Nederlandse waterinfrastructuur behoort tot efficiëntste ter wereld
Het Nederlandse waterdistributienetwerk behoort tot de efficiëntste ter wereld. Dat blijkt uit onderzoek van Roland Berger.
Het aardoppervlak bestaat voor 71% uit water, maar slechts 2,5% van al het water is zoet. Het grootste deel daarvan zit opgesloten in ijsbergen en gletsjers, waardoor uiteindelijk minder dan 1% geschikt is voor menselijk gebruik.
Door bevolkingsgroei en een oplopende waterconsumptie per persoon, raakt de schaarse hoeveelheid water die wel bruikbaar is bovendien steeds verder uitgeput. Al jaren wordt er meer zoet water verbruikt dan er wordt aangevuld. Sinds 1962 is de beschikbare zoetwatervoorraad per hoofd van de wereldbevolking met meer dan 50% afgenomen.
Het is dan ook van groot belang om zuinig om te gaan met het beschikbare water. Een goed functionerende waterinfrastructuur is hierin cruciaal. Het onderzoek van Roland Berger laat zien dat jaarlijks een aanzienlijke hoeveelheid water verloren gaat door lekkages in waterdistributienetwerken.
In ontwikkelingslanden gaat gemiddeld ruim een derde van het water (35%) verloren in de waterdistributienetwerken. In verschillende westerse landen – zoals Noorwegen (30%), Frankrijk (20%), Italië (32%) en het Verenigd Koninkrijk (21%) – gaat het op dit vlak opmerkelijk genoeg niet heel veel beter.
Daar hangt ook een flink prijskaartje aan. Volgens Roland Berger lopen waterbedrijven over de hele wereld ieder jaar bij elkaar opgeteld zo’n €40 miljard aan inkomsten mist als gevolg van lekkages in het waterverdeelnetwerk.
Nederland efficiëntst
Nederland doet het echter stukken beter, zo blijkt uit de studie. In ons land gaat maar 5% van de hoeveelheid water verloren door lekkages in de verdeelinfrastructuur. Daarmee heeft Nederland van alle onderzochte landen het efficiëntste waterdistributiesysteem.
Ook in Japan (7%), Duitsland (8%), Singapore (8%) en de Verenigde Arabische Emiraten (10%) gaat relatief weinig water verloren. Het wereldwijde gemiddelde ligt volgens de studie tussen de 30% en de 40%.
Oplossingen
Een goed middel om distributieverliezen te beperken is het gebruik van sensoren die de toestand van het waternetwerk op meerdere plekken monitoren, zodat snel kan worden ingegrepen bij calamiteiten. Eveneens maakt de technologie het mogelijk om toekomstige problemen sneller te verhelpen, zo stellen de onderzoekers.
Ook het ontwikkelen van een digital twin van een waternetwerk zien ze als een waardevolle oplossing. Het Spaanse Valencia deed dit en wist zijn verliezen met zo’n 30% te verminderen. Tevens wist de stad zo de onderhoudskosten van de waterinfrastructuur met 20% te verlagen.
Waar gaat het aan op?
Roland Berger onderzocht ook waar water over de hele wereld precies voor wordt gebruikt. In het Midden-Oosten, Azië en Afrika wordt verreweg het meeste water ingezet voor landbouwactiviteiten. Het gaat respectievelijk om 84,7%, 82,1% en 78,1% van de totale waterconsumptie.
In Europa gaat maar 29,1% van het water hieraan op, terwijl 45% wordt gebruikt door de industrie. In Noord-Amerika verbruiken de landbouw en industrie ongeveer evenveel water – 43,9% om 42,4%.
Ongeveer een kwart (25,9%) van het water in Europa wordt opgemaakt door huishoudens, verreweg het hoogste percentage van alle regio’s. Opvallend is ook dat Noord-Amerika zo ongeveer twee keer zoveel water verbruikt als Europa, terwijl er aanzienlijk minder mensen wonen.