E&Y doorbreekt mindbugs en heeft veel meer topvrouwen
In 2008 geleden bestond het partner team van Ernst & Young maar voor 3% uit vrouwen. Vier jaar later is het percentage gestegen tot ruim 11%. Waaraan heeft het Big4 kantoor de verbeterde diversiteit te danken? Net zoals veel branchegenoten heeft het flinke stappen gezet in het meer vrouw-vriendelijk maken van carrierepaden, performance management systemen en arbeidsvoorwaarden. Maar volgens Pieter Jongstra, CEO van Ernst & Young, ligt het geheim van het succes niet zozeer in de harde aspecten maar juist in het doorbreken van culturele ‘mindbugs’.
Mindbugs
Een mindbug is een onbewust ‘vooroordeel’ dat een sterke invloed heeft op het gedrag van mensen. De term ‘mindbug’ is afkomstig van de vergelijking met bugs in software: “Onze hersenen draaien op software, maar die software is niet perfect. Er zitten bugs in, mindbugs” legt Esther Mollema van HR adviesbureau Direction uit. Deze mindbugs spelen een rol in alle vormen van besluitvorming, waaronder recruitment. Mollema vervolgt: “Mindbugs zorgen er vooral voor dat je mensen die op je lijken de voorkeur geeft boven iemand met bijvoorbeeld een ander accent, huidskleur of geslacht. Mindbugs verhinderen ons bijvoorbeeld de beste kandidaat te selecteren”.
Zie ook: Voorkeur werknemers voor mannelijk leiderschap.
Mindbugtraining bij Ernst & Young
In 2010 is het partner team van E&Y begonnen met het verminderen van mindbugs. “Samen met Esther Mollema zijn we ruim twee jaar geleden gestart met de mindbugstrainingen. Die waren erg verrassend en voor velen een eyeopener” aldus Pieter Jongstra. De topman is lovend over de resultaten: “Zes jaar geleden hadden we maar 3% vrouwen, dus was het doel om meer vrouwen in het partnership van Ernst & Young te krijgen. Om dit te bereiken moet je eerst een ander soort bewustzijn creëren. Dit is goed gegaan, waardoor we nu op 11% zitten”. De topman geeft aan dat het adviesbureau nog steeds gebruik maakt van mindbugstrainingen: “We passen deze trainingen rond mindbugs nog steeds toe, ook in benoemingscommissies van partnerships”.