Corporate venturing in startups groeit hard. Toch moet het sneller
De Nederlands corporate venture capital-markt is in de afgelopen jaren sterk gegroeid. Desondanks loopt ons land nog steeds achter op vele andere volwassen markten. Om competitiever te worden, moet een inhaalslag worden gemaakt. Hier ligt een gedeelde verantwoordelijkheid voor alle betrokken partijen – corporates en de startupwereld, maar ook de overheid.
De opgetelde waarde van alle transacties waarin corporate venture capital (cvc) een rol speelde – 98 stuks in totaal – steeg het afgelopen jaar naar €1,15 miljard. Dit betekent een verdubbeling van de dealwaarde uit 2016 en een vertienvoudiging sinds 2013, zo blijkt uit het rapport dat Deloitte opstelde in samenwerking met StartupDelta (titel: ‘The next chapter for Corporate Venture Capital in the Netherlands’).
In 2010 waren er acht cvc-fondsen actief in Nederland. Vandaag de dag zijn dat er meer dan twintig. Bedrijven die over een groot corporate venture-fonds beschikken zijn onder meer ABN AMRO, Achmea, Aegon, Alliander, DSM, Eneco, ING, KPN, Merck, Nutreco, NXP, Philips, Rabobank, Randstad, Shell en Talpa.
Opkomst corporate durfkapitaal
Waarom investeren grote bedrijven steeds meer durfkapitaal? Dit heeft vooral te maken met het belang van continue (technologische) vooruitgang. Het opkopen van vernieuwende startups is een manier om innovatief potentieel binnenboord te halen en zo disruptie voor te blijven. Het afgelopen jaar lag de focus binnen de cvc-markt sterk op software-, digital- en cybersecurity-capaciteiten.
“Startups brengen corporates waarde omdat ze opereren op hogere snelheid, met volledige toewijding aan een eenduidig doel en een enorm ondernemende bezieling – dingen die die normaal gesproken geen onderdeel zijn van de cultuur binnen grote internationale corporates”, legt Pieter Wolters van DSM Venturing uit. “Vice versa, kunnen corporates als DSM – met hun wereldwijde middelen, netwerken en kennis – startups helpen hun reis van fantastische ideeën naar duurzame, succesvolle bedrijven te versnellen.”
In de afgelopen vijf jaar is het Nederlandse startup-ecosysteem een stuk volwassener geworden, met meer incubators, accelerators en ondersteuning vanuit de overheid. Tegelijkertijd zit ook de venture capital-markt zelf flink in de lift en veel corporates haken in op deze trend. Volgens KPMG is er vorig jaar maar liefst $255 miljard in startups gepompt, een stijging van ruim 40% ten opzichte van het voorgaande jaar. Waar corporate venturing zo’n vijf jaar gelden goed was voor ongeveer 10% hiervan, ligt het cvc-aandeel nu tussen de 15% en 20%, waarbij de corporates vooral in de Westerse markten steeds actiever worden.
Ook Nederland gaat mee in deze internationale ontwikkeling. In zes Europese regio’s – waaronder Nederland – investeerden corporates volgens Deloitte in 2018 meer dan €8,3 miljard in startups, een verdubbeling ten opzichte van 2015. Weinig verrassend komen de UK en Duitsland uit de bus als de grootste markten voor corporate investeringen in startups. Ietsje opmerkelijk is dat Israël – dat voor het onderzoek onder Europa werd geschaard – daarachter volgt op de derde plek. Deze prestatie komt echter niet volledig uit de lucht vallen: laatste jaren heeft het land zich namelijk ontpopt tot een grote technologische innovatiehub.
Kijkend naar Nederland, valt het de onderzoekers op dat het meeste geld naar buitenlandse startups gaat: 78% van alle investeringen in 2018 werd gedaan over de grens. Bovendien staat de groei van Nederlandse cvc-investeringen in Nederlandse ondernemingen zo goed als stil. In 2013 werden door de onderzochte cvc-fondsen 21 lokale investeringen voltooid en in 2018 is dit aantal met 22 nagenoeg gelijk gebleven. Dit staat in schril contrast met de internationale investeringen door Nederlandse cvc-fondsen: waar dat er in 2013 nog 19 waren, stond het aantal vorig jaar al op 76 – goed voor een CAGR van 32%.
Scale-ups?
Een mogelijk punt van zorg is dat er in ons land gemiddeld genomen minder wordt geïnvesteerd per deal. Dit betekent dat er verhoudingsgewijs minder geld gaat naar scale-ups of ‘late stage’-startups, die hun businessmodel al goed op orde hebben. “Het aandeel scale-up-investeringen van corporates ligt in ons land lager dan in de rest van Europa, de VS en Azië”, legt Deloitte-partner Daan Witteveen uit.
