Woningtekort is ook een probleem voor de ouderenzorg
Het nijpende woningtekort is ook een probleem voor de zorg. Piet Eichholtz en Max van Son, respectievelijk medeoprichter en adviseur bij Finance Ideas, geven uitleg.
De twee trends van dubbele vergrijzing en langer zelfstandig wonende ouderen liggen ten grondslag aan het tekort aan geschikte ouderenwoningen. We worden steeds ouder en tegelijkertijd zijn de eerste babyboomers dit jaar 75 geworden. Tot en met 2040 stijgt het aantal 75-plussers naar verwachting met 1,1 miljoen (+75%). Deze ouderen blijven langer zelfstandig wonen doordat ze steeds langer mobiel en zelfredzaam blijven.
Daar komt bovenop dat het overheidsbeleid van de afgelopen tien jaar erop is gericht om zorg steeds meer extramuraal plaats te laten vinden. Alleen ouderen die écht niet anders meer kunnen, wonen in een verzorgings- of verpleeghuis.
De keerzijde van extramuraal zorg
Dit zijn in de kern positieve trends, want oud worden en fit genoeg zijn om zelfstandig te blijven wonen: wie wil dat nu niet? Maar deze trends brengen een aantal problemen met zich mee. Het CBS becijferde dat het aantal valongevallen met dodelijke afloop de afgelopen tien jaar met driekwart is gestegen. Elke dag overlijden er dertien personen, grotendeels ouderen, aan de gevolgen van een val. Het langer zelfstandig wonen levert onder de verkeerde omstandigheden dus levensgevaarlijke situaties op.
Daarnaast werkt zelfstandig wonen eenzaamheid in de hand. De helft van de 75-plussers voelt zich eenzaam. Door de toegenomen vitaliteit daalt het percentage eenzame ouderen, maar in absolute aantallen is een sterke stijging te verwachten gezien de sterke toename in het aantal 75-plussers.
Tot slot vormen de stijgende zorgkosten een groot maatschappelijk probleem. Het voorkomen van zorgkosten of het efficiënter verlenen van zorg is zeer welkom. Te meer omdat de afhankelijkheidsratio, het aantal ouderen ten opzichte van de bevolking in de werkende leeftijd, sterk stijgt. We moeten steeds meer zorg organiseren met een kleiner aantal werkenden per oudere.
Het Programma Langer Thuis van het ministerie van VWS zet in op geclusterde woonvormen waar ouderen bij elkaar (in de buurt) wonen en elkaar kunnen ontmoeten. Dit zijn drie vliegen in één klap, omdat alle hierboven benoemde problemen ondervangen worden. Toch zijn dit soort woningen er nog veel te weinig. Daarnaast blijft het aanpassen van bestaande woningen nodig voor ouderen die niet kunnen of willen verhuizen.
De zorgdimensie van het woningtekort
Er moeten dus meer ouderenwoningen komen. Volgens een schatting moeten er in de komende vijf jaar 85.000 ouderenwoningen bij en in de vijf jaren daarna nog eens 125.000. Maar hoe zorg je in de huidige overspannen woningmarkt voor goed toegankelijke ouderenwoningen, die ook nog eens op rollatorafstand van basisvoorzieningen liggen én waar zorg wordt geleverd?
Een extra uitdaging is het betaalbaar houden van het aanbod, zeker gezien de toch al beperkte verhuisbereidheid onder ouderen. Hiervoor is gecoördineerde actie van woningmarktpartijen en zorg- en welzijnsorganisaties vereist. Deze twee sectoren opereren echter vooral los van elkaar en hebben elk een ingewikkeld stelsel van wetten, geldstromen en overheidsorganen.
Gezamenlijke visie op wonen en zorg is startpunt
De plek waar alle systemen op lokaal niveau samenkomen is de gemeente. Zij heeft taken en verantwoordelijkheden op de woningmarkt en in de zorg. Zo heeft vrijwel elke gemeente een woonvisie met daarin de lokale strategie en ambitie voor de woningmarkt. Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Bovendien heeft de gemeente het instrumentarium tot haar beschikking om te sturen. Denk hierbij aan het aanwijzen van locaties in het bestemmingsplan, het maken van prestatieafspraken met woningcorporaties of het uitgeven van een social impact bond.
Om de instrumenten doelgericht in te zetten, is een heldere visie op wonen en zorg nodig. Gemeenten stellen de woonzorgvisie het beste op in samenwerking met stakeholders, aangezien woningcorporaties, zorginstellingen en welzijnsorganisaties de partijen zijn die uiteindelijk de huizen bouwen of zorg verlenen. Elke partij brengt wat mee, maar heeft ook wat van de anderen nodig.
Bijvoorbeeld: een woningcorporatie bouwt een geclusterde woonvorm op een door de gemeente aangewezen stuk grond en de zorginstelling verleent de zorg en huurt een ruimte in het gebouw.
Grote verschillen in aanpak bij gemeenten
Afgelopen jaar onderzochten wij vanuit Finance Ideas de visies van gemeenten op wonen en zorg, een onderzoek dat we dit jaar herhalen in samenwerking met de Taskforce Wonen en Zorg. We bekijken op welke manier gemeenten het thema zien, maar vooral ook: hoe concreet worden zij in oplossingen?
Door circa 500 beleidsdocumenten van 352 gemeenten te beoordelen, kwamen wij tot de conclusie dat elke gemeente de problematiek rond wonen en zorg voor ouderen signaleert, maar dat minder dan de helft van de gemeenten een concrete doelstelling formuleert. Dit terwijl die doelstellingen juist essentieel zijn voor het vervolg op de woonzorgvisie, namelijk de uitvoering.
Initiatief nemen
Door de gescheiden stelsels van woningmarkt en zorgsector komen de partijen elkaar van nature niet snel tegen. Creatieve oplossingen zijn daarom nodig om ze bij elkaar te brengen. Goede voorbeelden hiervan zijn er al genoeg. Denk bijvoorbeeld aan de samenwerkingsagenda in Rotterdam of de intentieverklaring in de Kop van Noord-Holland. Beiden betreffen breed gedragen initiatieven van onder andere lokale en regionale overheden, corporaties, zorginstellingen en welzijnsorganisaties.