook organisatieontwikkeling. Het knelpunt ligt niet in de techniek”, stelt Johan Posseth, organisatieadviseur en partner bij Kurtosis. “Het raakt alle onderdelen van de organisatie: leiderschap, processen, IT, privacy, vaardigheden. Maar wat we in de praktijk vaak zien, is dat die elementen los van elkaar worden ontwikkeld. Terwijl juist de samenhang bepalend is voor succes.”
“De echte uitdaging zit in sturing, processen en cultuur. Daar waar het lukt om data te koppelen aan concrete maatschappelijke opgaven én aan eigenaarschap in de lijn, ontstaat beweging.”
Hoe breng je datagedreven werken echt verder?
In hun adviespraktijk zien de adviseurs van Kurtosis een aantal succesfactoren terugkomen:
- Begin bij de bedoeling: Formuleer eerst wat je als organisatie met data wilt bereiken, in relatie tot je maatschappelijke opdracht.
- Creëer een gedeeld vertrekpunt: Breng samen in kaart waar je staat, zodat verschillende afdelingen dezelfde taal gaan spreken.
- Werk doelgericht, met een concreet programmaplan. Een programmaplan helpt om richting te geven en keuzes te maken.
- Ontwikkel breed eigenaarschap: Maak data niet de verantwoordelijkheid van één team, maar van de hele organisatie.
- Investeer in vaardigheden én gedrag: Zorg dat medewerkers op alle niveaus snappen wat data voor hún werk betekent.
De datavolwassenheidsscan als gespreksstarter
Om het gesprek over datagedreven werken concreet te maken, maken ze bij Kurtosis gebruik van de datavolwassenheidsscan.
De scan is geen doel op zich, maar een startpunt voor structurele verandering. Het helpt onder meer om een gedeeld vertrekpunt te creëren; ambities en mogelijkheden op elkaar af te stemmen; en prioriteiten te bepalen die passen bij het volwassenheidsniveau van de organisatie.
“De kracht zit in de eenvoud en de toepasbaarheid”, zegt Ingrid. “We beginnen met een zelfanalyse waarmee teams hun eigen beeld geven van waar ze staan. Vervolgens duiken we dieper in de organisatie met gerichte sessies, interviews of workshops. Dat levert niet alleen een scherp gezamenlijk inzicht op, maar ook eigenaarschap en enthousiasme om verder te gaan.”
Emma vult aan: “We plakken geen label op een score, maar gebruiken de scan om ambities te verbinden, prioriteiten te bepalen en concrete acties te formuleren.”