Bedrijfsleven optimistisch over groeikansen ondanks inflatie
Ondanks oplopende geopolitieke spanningen en de daaruit voortvloeiende hoge inflatie en onzekere economische vooruitzichten, zijn organisaties relatief optimistisch gestemd over hun groeikansen voor 2023. Dat blijkt uit onderzoek van Berenschot.
Voor zijn onderzoek vroeg Berenschot bestuurders van bijna 500 grote, middelgrote en kleine organisaties naar hun verwachtingen voor 2023, en wat zij zien als de belangrijkste uitdagingen en kansen.
Maar liefst 90% van de deelnemers aan het Strategie Trends-onderzoek laat weten dit jaar alsnog omzetgroei te verwachten. Een groot deel van hen (32%) denkt zelfs een groeicijfer van meer dan 10% te kunnen presenteren. Tegelijkertijd is het aantal bedrijven dat verwacht te krimpen bijna twee keer zo hoog als het voorgaande jaar.
Gevraagd hoe de bestuurders deze groei denken te realiseren, wijzen de meeste respondenten naar cross-sellingmogelijkheden bij bestaande klanten, ofwel door het uitbreiden van de bestaande relatie of door het introduceren van nieuwe producten en diensten. Ook zet een groot aantal deelnemers in 2023 in op het aanboren van nieuwe marktsegmenten.
Het onderzoek laat verder de concrete waarde van innovatie zien. Zo blijkt dat organisaties die een hogere omzetgroei verwachten in 2023 meer investeren in R&D dan hun concurrenten. Het aantal organisaties dat meer dan 7% van de omzet investeert in R&D is significant hoger in de categorie van bedrijven die meer dan 10% omzetgroei verwachten.
De meeste organisaties die hebben deelgenomen aan het onderzoek geven aan dat hun focus in het realiseren van omzetgroei vooral ligt op de Nederlandse markt. Slecht 10% van de bedrijven ziet internationalisering als de manier om groei te realiseren.
De Nederlandse bedrijven die internationaal opereren zijn naast de thuismarkt in het bijzonder gericht op de omringende landen in West-Europa. Afzetmarkten in Noord-Amerika en Oost-Europa worden minder bediend. De mogelijkheden voor groei worden dus vooral relatief dicht bij huis gevonden.
Vanuit een sectorperspectief merken de onderzoekers enkele verschillen op. Zo is China bovengemiddeld belangrijk voor de sectoren industrie (23%) en agri en food (16%). Financiële en zakelijke dienstverleners zijn daarentegen sterk op Nederland gericht.
Het effect van de internationale sancties tegen Rusland is volgens het onderzoek zichtbaar in de strategische plannen voor 2023: slechts 1% van de deelnemers verwacht in Rusland te kunnen groeien.
Inflatie en kostenstijging
Opvallend aan de onderzoeksbevindingen dit jaar is dat prijsverhogingen pas op de derde plek komen als mogelijke aanjager van omzetgroei, wat natuurlijk vooral met de torenhoge inflatie te maken heeft. Om de gestegen kosten voor mensen en productieprocessen te compenseren, kijken organisaties in toenemende mate naar manieren om deze hogere kosten door te berekenen.
Maar liefst 94% van de respondenten liet aan Berenschot weten dat ze te maken hebben gekregen met kostenstijgingen. Om de impact daarvan zoveel mogelijk te beperken, verhogen veel bedrijven hun prijzen, maar investeren ze tegelijkertijd middelen in digitalisering, om op die manier hun processen kostenefficiënter te maken.
Sectoren die effectief zijn in het doorberekenen van de gestegen kosten zijn partijen in de energie-, afval-, telecom en nuts-, bouw- en woningcorporatiesectoren. Niet heel verrassend, aangezien dit partijen zijn die opereren in segmenten waar weinig alternatieven voorhanden zijn en/of een sterke positie in de markt hebben.
Meindert Flikkema, senior managing consultant bij Berenschot, geeft aan dat veel bedrijven – ongeveer een derde – moeite hebben met het doorberekenen van hun kostenstijgingen.
Hier zijn verschillende redenen voor, zo blijkt uit het rapport. Enerzijds hebben de bedrijven vaak te maken met lopende contracten die niet aangepast kunnen worden. Daarnaast zijn ondernemers volgens Flikkema bang voor ‘switch-gedrag’, waarbij klanten overstappen naar de concurrent. “En er is ook een soort morele reden waarbij wordt gedacht dat klanten dit niet aangedaan kan worden.”
“Organisaties kunnen de inflatieproblematiek dus niet volledig afwentelen op klanten. Dit betekent dat er andere mitigerende maatregelen noodzakelijk zijn óf dat er margedruk ontstaat”, aldus Flikkema.
Een van de maatregelen waar in het verleden veelvuldig voor werd gekozen, was het snijden in het personeelsbestand. Maar anno 2023 grijpen door de knellende arbeidsmarkt weinig organisaties naar deze impactvolle maatregel.
Hoewel de meeste medewerkers weliswaar kunnen rekenen op baanbehoud, geldt tegelijkertijd dat de meeste werknemers een teruggang in hun reële loon zullen moeten slikken. Flikkema: “Voor veel organisaties is een looncorrectie op basis van inflatiecijfers geen optie. 31% van de deelnemers verhoogt de lonen met maximaal 5% en 52% van de deelnemers doet dit met 5 tot 10%. Deze getallen zijn vrijwel altijd lager dan het inflatiecijfer van 10%.”