Roland Berger: ‘Groene staalproductie Tata Steel is technisch én economisch haalbaar’
De hoge ambitie van Tata Steel Nederland om binnen tien jaar over te schakelen op staalproductie op basis van waterstof is zowel technisch als economisch haalbaar, zo concludeert Roland Berger. Wel zitten er nog de nodige haken en ogen aan de realisatie, waardoor critici vraagtekens zetten bij de conclusies. Ondertussen wil de overheid niet langer wachten en scherpt vast Tata Steels vergunningen aan.
De geschiedenis van de in IJmuiden gevestigde staalmaker is minstens zo hobbelig als de duinen die de fabriek omringen. Terwijl het bedrijf door de decennia heen veranderde van De Koninklijke Hoogovens in Tata Steel Nederland, veranderde ook de reputatie: van gerespecteerde economische (banen)motor tot Nederlands grootste vervuiler, die bovendien gezondheidsschade toebrengt aan omwonenden.
Dat Tata Steel niet op de huidige weg verder kan, daar is iedereen het dan ook wel over eens. De vraag is eerder of de staalfabriek überhaupt nog verder kan. Het is een vraag die IJmuiden en omstreken diep verdeelt: terwijl velen zo snel mogelijk van Tata Steel af willen, zijn 11.000 mensen (en hun gezinnen) voor hun inkomen nog altijd direct afhankelijk van de werkgever – de vele toeleveranciers nog niet eens meegerekend.
De enige manier waarop iedereen zijn zin zou kunnen krijgen is als Tata Steel kan blijven opereren zonder vervuilende en ziekmakende stoffen uit te stoten. Daartoe deden de FNV en werknemers van Tata Steel een ambitieus plan uit de doeken, genaamd ‘Groen Staal’. Samen met Tata Steel schakelden ze Roland Berger in om de haalbaarheid van deze plannen te toetsen.
Stapsgewijs naar nul uitstoot
De onderzoekers van het adviesbureau hebben nu – onder voorbehoud van verschillende (rand)voorwaarden – hun zegen uitgesproken over de plannen. Volgens deze plannen wordt de uitstoot de komende 15 jaar stapsgewijs teruggebracht tot nul, gebruikmakend van de Direct Reduced Iron (DRI)-technologie, een relatief nieuwe staalproductietechnologie waarbij ijzererts direct wordt gereduceerd met behulp van aardgas of waterstof.
In de eerste stap zal worden overgeschakeld op aardgas, waarna de stap naar waterstof kan worden gezet. Volgens de onderzoekers is het mogelijk al vóór 2030 over te stappen op de DRI-technologie, waardoor het huidige proces van ijzer smelten met hoogovens, in combinatie met kooks- en gasfabrieken, kan worden gestaakt.
En dat scheelt nogal wat uitstoot. Als Tata Steel draait op volle capaciteit komt jaarlijks volgens het rapport momenteel zo’n 12,6 Megaton CO2 vrij. Het eerste DRI-project – dat tussen 2028 en 2030 gerealiseerd zou kunnen zijn – moet een reductie opleveren van 3,1-3,8 Megaton per jaar.
Het tweede DRI-project (naar verwachting 2032-2037) moet daarbovenop een jaarlijkse reductie van 4,4-6,4 Mton opleveren. Naast deze twee projecten zou de resterende uitstoot worden teruggebracht naar nul door (meer) waterstof te gebruiken en andere additionele maatregelen te nemen.
Onrendabele top
Deze grootse plannen zijn volgens Roland Berger realistisch mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Ten eerste speelt – uiteraard – geld een cruciale rol. Niet alleen zijn er miljardeninvesteringen nodig voor de transitie, maar de markt moet ook bereid zijn een hogere prijs neer te tellen voor het groene staal, waarvan de productie duurder zal uitvallen dan van het ouderwetse hoogovenstaal, zeker wanneer de overgang wordt ingezet van aardgas naar (duurder) waterstof.
Door de reductie van de C02-uitstoot en de stijgende Europese en Nederlandse CO2-heffingen zullen de productiekosten van het DRI-staal en het hoogovenstaal op termijn echter dichter bij elkaar komen, zo voorspellen de onderzoekers. Tot die tijd is sprake van een “onrendabele top”, die vraagt om extra maatregelen ten behoeve van een “level playing field”, aldus Roland Berger.
