Betekenisvolle digitale transformatie gaat om het doel, niet om tech
Hoe zorg je dat iedereen de vruchten plukt van de digitale revolutie? Nieuwe technologieën veranderen de manier waarop steden worden ingericht en zorg wordt verleend. Niet iedereen is er echter van overtuigd dat deze veranderingen de samenleving ten goede komen. Volgens Marguerithe de Man komt dit deels doordat de nadruk in complexe digitale transformaties te veel ligt op de technologie zelf, en te weinig op de waarde die hiermee kan worden ontsloten. De Sioo-programmamanager pleit voor een omarming van de Theory of Change. Daarin staat het einddoel centraal en worden alle stakeholders betrokken bij de transformatie.
Digitale transformatie is vandaag de dag overal en kan vele vormen aannemen – van de digitalisering van een archief tot het creëren van een omnichannel-strategie. Wat alle digitale transformaties volgens Marguerithe de Man echter gemeen hebben, is dat ze een categorische verandering teweegbrengen: “De digitale transformatie gaat niet over ‘meer’ of ‘beter’, maar over ‘anders’”, aldus de Sioo-programmamanager.
In sommige gevallen heeft zo’n verandering bovendien verstrekkende gevolgen voor de samenleving. Twee goede voorbeelden hiervan zijn de digitalisering van de gezondheidszorg en de opkomst van smart cities. Daarbij zijn dergelijke transformaties dermate complex dat het onmogelijk is om nu al te weten wat het precieze eindresultaat zal zijn: “In de slimme stad en in de digitale gezondheidszorg gaat het echt anders dan nu, maar hoe anders precies kunnen we nog niet inschatten”, aldus De Man.
Veel meer dan technologie
Dit komt vooral doordat zo’n verandering met veel meer te maken heeft dan enkel de technologie die haar mogelijk maakt: “Technologische ontwikkelingen zijn de motor van de digitale transformatie, maar die technologie an sich zorgt niet voor de transformatie”, legt De Man uit. “De echte transformatie van de digitale transformatie is een mentale transformatie, wanneer het echt anders is in het integrale samenspel van actoren, instituties, organiseren, systemen, processen, technologie en mensen. In dat samenspel kan het alle kanten opgaan.”
Bij transformaties die de samenleving ingrijpend veranderen kan dit problematisch uitpakken. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de uiteenlopende opvattingen over de opkomst van kunstmatige intelligentie. Waar sommigen denken dat slimme computers de maatschappij naar een hoger plan gaan tillen, vrezen anderen toenemende ongelijkheid of zelfs de gehele ondergang van de mensheid.
Bij dergelijke ingrijpende ontwikkelingen met zo’n schijnbaar oneindige bandbreedte aan mogelijke uitkomsten, zou je zeggen dat het eindpunt alle aandacht verdient. Momenteel gaat deze aandacht volgens De Man echter vooral naar de technologie zelf – naar tools, apps en andere losse toepassingen. Bovendien worden de transformaties grotendeels overgelaten aan een kleine groep technologische specialisten, terwijl de onderliggende thema’s veel breder zijn en iedereen aangaan.
Denken vanuit het doel
Om een omslag teweeg te brengen in het denken over maatschappelijk relevante digitale transformaties, kunnen er volgens De Man lessen worden getrokken uit de ‘Theory of Change’. “Deze methodologie voor sociale verandering is midden jaren 90 ontstaan in een poging beter te begrijpen waarom het ene project succesvoller is dan het andere”, aldus De Man. “De Theory of Change start bij de gewenste langetermijnuitkomst en redeneert vanuit daar terug naar logische opeenvolgende interventies, waarbij de uitkomsten van de ene interventie de input vormt voor de volgende – oftewel: ‘outcome mapping’.”
Deze methode leent zich volgens de Sioo-programmamanager bij uitstek voor complexe veranderingen die afhankelijk zijn van vele factoren en partijen, en daarom inherent gepaard gaan met een grote marge van onzekerheid. De Man: “Bij de start worden met relevante stakeholders de ambitie voor de toekomst en langetermijndoelen in kaart gebracht. Wat zie we voor ons? En voor welke doelen willen we verantwoordelijk zijn?”
“Uiteraard loopt het in de realiteit vaak anders dan vooraf gedacht werd, maar op basis van goede voorbereiding kun je beter bijsturen.”
“Vervolgens gaat het ‘backwards mappen’ niet om de activiteiten maar om welke condities er gerealiseerd moeten zijn om een volgende stap te kunnen zetten”, legt ze uit. “Het gaat om het leggen van verbanden, niet omdat het zo zál verlopen maar omdat je dénkt dat het zo zal verlopen. Omdat social change een langdurig proces is, worden er indicatoren ter monitoring van de condities geformuleerd. Wat willen we zien om te weten of het gerealiseerd is? Pas dan ga je kijken met wat voor interventies de condities gerealiseerd kunnen worden.”
Brede betrokkenheid
Omdat die condities zo breed uiteenlopen is het noodzakelijk veel verschillende groepen actoren te betrekken “en niet alleen de ‘deskundigen’ en de ‘usual suspects’”, stelt De Man, “want de gemeente is alleen is niet in staat om een smart city te realiseren en een ziekenhuis kan niet in zijn eentje e-health in de regio voor elkaar krijgen.” Het zorgvuldig in kaart brengen van de vele condities en de samenhang daartussen kan volgens De Man ook helpen om de consequenties voor de verschillende partijen in beeld te krijgen en bespreekbaar te maken.
“Bovendien stelt het ons in staat minder verrast te worden als de schaduwzijde van digitale transformatie zich laat zien”, legt ze uit. “Uiteraard geldt ook dan nog dat het in de realiteit vaak anders loopt dan vooraf gedacht werd, maar op basis van goede voorbereiding kun je beter bijsturen. De Theory of Change is geen uitgetekende roadmap, maar een methodologie om met verschillende stakeholders de geambieerde toekomst te verkennen en de condities daarvoor te onderzoeken.”
Tot slot geeft De Man aan dat ze in deze nieuwe benadering een belangrijke rol ziet weggelegd voor interne en externe adviseurs. “Samenwerken met verschillende organisaties, overheden, gevestigde organisaties, startups en professionals met verschillende achtergronden gaat gepaard met enorme uitdagingen. Dat vraagt om verbinders, mensen die de verschillende werelden voldoende begrijpen om bij te dragen aan het van en met elkaar leren, zodat er collectiever en integraler en vanuit meer verbinding en samenhang gewerkt kan worden aan de transformatie van de samenleving.”