Omgevingsdienst Regio Nijmegen heeft basis op orde maar rapportage schiet tekort
De Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) heeft zich positief ontwikkeld in de bedrijfsvoering, maar er is ook ruimte voor verbetering. Zo richt de dienst zich vooral op het verwerken van vergunningsaanvragen en andere opdrachten, waardoor de aandacht voor een bredere, inhoudelijke blik er nog weleens bij inschiet. Ook kan de ODRN niet aantonen dat twee belangrijke doelstellingen worden behaald.
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit een onafhankelijke doorlichting van de dienst door Berenschot. De ODRN geeft omgevingsvergunningen af, houdt toezicht en verleent advies. Deze taken voert de dienst uit in opdracht van zes gemeenten en de provincie Gelderland en het aanliggende Overijssel.
Het rapport over de ODRN en de samenwerking met Nijmegen werd geschreven in opdracht van de gemeente, nadat daar een beeld ontstond “dat de gemeente en de ODRN beter ‘in control’ moeten zijn bij het realiseren van een veilige en gezonde leefomgeving voor de inwoners”.
Berenschot werd gevraagd te onderzoeken “hoe het beleid ten aanzien van vergunningen, toezicht en handhaving (VTH-beleid), het proces van opdrachtverlening en verantwoording, de beschikbare middelen, de uitvoering en de governance zich tot elkaar verhouden en functioneren”.
Volgens de onderzoekers heeft de ODRN zich in de governance en de bedrijfsvoering “positief ontwikkeld”. Zo is het exploitatietekort weggewerkt, zijn de processen in de basis op orde en werkt de omgevingsdienst aan een project om het “starre en complexe systeem” te verbeteren, zodat flexibeler kan worden ingespeeld op vragen vanuit de stad of het bestuur.
Rapportage schiet tekort
Tegelijkertijd komt in het rapport echter naar voren dat de focus op het draaien van productie – zoals het verlenen van vergunningen – ten koste gaat van de aandacht voor bredere inhoudelijke kwesties die spelen binnen de samenleving, zoals de luchtkwaliteit.
Hierin speelt ook gemeente Nijmegen een rol: waar de ODRN graag meer de inhoud in zou gaan stuurt de gemeente als opdrachtgever vooral op geld en eenvoudig meetbare doelen.
Ook wat betreft die doelen is er echter ruimte voor verbetering. Zo is onduidelijk in hoeverre de ODRN presteert op twee belangrijke doelen. Omdat de ODRN hier geen goed inzicht in geeft, kunnen de onderzoekers van Berenschot niet anders concluderen dan dat de dienst de realisatie van haar verantwoordelijkheden op dit vlak niet kan onderbouwen.
Zo moet de dienst van minimaal 80% van de vergunningen – die het heeft afgegeven aan bedrijven, organisaties of instanties – weten of deze nog wel actueel zijn. Maar uit het onderzoek blijkt dat de ODRN dat streefpercentage bij lange na niet haalt, deels door een gebrek aan rapportage.
Daarnaast is de dienst belast met de taak om minimaal één keer per jaar ieder risicovol bedrijf uit de regio te controleren. Maar ook voor deze eis kan de ODRN in haar rapportage niet aantonen dat ze eraan voldoet.
Verder blijkt dat veel van de rapporten die de ODRN opstuurt naar de gemeente Nijmegen niet toereikend zijn, onder meer omdat ze geen helder beeld verschaffen van de problemen die spelen bij vergunninghouders.
Op dit vlak schiet de gemeente Nijmegen zelf volgens Berenschot echter ook tekort. De verantwoordelijke ambtenaar communiceert namelijk onvoldoende met de ODRN, waardoor het voor de werknemers van de dienst een flinke uitdaging is om de juiste rapporten in te dienen.
‘Een goede basis voor verbeteringen’
Om deze en andere problemen binnen de ODRN op te lossen moet onder andere de werkwijze van de dienst veranderen, stellen de onderzoekers van Berenschot. En daar zijn meer medewerkers en geld voor nodig. Hoeveel extra euro’s en professionals precies? Daar is volgens het adviesbureau vervolgonderzoek voor nodig.
Het Nijmeegse college ziet het Berenschot-rapport als “een goede basis voor verbeteringen”, zo schrijft het in een brief aan de gemeenteraad. “Ook het bestuur van de ODRN herkent zich in de conclusies en aanbevelingen.”
De uitdagingen waar de ODRN mee kampt lijken niet op zichzelf te staan. Vorig jaar concludeerde de commissie-Van Aartsen dat bijna geen enkele omgevingsdienst in Nederland voldoende is toegerust op haar taken.