Oekraïners willen wel Nederlands leren, maar er is te weinig plek
Oekraïners die Nederlands willen leren, komen vaak op een wachtlijst terecht. Dat blijkt uit onderzoek van Berenschot in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap (OC&W).
Voor zijn studie nam het adviesbureau 82 Nederlandse gemeenten en 47 taalonderwijsinstellingen voor volwassen onder de loep. Eén van de conclusies? Heel wat Oekraïners willen graag Nederlands leren, maar daarvoor zijn onvoldoende plekken bij taalonderwijsinstellingen voor volwassenen.
In tegenstelling tot asielzoekers uit Afghanistan en Syrië, hebben Oekraïense vluchtelingen in ons land geen inburgeringsplicht. Dat houdt onder meer in dat ze niet gedwongen worden om Nederlands te leren. Wel mogen ze op vrijwillige basis taallessen volgen.
Uit het onderzoek van Berenschot blijkt dat ongeveer 43% van de Oekraïense vluchtelingen in ons land zich hiervoor heeft ingeschreven. Het adviesbureau geeft wel aan dat het hier gaat om een ruwe schatting. Maar het beeld is dus wel dat veel Oekraïners onze taal willen leren, zegt Saraï Sapulete van Berenschot in dagblad Trouw.
“We zien een beweging naar duurzame vestiging van Oekraïense vluchtelingen: een deel van hen denkt erover om hier voor langere tijd te blijven. Vanzelfsprekend is een goede beheersing van het Nederlands dan vereist, dat helpt ze bij het vinden van een permanentere baan.”
De taallessen voor Oekraïense vluchtelingen worden door Nederlandse gemeenten onder andere ingekocht bij mbo-scholen. Veel van deze instellingen geven tegenover de onderzoekers van Berenschot aan dat er lange wachtlijsten zijn voor de taallessen. Voor meerdere specifieke taalonderwijsinstituten geldt hetzelfde.
Is extra geld de oplossing?
Begin dit jaar werd bekend dat het ministerie van SZW een pot van €15 miljoen beschikbaar heeft gesteld voor gemeenten om Oekraïense vluchtelingen via taallessen Nederlands te laten leren. De onderzoekers vragen zich echter af of alleen extra geld voldoende is om de wachtlijsten weg te werken.
Op dit moment bevinden zich vele tienduizenden Oekraïense vluchtelingen in ons land, waarvan een aanzienlijk deel Nederlands wil leren. Daarvoor zijn dus heel wat gespecialiseerde taaldocenten nodig. Maar daar is op dit moment een fors tekort aan.
Om die reden leidt extra geld niet altijd één-op-één tot een toename in aanbod, meent Berenschot. “Naast extra middelen is dus ook behoefte aan (meer structurele) bestuurlijke afspraken rondom taalonderwijs aan Oekraïense ontheemden, zodat er vanuit landelijk beleid een gemeentelijk beleid gevormd kan worden.”
Krapte op de arbeidsmarkt
Het wegwerken van de wachtlijsten heeft nog een ander voordeel. Nederland kampt met een krapte op de arbeidsmarkt. Tegenover elke 100 werklozen staan momenteel 122 vacatures open.
Een goede beheersing van het Nederlands is een harde eis voor veel van dit oningevulde werk. In de zorg stonden in het tweede kwartaal van 2023 maar liefst 65.000 vacatures open. Een deel van dit werk zou op termijn kunnen worden ingevuld door Oekraïners die de taal onder de knie hebben.
Oekraïense vluchtelingen zouden ook in andere sectoren kunnen worden ingezet om de personeelstekorten terug te dringen. Zo stonden er in het tweede kwartaal van dit jaar bijna 90.000 vacatures open in de handelsbranche, ruim 70.000 in de zakelijke dienstverlening en circa 35.000 in de industrie.