In deze maatregelen ziet het bureau een cruciale rol weggelegd voor de overheid, die met het inrichten van maatwerk ondersteuningsmechanismen moet bijdragen aan dit gelijke speelveld.
Om de eerste DRI-installatie vóór 2030 te kunnen realiseren moet de overheid bovendien voortvarend te werk gaan in het verlenen van de benodigde vergunningen, de relevante wet- en regelgeving aanpassen en de benodigde waterstofmarkt en -infrastructuur stimuleren.
Duurzame route zo snel mogelijk optuigen
Vanuit Tata Steel Nederland wordt enthousiast gereageerd op de bevindingen. Directievoorzitter Hans van den Berg geeft aan dat het bedrijf hard werkt “om waterstof nog eerder in te zetten dan in het rapport wordt aangegeven”. Als de ambitieuze tijdlijnen worden gehaald wil de staalmaker zelfs het liefst meteen waterstof inzetten. “We doen nu al veel voorbereidend werk”, aldus Van den Berg.
Cihan Lacin, bestuurder bij FNV Tata Steel, benadrukt dat de bal nu grotendeels bij de overheid ligt. “Het is nu zaak om alles in werking te stellen om die groene en duurzame route zo snel mogelijk op te tuigen. Dat kan niet zonder hulp vanuit de overheid. We roepen als FNV dan ook alle belanghebbende partijen op om samen op te trekken en zo snel mogelijk duidelijkheid te bieden over tijdslijnen, technologische keuzes en de effecten op korte, en lange termijn.”
Ook Milieudefensie verwelkomt de conclusies in het rapport. “Omdat de studie aantoont dat het kán. Dit is ook de norm voor wat we de komende jaren van de hele vervuilende industrie zullen vragen”, aldus een woordvoerder in De Telegraaf, die wel meteen toevoegt dat de overheid ook financieel zal moeten bijspringen.
“Tata maakt veel winst, zij kunnen fors bijdragen. Maar als er dan belastinggeld bij moet, dan dient op korte termijn voor de omwonenden gezondheidswinst behaald te worden. Zij kampen nú met ernstige problemen.”
Groene ambitie of vertragingstactiek?
Het enthousiasme wordt echter niet door iedereen gedeeld. Zo zijn er critici die hun pijlen richten op de DRI-technologie. Deze productiemethode vereist dan wel geen steenkool, maar vreet wel heel veel elektriciteit. Om dergelijke hoeveelheden te leveren zou veel meer wind- en zonne-energie moeten worden opgewekt, onder meer door de windmolenparken op zee flink uit te breiden.
Nog veel kritischer is Jan de Jong, eigenaar van het naast Tata Steel gelegen landgoed Schapenduinen en voorzitter van de gelijknamige stichting, waarmee hij zich al jaren hardmaakt voor de compensatie van omwonenden. De Jong bestempelt het plan in De Telegraaf als onrealistisch, juist vanwege de hoge kosten. Zo zouden concurrenten Thyssenkrupp en SSAB zijn afgehaakt “omdat de rekensom voor groen staal niet haalbaar is in Nederland”.
Volgens hem nemen omwonenden het plan dan ook niet serieus. Hij noemt het plan zelfs “een ordinaire vertragingstactiek”, die Tata Steel in staat moet stellen nog jaren door te gaan “met het vergiftigen van de lucht en water”.
Vergunningen aangescherpt
Als het aan de overheid ligt komt daar echter zo gauw mogelijk een einde aan. Waar Tata Steel vraagt om snelle medewerking aan de plannen, kondigden het Rijk en de provincie Noord-Holland gisteren juist hun eigen maatregelen aan. Ze maakten bekend dat de vergunningen van Tata Steel voor de uitstoot van schadelijke stoffen worden aangescherpt en dat extra zal worden gecontroleerd.
Zo moet de lokale luchtkwaliteit sneller worden verbeterd. Nadat het RIVM in september concludeerde dat met name kinderen risico lopen op gezondheidsschade besloot het demissionaire kabinet dat niet kan worden gewacht op de verduurzamingsplannen van Tata Steel.
Onder de druk van het ministerie en de provincie heeft Tata Steel nu besloten een aantal uitstoot-verlagende maatregelen versneld door te voeren. Dat betekent dat de uitstoot van lood niet in 2025 maar in 2023 met 70% moet zijn teruggebracht en de uitstoot van kankerverwekkende PAK’s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) begin volgend jaar niet met 30% maar 50% wordt verlaagd.