800 speeltuinen in Nederland leveren €52 miljoen op
Dat spelen goed is voor kinderen wist je vermoedelijk al, maar dat spelen (in speeltuinen) een materiële waarde vertegenwoordigt van €52 miljoen waarschijnlijk niet. Uit onderzoek van Ecorys blijkt dat niks minder waar is.
Omdat speeltuinen structureel geld tekortkomen en hun voorbestaan bedreigd wordt, heeft Ecorys namens Jantje Beton en de Nederlandse Unie van Speeltuinorganisaties (NUSO) onderzoek gedaan naar de verhouding tussen wat speeltuinen de maatschappij kosten en wat ze opleveren.
Met behulp van een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) wisten de onderzoekers de maatschappelijke meerwaarde van speeltuinen in kaart te brengen en in euro’s uit te drukken.
Zorgverzekeraars en scholen profiteren
Ecorys stelt dat kinderen, ouders en de buurt baat hebben bij een speeltuin. Een speeltuin biedt kinderen de kans om buiten te spelen met leeftijdsgenootjes. Hierdoor blijven ze in beweging en ontwikkelen ze tegelijkertijd hun sociale vaardigheden. Op de lange termijn kan dit onder andere zorgkosten besparen.
Door het spelen neemt bijvoorbeeld de kans op obesitas af en verbeteren ook de schoolprestaties. Goed voor de gezondheid en ontwikkeling van een kind, maar ook voor de portemonnee van zorgverzekeraars (€36 miljoen) en scholen (€6 miljoen).
Tevens hebben speeltuinen een positief effect op ouders en de buurt. Zo zorgt een speelplaats onder andere voor meer sociale cohesie en biedt ouders een sociaal netwerk in hun eigen woonomgeving. Alleen al de toevoeging van een sterker sociaal netwerk bespaart Nederland naar schatting €1 miljoen aan kosten per jaar.
Structureel tekort
De onderzoekers concluderen dat speeltuinen Nederland gemiddeld €25 miljoen kosten, maar dat ze in euro’s uitgedrukt maar liefst €52 miljoen opleveren. Een verschil van €27 miljoen. Ondanks deze ‘winst’ komen de 800 speeltuinen jaarlijks zo’n €3,6 miljoen euro tekort. Investeren in speeltuinen betaalt zich uit, stellen de onderzoekers dan ook.