De Nederlandse cvc-fondsen richten hun pijlen vooral op ‘early stage’-startups. Zo geeft meer dan 80% van de onderzochte Nederlandse fondsen aan in deze groep te investeren. Daarnaast wordt er in vergelijking met de UK, Scandinavië, Duitsland en Israël beduidend minder geparticipeerd in late stage-investeringsrondes. Daardoor was de mediane transactieomvang in Nederlandse startups door cvc-fondsen in 2018 met €4,7 miljoen euro ook beduidend lager dan de Europese mediaan van €11,8 miljoen.
Terwijl het verschil natuurlijk ook deels te maken heeft met de relatief kleine Nederlandse markt, speelt cultuur ook een rol. De VS vormt met afstand de grootste cvc-markt en volgens Patrick de Zeeuw, de CEO van accelerator-programma Startupbootcamp komt dit niet alleen door de grotere investeringsfondsen en -teams, maar ook door het investeringsklimaat en de cultuur: “Het is gebruikelijk dat Amerikaanse fondsen worden gemanaged door entrepreneurs. Dit heeft invloed op de risicoaversie en de diensten die ze kunnen bieden aan hun startups.”
Deloitte-partner Witteveen geeft aan dat de achterstand van Nederland niet zonder negatieve gevolgen blijft: “Daardoor missen we kansen om Nederland toekomstbestendig te maken en de bedrijven van de toekomst te bouwen.” Nils Beers, directeur bij StartupDelta, voegt toe: “Juist scale-ups zijn nodig om Nederland ook in de toekomst concurrerend te houden. Corporate venture capital speelt een grote rol in het opschalen van startupbedrijven tot scale-ups. Het is niet alleen een effectieve manier voor jonge ondernemingen om risicokapitaal aan te trekken, het biedt ook een kans aan corporates om zakelijke innovatieve partnerschappen aan te gaan.”
Competitiever worden
Om Nederland internationaal competitief te houden – zowel op corporate-niveau als binnen de startupwereld – pleit Witteveen voor grotere investeringen in scale-ups. Terwijl Wolters van DSM Ventures het hiermee eens is, ziet hij in Nederland geen overvloed aan investeringsmogelijkheden in volwassen startups: “De beschikbaarheid van met name later stage-startups is klein. Tenminste, dat geldt in ieder geval voor de gebieden waarin DSM actief is.”
Geert van de Wouw, Vice President bij Shell Ventures, adviseert juist om niet de bekende weg te volgen: “We moeten niet proberen de volgende Silicon Valley te worden, dat is gewoon niet realistisch. In plaats daarvan moeten we meer vertrouwen op onze eigen unique selling points: onze sterke wetenschappelijke wortels en fantastische infrastructuur. Hiermee kan Nederland internationaal de beste markt worden om nieuwe technologieën en businessmodellen te testen en vermarkten.”
Lara Koole, Principal bij Philips Healthcare Technology Ventures, wijst op de macht van de overheid in het verbeteren van het investeringsklimaat: “De regering heeft ook een rol te spelen in het stimuleren van innovatie en investeringen. Er zijn legio voorbeelden van andere landen waar regeringen helpen bij het mobiliseren van belangrijke late stage-investeringen. Onze regering heeft de kans hetzelfde te doen. Met name voor kleinere bedrijven die actief zijn als durfinvesteerder kan dit de barrière voor investeringen enorm verlagen.”
Volgens Thijs Gitmans, Fund Manager van Mainport Innovation Fund*, zouden startups van Nederlandse bodem zich ambitieuzer moeten opstellen: “De startups die succesvol blijken moeten voorbij de grens kijken voor grotere investeringsrondes en een internationaal netwerk.”
Witteveen besluit door op te merken dat cvc niet uitsluitend moet worden gezien als enerzijds een overnamemiddel, of anderzijds een manier om te innoveren. Het is volgens de Deloitte-partner cruciaal om deze twee met elkaar te vermengen en te verweven in de algehele ondernemingskoers: “De activiteiten zouden belegd moeten worden binnen de corporate strategie, zodat de investering direct een bijdrage kan leveren aan de transformatie van het bedrijf.”
* Mainport Innovation Fund is samen met NH Investors opgericht door Schiphol, KLM, TU Delft, NS en Port of Amsterdam, en richt zich op investeringen in logistiek, transport en luchtvaart.