Feyenoord zet definitieve streep door plannen voor ‘nieuwe’ Kuip

Feyenoord heeft nu dan echt de bouw afgeblazen van het veelbesproken nieuwe stadion. Hiermee komt een einde aan een zes jaar lopende soap en blijft de zo geliefde Kuip – in ieder geval de komende jaren – de thuishaven van de Rotterdamse voetbalclub. De pijnlijke beslissing volgt op een evaluatie van de bouwplannen door vastgoedadviesbureau Drees & Sommer.

Het bureau werd door Feyenoord ingeschakeld nadat bouwconsortium BAM-Besix in november liet weten dat de kosten voor het geplande nieuwe stadion veel hoger zouden uitvallen dan de eerder begrootte €365 miljoen. Hier zou maar liefst €180 miljoen bovenop komen – een verhoging van bijna 50%.

Belangrijkste reden voor de plotselinge tegenvaller waren de sterk stijgende materiaalkosten, waar momenteel de hele bouwwereld mee kampt.

Omdat Feyenoord niet meteen de handdoek in de ring wilde gooien, vroeg het Drees & Sommer om de mogelijkheden te onderzoeken. In deze zogeheten ‘Alternatievenvergelijking’ werden drie opties bekeken: de geplande nieuwbouw van het stadion en twee verbouwingsvarianten van de bestaande Kuip.

De conclusie liegt er niet om: de onderzoekers stellen dat géén van de drie opties momenteel verstandig zou zijn, “gelet op de dynamiek op de grondstoffen-, energie- en kapitaalmarkt”. Ze geven aan dat nieuwbouw weliswaar de voorkeur verdient boven de twee verbouwingsalternatieven, maar dat ook deze nieuwbouw in ieder geval de komende tijd niet haalbaar is.

“Gezien de lange geschiedenis, de hoeveelheid geld, tijd en energie die er door talloze mensen van vele organisaties al in meerdere stadionplannen is gestoken is het extreem jammer te moeten constateren dat het allemaal toch niet uit kan”, liet Feyenoord-directeur Dennis te Kloese weten in het persbericht waarin de voetbalclub het afblazen van de plannen wereldkundig maakte.

Het enige alternatief dat er nu nog ligt is om te blijven spelen in de 87 jaar oude Kuip. Die zal dan wel een opknapbeurt krijgen, vertelt Te Kloese: “In de verwachting, of in elk geval hoop, dat Feyenoord ergens de komende jaren naar een nieuw stadion zou gaan, is het begrijpelijk dat een aantal zaken niet is aangepakt. Echter, nu er helderheid is, moeten er in De Kuip op korte termijn zaken worden opgepakt.”

Te Kloese verwacht dat de club de komende tien tot vijftien jaar nog in de vertrouwde Kuip blijft: “In onzekere tijden kunnen we geen besluit nemen dat de club in moeilijk vaarwater gaat brengen.”

Feyenoord City

Terwijl hiermee een definitief einde lijkt te komen aan zes jaar van grootse plannen en vele discussies, blijven er nog veel vragen open. Zo was het de bedoeling dat het nieuwe Feyenoord-stadion een “katalysator” zou worden binnen het omvangrijke wijkvernieuwingsplan voor Rotterdam-Zuid waar het deel van uitmaakte, toepasselijk genaamd Feyenoord City.

Rond het 63.000 stoeltjes tellende stadion zouden onder meer 3.700 woningen, evenals winkels en kantoorpanden worden gerealiseerd. De gebiedsontwikkeling moet een flinke impuls geven aan de wijk, die geldt als een van de armste delen van Nederland en kampt met hoge werkloosheid en criminaliteit.

Het afblazen van de bouw van het nieuwe stadion zorgt dan ook voor kopzorgen bij gemeente Rotterdam en de Stichting Gebiedsontwikkeling aan de Maas, waarin de projectontwikkelaars die verantwoordelijk zijn voor Feyenoord City zich hebben verenigd.

Zeg nooit ‘nooit’

Eén van de vragen waar de gemeente zich over zal moeten buigen, is of er binnen de plannen toch nog rekening zal worden gehouden met de mogelijkheid dat het nieuwe stadion over enkele jaren alsnog wordt gebouwd. Want ondanks de beslissing die nu is genomen, zijn er nog altijd mensen die de kans groot achten dat het stadion er uiteindelijk toch komt, als de bouwmarkt over één of twee jaar wat is afgekoeld.

“Dit is een voorlopige beslissing”, vertrouwt een anonieme bron rond Stadion Feijenoord, de huidige eigenaar van De Kuip, toe aan het FD. “Voor De Kuip is er geen toekomst. Het stadion bestaat 85 jaar. Er komt niet alleen aan de technische, maar ook aan de economische levensduur een einde.”