HeadFirst Group verhuist naar nieuw hoofdkantoor in Hoofddorp
HeadFirst Group verhuist begin 2022 naar een nieuw hoofdkantoor. De zakelijke dienstverlener blijft Hoofddorp trouw en betrekt een pand op Park 20|20.
Vandaag de dag opereert HeadFirst Group vanuit zes kantoren in Nederland en België. “Na mooie herinneringen en een geweldige groei te hebben doorgemaakt op ons huidige hoofdkantoor, gaan we verhuizen naar een nieuw pand”, zegt Han Kolff, CEO HeadFirst Group.
Het nieuwe pand wordt het voormalig ANWB-pand aan de Taurusavenue 18, wat volgens HeadFirst Group een “prachtig vertrekpunt” vormt, “om als team de ambities van de organisatie verder te verwezenlijken.”
En deze ambities zijn verreikend. Het Nederlandse bedrijf heeft als doelstelling – onder de vleugels van investeerder Kartesia – om een van Europa’s leidende spelers in de flexmarkt te worden. Momenteel behoort HeadFirst Group tot de nummer twee op de Nederlandse en Benelux markt (achter gigant Randstad).
Van het nieuwe kantoor wordt veel verwacht. Kolff: “We vinden het belangrijk iedereen een inspirerende werkplek te bieden, waar verbinding centraal staat.”
Omdat HeadFirst Group niet meer terug gaat naar een 5-daagse werkweek op kantoor is volop rekening gehouden met het ondersteunen van hybride werken. Zo worden meeting rooms voorzien van de laatste technieken voor het houden van videovergaderingen. Het nieuwe kantoor biedt werknemers verder allerlei ruimten, waar ze inspiratie kunnen opdoen en samenwerken.
Midden in het nieuwe kantoor staat een heuse blikvanger: het grote, ronde theater. Deze is voorzien van (volgens eigen zeggen) een van de grootste projectieschermen ter wereld. “Naast gebruik door medewerkers van HeadFirst Group, zal het met name worden ingezet voor het ontvangen van externe relaties, zoals zp’ers, partners en opdrachtgevers. Met mogelijkheid tot werken, meeten en organiseren van evenementen.”
Ook op het gebied van duurzaamheid is HeadFirst Group met het nieuwe kantoor vooruitstrevend. “Het pand is volledig energieneutraal en sluit daarmee aan bij hoe we willen bijdragen aan een betere wereld van morgen”, besluit Kolff.
