De ecologische voetafdruk van de verschillende zorgsectoren
Gupta Strategists heeft in opdracht van Coöperatie VGZ de duurzaamheidsimpact van de verschillende segmenten binnen de Nederlandse zorg in kaart gebracht.
De impactanalyse zorgt volgens de initiatiefnemers voor een primeur in de zorgsector. Tot op heden was weinig bekend over de milieu-impact van de verschillende zorgsoorten.
De onderzoekers hebben de duurzaamheidsimpact onder de loep genomen aan de hand van vier duurzaamheidspijlers: CO2-uitstoot, circulariteit, geneesmiddelresten in oppervlaktewater en een gezondmakende werk- en leefomgeving.
CO2-uitstoot
Het verlagen van de CO2-voetafdruk is overal nodig, maar bij ziekenhuizen, de langdurige zorg en apotheken valt de grootste slag te maken. De CO2-voetafdruk van de zorgsector is opgebouwd uit de CO2-emissie die samenhangt met het energiegebruik van en in de gebouwen (gas en elektriciteit), de inkoop van materialen en diensten en reisbewegingen van patiënten, bezoekers en medewerkers.
Energieverbruik van gebouwen (gas en elektriciteit) is goed voor 37% van de CO2-voetafdruk van de zorgsector (4,3 Mton per jaar). De grootste impact zit in de ziekenhuiszorg, ouderenzorg en gehandicaptenzorg. Deze drie zorgsoorten zijn samen goed voor bijna 75% van de uitstoot door zorgvastgoed in Nederland.
De CO2-uitstoot van alle ingekochte materialen en diensten is ook een aanzienlijke bron van de totale uitstoot, met name in de ziekenhuiszorg en de extramurale farmacie. Geneesmiddelen zijn hier een belangrijk onderdeel van, zowel voor de ziekenhuizen als apotheken. Ziekenhuizen kopen daarnaast veel medische materialen en disposables in.
De derde poot van de CO2-voetafdruk in de zorg is de CO2-uitstoot door reisbewegingen. Hieronder vallen de reisbewegingen van patiënten, bezoekers en medewerkers. De ziekenhuiszorg en ouderenzorg hebben een grote impact op deze emissies, maar ook de gehandicaptenzorg, de ggz en de wijkverpleging zijn verantwoordelijk voor veel reisbewegingen.
Circulariteit
De pijler circulariteit beschrijft het geheel van instroom, gebruik en uitstroom van materialen. Circulariteit wordt gemeten op basis van de totale afvalproductie in een sector. De ouderenzorg genereert de grootste afvalstromen, gevolgd door de ziekenhuiszorg, extramurale farmacie en hulpmiddelen.
Bijna de helft van het afval van de ouderenzorg (thuis en in verpleeghuizen) bestaat uit incontinentiemateriaal. In totaal produceert de zorg per jaar een berg van 85 miljoen kilo luiers. Daarnaast is een kwart van het afval in de ouderenzorg organisch, voornamelijk voedselresten. In het kader van circulariteit is het in de langdurige zorg het meest relevant om te focussen op deze afvalstromen.
Buiten incontinentiemateriaal en organisch afval zijn plastic en papier/karton de grootste afvalstromen. Deze worden vooral gegenereerd in de ziekenhuiszorg, extramurale farmacie en hulpmiddelen. In de ziekenhuiszorg worden veel kunststoffen gebruikt in de vorm van disposables en verpakkingsmateriaal. De farmacie gebruikt veel papier en karton in de vorm van verpakkingen en bijsluiters.
Medicijnresten
De producten van de farmaceutische industrie komen in grote hoeveelheden in ons oppervlaktewater terecht. Het RIVM becijferde dat het in Nederland jaarlijks om 190 ton medicijnresten gaat. Voor de impact op het milieu is echter niet de absolute hoeveelheid, maar de schadelijkheid de belangrijkste maatstaf.
Voor de schadelijkheid rekenen de onderzoekers met een risicoquotiënt. Hiervoor wordt de hoeveelheid van een medicijn in het oppervlaktewater afgezet tegen de hoeveelheid waarbij schade aan het ecosysteem optreedt. Een risicoquotiënt van 1 of hoger geeft aan dat de hoeveelheid medicijn een kritieke waarde heeft bereikt en het ecosysteem beschadigt.
De grootste impact van de middelen van de farmaceutische industrie in het oppervlaktewater komt van röntgencontrastmiddelen, cytostatica en een aantal ‘risicomedicijnen’ waaronder ibuprofen en 17-beta-estradiol (één van de werkzame stoffen in de anticonceptiepil). De gemeten concentraties van meerdere contrastmiddelen en geneesmiddelen in oppervlaktewater overschrijden nu al de “veilige” concentraties.
Een deel van de schadelijke medicijnen wordt verstrekt via ziekenhuizen. Dit zijn voornamelijk de röntgencontrastmiddelen en cytostatica. De risicomedicijnen met de hoogste risicoquotiënten (ibuprofen, anticonceptiepil) worden voornamelijk via de openbare apotheek of drogist verstrekt en in de thuissituatie gebruikt. Dit geldt ook voor het cytostaticum met de hoogste risicoquotiënt (5-fluorouracil intradermaal), dat vrijwel exclusief thuis wordt gebruikt.
Naast de ziekenhuiszorg en apotheken hebben huisartsen en andere voorschrijvende artsen indirect grote invloed op deze pijler.
Gezonde leef- en werkomgeving
Het creëren van een gezondheidsbevorderende leef- en werkomgeving is een belangrijke doelstelling in de zorg. De gezonde leefomgeving is gericht op kort en lang verblijf van cliënten en patiënten in de zorg. Hier hebben de ouderenzorg en gehandicaptenzorg de grootste impact.
Een gezonde werkomgeving is gericht op zorgmedewerkers. De grootste impact zit hier in de sectoren met de meeste medewerkers, te weten de ziekenhuiszorg, gevolgd door de ouderenzorg, gehandicaptenzorg en wijkverpleging.
De ouderenzorg en gehandicaptenzorg zijn samen goed voor zo’n 200.000 bedden. Dat is meer dan 70% van de verblijfscapaciteit in de Nederlandse zorg. Ook zijn deze twee segmenten met meer dan 300.000 fte een belangrijke werkgever. De ouderenzorg en gehandicaptenzorg kunnen door aanpassingen in het gebouw en de omgeving dus de belangrijkste impact maken op de gezondheid van cliënten en zorgmedewerkers.
Ook de ziekenhuiszorg heeft, met meer dan 200.000 fte, een belangrijke impact op de werkomgeving en daarmee op de gezondheid van zorgmedewerkers.
Volgende stappen
Voor Coöperatie VGZ vormt het onderzoek van Gupta Strategists de basis voor zijn strategische besluitvorming op het gebied van duurzaamheid. “We willen het voortouw nemen in de verduurzaming van de zorg”, aldus Jojanneke Goedings, Chief People en Sustainability Officer.
Esther Willems, beleidsontwikkelaar duurzaamheid bij Coöperatie VGZ: “De studie maakt voor ons inzichtelijk waar we het beste kunnen beginnen en vervolgens stapsgewijs verder kunnen uitbouwen.”
Niels Hagenaars, director bij Gupta Strategists, juicht het initiatief van Coöperatie VGZ toe. Voor het laten slagen van de duurzaamheidsagenda zal echter actie en draagvlak nodig zijn binnen de bredere sector. “Laten we voor de gehele zorgsector een geprioriteerde lijst opstellen van concrete maatregelen met impact en kostenplaatje. Een Zorgenda-puntenplan dat duidelijk maakt wat er in welke sector te doen staat.”