PwC: Focus op duurzaamheid essentieel voor toekomstbestendigheid
Veel organisaties hebben ambitieuze doelstellingen op het gebied van duurzaamheid, maar het komen tot concrete acties en resultaat kan uitdagend zijn. Wat is het belang van strategisch duurzaamheidsbeleid? En hoe komen bedrijven tot duurzame vooruitgang? Een gesprek met Leonie Schreve en Wineke Ploos van Amstel-Haagsma van PwC.
Stijgende kosten, nieuwe regelgeving, fysieke klimaatrisico’s en ESG-factoren als investeringsvoorwaarden: duurzaamheid is niet meer weg te denken uit het bedrijfsleven.
En dat is goed nieuws, meent Wineke Ploos van Amstel-Haagsma, Chief Sustainability Officer (CSO) van PwC: “Duurzaamheid kan van onderscheidende waarde zijn voor ieder bedrijf en de markt vraagt er luid en duidelijk om.”
Zo speelt duurzaamheid een belangrijke rol op de arbeidsmarkt, onder andere in de zoektocht naar talent. “Uit onderzoek blijkt dat steeds meer mensen liever werkzaam zijn bij een bedrijf dat een positieve maatschappelijke impact maakt, dan bij een traditioneel en meer behouden organisatie”, zegt Leonie Schreve, verantwoordelijk voor duurzaamheid binnen de fusie- en overnamepraktijk van PwC.
“Duurzaamheidsinitiatieven op de werkvloer worden steeds vaker enthousiast ontvangen en er is meer betrokkenheid, zeker onder jongeren. Ik ben ervan overtuigd dat het tonen van maatschappelijke impact helpt bij het behouden en aantrekken van talent.”
Bedrijven met maatschappelijke impact zijn niet alleen aantrekkelijk voor personeel, ook bij een eventuele overname speelt duurzaamheid een belangrijke rol. “Door robuuste data en benchmarking kunnen we ESG-factoren steeds beter vertalen in financiële impact op cashflows en capex-modellen”, aldus Schreve.
“We zien ook dat duurzaamheid invloed heeft op de waardering van een bedrijf. Een bedrijf dat zich differentieert als koploper krijgt een betere overnameprijs geboden dan een bedrijf dat de duurzaamheidszaken niet goed op orde heeft.”
Verder lezen: ‘Duurzame dealwaarde vraagt een 360-gradenbenadering op ESG’
“Voor mij is het logisch dat bedrijven duurzaamheid omarmen. Het is essentieel voor de leefbaarheid van iedereen op aarde én het leidt tot de toekomstbestendigheid van bedrijven”, geeft ze aan. “Wij kijken altijd naar de beste groeikansen en kwantificeren de financiële impact zodat aandacht voor duurzaamheid écht een win-win wordt.”
Business to Society: anticipeer op het ritme van de markt
Ploos van Amstel-Haagsma ziet als CSO elke dag wat de brede impact van PwC’s duurzaamheidsbeleid is. Vanuit die ervaring benadrukt ze het belang van een open blik op externe stakeholders én de maatschappij. “Ik vind het opvallend dat we nog steeds spreken van B2B of B2C. We kunnen beter spreken van B2S: business to society.”
“De CSRD gaat eigenlijk om het verankeren van duurzaamheid in de strategie en de kern van de organisatie.”
Waardecreatie op de lange en korte termijn is namelijk afhankelijk van externe ontwikkelingen en de behoeften van de samenleving en stakeholders, stelt zij. “Het is belangrijk om je oren en ogen open te houden om te weten waar die behoeftes liggen. Niet alleen vanuit een eigen intrinsieke missie en visie, maar juist vanuit de behoefte van externe stakeholders en de bewegingen in de maatschappij.”
Anticiperen én bewegen op het ritme van de markt en de maatschappij, dat is de veerkracht die nu zo essentieel is voor organisaties, vindt Ploos van Amstel-Haagsma, die zich al vier jaar op rij een van de beste duurzaamheidsmanagers van het land mag noemen. “Wie dat goed doet, maakt continu de juiste beslissingen.”
Transparantie met de CSRD helpt bij maken van de juiste beslissingen
Het maken van geïnformeerde beslissingen op het gebied van duurzaamheid wordt makkelijker met de inwerkingtreding van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), stelt Ploos van Amstel-Haagsma.
Deze Europese richtlijn schrijft voor dat een groot aantal bedrijven vanaf 2024 moet rapporteren over hun impact op de mens en op het klimaat. Het betekent een nieuw tijdperk voor organisaties en moet leiden tot meer transparantie, een consistente methodologie voor het rapporteren over duurzaamheidsinformatie en een – collectieve – duw in de richting van duurzame vooruitgang.
“De CSRD is écht bijzonder”, stelt Ploos van Amstel-Haagsma. “Deze nieuwe richtlijn doet namelijk niet alleen een beroep op de eigen verantwoordelijkheid, maar op die van de gehele keten. De CSRD wordt vaak sec omschreven als een rapportageverplichting, maar eigenlijk gaat het om het verankeren van duurzaamheid in de strategie en de kern van de organisatie.”
“Door nu te differentiëren, innoveren en investeren, is het bedrijf straks een voorloper in de markt.”
Het feit dat financiële en niet-financiële informatie door de CSRD gelijk getrokken wordt, leidt tot veel en complex werk bij bedrijven en organisaties. Ploos van Amstel-Haagsma: “Voldoen aan de CSRD is een flinke klus, dat moeten we niet onderschatten. Maar het gaat er wél voor zorgen dat niet-financiële informatie wordt meegenomen in de besluitvorming. Dat is wat we nodig hebben voor de essentiële en onvermijdelijke duurzame transitie.”
De volgende stap: van woorden naar daden
De belangen van aandacht voor duurzaamheid zijn helder en het doel is duidelijk: het realiseren van een duurzame transitie met als resultaat een win-win. Maar wat is daarvoor nodig?
“Slimme innovatiekracht, dat is wat het vergt van bedrijven”, zegt Schreve. “Een goed voorbeeld is een bedrijf in de logistieke sector met transportroutes in zero-emission zones. Dat betekent dat de organisatie vanaf 2030 elektrische vrachtwagens moet inzetten. Is er voldoende budget gereserveerd om nu te investeren of moet het bedrijf wachten met de aankoop van nieuwe wagens?”
Het is een strategisch vraagstuk, legt Schreve uit. “Concurrenten moeten ook omschakelen en er kan een wachtlijst op elektrische vrachtwagens ontstaan. Door nu te differentiëren, te innoveren en te investeren, is het bedrijf straks een voorloper in de markt.”
Voor Schreve gaat het dus om innovatie, veerkracht en vooruitdenken. Dat vereist het bij elkaar brengen van verschillende perspectieven, vult Ploos van Amstel-Haagsma aan. Zij raadt bedrijven aan de samenwerking tussen CFO en CSO te intensiveren. “Het zijn twee bloedgroepen die veel van elkaar kunnen leren en samen tot nieuwe inzichten en besluiten kunnen komen. Ik merk dat zelf tijdens mijn wekelijkse gesprek met de CFO van PwC. We versterken elkaar.”
“Vanuit die gedachte gaan we ook bij klanten aan de slag”, voegt Schreve toe. “Biologen, strategie-experts, accountants, transformatiespecialisten en belastingadviseurs: we brengen allerlei experts bij elkaar en zetten alles op alles voor de duurzame transitie. Zo creëren we waarde voor de omgeving én voor het bedrijf.”