McKinsey: 20% van zakenreizigers blijft voorgoed weg
Het aantal zakelijke vliegreizen zal als de Covid-19-pandemie achter ons ligt blijvend 20% lager uitvallen. Dat zeggen onderzoekers van McKinsey & Company in een nieuw rapport.
Hierin wordt onder andere beschreven welke klappen de luchtvaartsector door de coronacrisis heeft gehad. Zo daalde de wereldwijde omzet van de branche met maar liefst 40% naar het niveau van het jaar 2000. Volgens McKinsey duurt het herstel hiervan minimaal tot en met 2024.
Maar zoals het voor de pandemie was, zal het niet meer worden, geven de onderzoekers aan. Het aantal vakantiereizen zal zich de komende drie jaar gaan herstellen, maar dat geldt niet voor het aantal zakenreizen. “[Dit] is in 2024 teruggekeerd naar circa 80% van het niveau van vlak voor de coronacrisis”, aldus McKinsey.
Structureel verlies
Dit heeft uiteraard te maken met het feit dat bedrijven momenteel flink snijden in hun kosten. De wereld stevent immers af op een grote recessie. Verder hebben organisaties de afgelopen veertien maanden positieve ervaringen gehad met op afstand werken en online vergaderen, wat de noodzaak van zakenreizen heeft gereduceerd.
Een enigszins vergelijkbare ontwikkeling vond plaats na de wereldwijde financiële crisis van 2008. Bedrijven hielden door het economisch zware weer destijds hun hand op de knip en verlaagden het aantal zakenreizen. De afgelopen dertien jaar heeft dat aantal zich niet volledig hersteld: het is al die tijd onder het niveau van 2008 gebleven.
Het oude businessmodel hapert
Dat de vliegmarkt zich niet volledig zal herstellen heeft logischerwijs grote gevolgen voor maatschappijen, die verreweg het meeste geld verdienen aan zakenreizigers. Deze passagiers bezetten namelijk het vaakst de dure businessclass-stoelen, waar maatschappijen het meeste winst op maken.
Vooral voor grote luchtvaartbedrijven – zoals Air France-KLM, British Airways en Lufthansa – vormt structureel 20% minder zakenreizigers een enorm probleem. Hun businessmodel is het sterkst afhankelijk van deze reizigers en de dikke portemonnee van de bedrijven waarvoor ze werken. Voor budgetmaatschappijen heeft de voorspelde daling van het aantal zakenreizigers minder impact. Zij verdienen hun geld vooral met de kortere toeristenvluchten.
Volgens McKinsey zit er voor veel grote vliegtuigmaatschappijen niets anders op dan de ticketprijzen te verhogen. Zo moet het verschil tussen een directe vlucht zonder overstap en een goedkopere indirecte vlucht worden verkleind, zodat reizigers eerder geneigd zullen zijn een duurder ticket aan te schaffen.
“En minder zakelijke vluchten vragen mogelijk ook om een nieuwe dienstregeling”, aldus de adviseurs. Ze suggereren dat het verlagen van het aantal vluchten per traject en het inzetten van grotere vliegtuigen flink kan schelen in de kosten, waarop maatschappijen door de coronacrisis uiteraard extra moeten letten. Daarnaast moeten vliegtuigen worden voorzien van meer faciliteiten, waarvoor consumenten bereid zijn extra te betalen.
Het gemis van de zakelijke ‘toerist’
Blijvend minder zakenreizigers heeft niet alleen grote impact op vliegtuigmaatschappijen, maar ook op ondernemers uit steden die door hen worden bezocht. Denk hierbij onder andere aan hoteliers, restauranteigenaren en taxichauffeurs, die voor de Covid-19-pandemie flink profiteerden van de zakenreiziger en zijn royale budget.