De kosten van ouderenzorg stijgen met miljarden

10 december 2019 Consultancy.nl 4 min. leestijd
Profiel
Meer nieuws over

Nederland vergrijst verder. Hierdoor zullen de kosten voor ouderenzorg het komende decennium blijven stijgen. Hoe hoog de extra kosten uitpakken is echter nog de vraag. Afhankelijk van maatschappelijke en economische ontwikkelingen en hoe de overheid en sector daarop inspelen, zullen de huidige kosten van €15,6 miljard in 2030 zijn opgelopen tot minimaal €18 miljard en maximaal €28 miljard. 

Zo stellen zorgbranchevereniging ActiZ en adviesbureau SiRM in een nieuw rapport. De €15,6 miljard die momenteel wordt uitgegeven aan thuiszorg kan globaal worden onderverdeeld in drie categorieën: wonen & zorg, zorg thuis en revalidatie & herstel. 

Twee derde (€10,3 miljard) gaat op aan wonen & zorg. Hierbij gaat het om psychogeriatrische zorg – oftewel de zorg voor dementerende ouderen – en somatische zorg, oftewel de verzorging van lichamelijke klachten. Iets meer dan een kwart (€4,2 miljard) wordt besteed aan zorg thuis. Hierbij gaat het om wijkverpleging, begeleiding en huishoudelijke verzorging. Revalidatie & herstel, tot slot, is goed voor 7% van de kosten (€1 miljard). Het betreft tijdelijke zorg, vaak met verblijf. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om de revalidatie bij een heupfractuur of na een beroerte, of de tijdelijke opvang van een cliënt die ziek is maar waarvoor ziekenhuisopname niet nodig is. 

Om de ontwikkelingen voor de komende tien jaar in beeld te brengen, keken de onderzoekers allereerst hoe de kosten zullen stijgen als de zorgsector op dezelfde manier blijft werken als nu. Hierbij namen ze drie factoren onder de loep: demografische ontwikkelingen, incidentie en megatrends. Op basis hiervan berekenen ze dat de zorgkosten met €9 miljard zullen stijgen, tot €24,6 miljard in 2030. 

Het aantal mensen in de werkzame leeftijd per oudere daalt al jaren

Met name de demografie speelt hierbij een grote rol: ruim twee derde van de extra kosten (€6,4 miljard) zijn het gevolg van de veranderende samenstelling van de bevolking, of kortgezegd: van de vergrijzing. Terwijl in 2030 jaarlijks maar liefst 36% meer ouderen zullen overlijden, blijft het potentieel aantal werkenden vrijwel gelijk. Deze ontwikkeling is niet nieuw: al sinds 1990 daalt het aantal werkende Nederlandser per oudere (80+). Waren er in 1990 nog 23 potentieel werkenden per oudere, zijn dat er nu ongeveer 14. In 2030 zal dit aantal verder zijn afgenomen tot 9.

De tweede factor – incidentie – speelt slechts een marginale, maar wel positieve rol. Incidentie betreft het relatieve aantal nieuwe gevallen van een ziekte per tijdseenheid. Doordat ouderen in de toekomst mogelijk minder last hebben van bepaalde aandoeningen dan de ouderen van nu, kan de zorgvraag afnemen. De kostenbesparing die hiermee gepaard gaat is echter slechts €0,3 miljard.

Onder megatrends – de derde factor – verstaan de onderzoekers belangrijke trends die zich zullen voltrekken onafhankelijk van uiteenlopende toekomstscenario’s. Ze verwachten dat deze trends gaan zorgen voor een derde van de kostenstijging, oftewel zo’n €3 miljard. Het grootste deel hiervan (€1,8 miljard) is het gevolg van een afname van de inzet van mantelzorgers. Ook de oplopende eisen van mondigere zorgconsumenten kosten een flinke duit (€1,6 miljard), terwijl het feit dat ouderen langer thuis blijven juist zorgt voor een bescheiden besparing (€0,3 miljard). 

Ontwikkelingen VVT-sector tm 2030

Opgeteld zorgen deze drie factoren voor de €9 miljard aan extra kosten. Hierbij is echter nog geen rekening gehouden met maatschappelijke en economische ontwikkelingen en hoe de overheid en sector daarop inspelen. De onderzoekers beschrijven vier mogelijke scenario’s voor het komende decennium, die ze hebben vernoemd naar “een soort koffie dat daar gevoelsmatig bij past”: Koffieautomaat, Kan koffie, Oploskoffie en Barista bar.

Rekening houdend met deze scenario’s lopen de verwachte zorgkosten uiteen van €17,5 miljard tot €28,4 miljard. Daarmee neemt het aandeel ouderenzorg in de Nederlandse economie toe van 2,2% van het bnp nu naar 2,4% tot 3,0% in 2030. “De scenario’s verschillen vooral door andere keuzes voor de breedte van het zorgpakket en de situatie op de arbeidsmarkt en daarnaast ook voor de inzet van mantelzorgers en technologie”, aldus de onderzoekers. “Voor alle scenario’s groeit het aantal cliënten, de gemiddelde duur van zorg, en het aantal benodigde zorgverleners.” 

Dit betekent dat de samenleving, en in het bijzonder de ouderenzorg, voor de grote uitdagingen staat om de zorg dichtbij, professioneel, betaalbaar en toegankelijk te houden. Er moeten afwegingen worden gemaakt tussen de kosten en de baten. Zo heeft de breedte van het zorgpakket op de demografische ontwikkelingen na de meeste invloed op de uitgaven aan ouderenzorg. Hiermee kan de zorg worden verbeterd, maar is de samenleving bereid hiervoor te betalen? Bovendien is de kwaliteit afhankelijk van meer dan geld: is er bijvoorbeeld wel voldoende personeel beschikbaar? 

Eén ding is in ieder geval duidelijk: om te zorgen dat ouderen over tien jaar goede zorg ontvangen moet de sector nu al vooruitplannen en de maatschappelijke discussie blijven aanzwengelen.