Zes grote autofabrikanten streven Tesla voorbij in elektrische automarkt
Tesla mag zich nu nog de absolute koploper noemen in de markt voor elektrische auto’s. Het concern zal de komende jaren echter voorbijgestreefd worden door grote autofabrikanten die honderden miljoenen tot mljarden investeren in hun elektrische autocapaciteiten. Tegen 2021 worden naar verwachting Daimler en BMW de nieuwe e-mobility koplopers en zal Tesla terugzakken naar de middenmoot.
In een rapport van PA Consulting Group analyseren de onderzoekers hoe goed autofabrikanten presteren binnen het segment van elektrische voertuigen. Om de concurrenten te rangschikken, beoordeelden de onderzoekers de partijen ten aanzien van zes belangrijke succesfactoren, die tezamen het e-mobiliteitspotentieel van de autofabrikanten bepalen. Het gaat om de aspecten technologie en strategie (wegingsfactor 30%), batterijtechnologie (20%), cultuur en incentives (10%), financiële prestaties (10%), leveranciersnetwerk (15%) en ecosystemen en partners (15%).
Een analyse van de toegekende scores van de belangrijkste autofabrikanten laat zien dat Tesla in 2019 nog de marktleider zal zijn binnen het elektrische voertuigen-segment, maar tegen 2021 zal terugvallen naar de zevende plaats. Daimler, in 2019 vijfde in de rangschikking, zal de leiding tegen 2021 naar verwachting overpakken. Duitse fabrikanten zullen het sowieso goed doen de komende drie jaar: Duitse spelers Daimler, BMW, en VW zullen tegen 2021 naar verwachting terecht komen op de eerste, tweede en vierde plaats, met respectievelijk respectievelijk 88, 87 en 84 punten.
Elektrisch is de toekomst
De komende jaren investeren de grotere autofabrikanten namelijk honderden miljoenen tot miljarden in de verdere ontwikkeling van elektrisch rijden. De verwachte nummer één in de ranking in 2021, Daimler, steekt de komende jaren zo’n €10 miljard in elektrische auto’s. Die investering zal er onder meer voor moeten zorgen dat elk type Mercedes-Benz een volledig elektrische of hybride variant krijgt tegen 2022. In 2018 opent Mercedes alweer zijn zesde batterijfabriek.
Renault Nissan Mitsubishi, in 2019 nog op de tweede plaats, zal in 2021 naar verwachting een plaatsje zakken, naar #3. De drie autofabrikanten, die samen de ‘Alliance 2022’ hebben gevormd, maakten eind vorig jaar plannen bekend om tot aan 2022 twaalf volledig elektrische modellen uit te brengen. Ook willen ze veertig zelfrijdende modellen ontwikkelen. De drie partijen maakten begin dit jaar bekend de komende vijf jaar zo’n €1 miljard te investeren in een fonds voor start-ups. Het fonds zal investeren in nieuwe ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden, zelfrijdende auto's en kunstmatige intelligentie.
De huidige nummer drie, BMW, zal juist een plekje stijgen tegen 2021. Eind 2017 kondigde de Duitse autofabrikant aan dat het tegen eind 2019 al een half miljoen elektrische auto’s (volledig elektrische en hybride modellen) verkocht wil hebben. BMW Group verwacht verder dat tegen 2025 zo'n 15% tot 25% van de verkopen bestaat uit geëlektrificeerde modellen. Onlangs sloot BMW een overeenkomst ter waarde van €1 miljard euro met China's grootste fabrikant van lithiumbatterijen.
Volkswagen – waaronder ook onder meer Audi, Seat en Škoda vallen – nu op #7 in de ranking, en tegen 2021 naar verwachting op plek vier, maakte eind 2017 bekend tot aan 2022 in totaal €34 miljard euro te zullen gaan steken in de ontwikkeling van elektrische en zelfrijdende auto's. VW maakte bovendien bekend tegen 2030 van ieder van zijn driehonderd modellen een elektrische variant beschikbaar te hebben. Volkswagen-topman Matthias Müller gaf aan de komende acht jaar meer dan tachtig nieuwe modellen te willen lanceren met elektrische aandrijving; vijftig volledig elektrische auto’s en dertig plug-in hybrides.
Volvo, nu nummer zes en in 2021 waarschijnlijk nummer vijf, maakte afgelopen jaar bekend dat per 2019 alle nieuwe Volvo-auto's helemaal of gedeeltelijk elektrisch zullen worden aangedreven. Ook hebben Volvo Cars en eigenaar Zhejiang Geely Holding Group zo’n €640 miljoen geïnvesteerd in de eerste fase van de product-, merk- en industriële ontwikkeling van elektrisch automerk Polestar.
Hevige concurrentie
Door de hevige concurrentie van de gevestigde autofabrikanten, is het niet verrassend dat Tesla in de ranking zal gaan zakken naar de middenmoot – in 2021 naar een verwachte zevende plaats. Thomas Goettle, hoofd automotive bij PA Consulting Group, wijst op de onzekerheid waarmee Tesla momenteel te maken heeft. Zo kampt het bedrijf met productieproblemen rondom hun langverwachte Tesla 3 model en is er sprake van een lage winstverwachting.
Vast staat in elk geval wel dat elektrisch rijden en in bredere zin e-mobiliteit de komende jaren steeds meer nadruk zal krijgen, vooral met het oog op de gestelde doelen in het door de EU ingezette klimaatbeleid, maar ook de roep vanuit consumenten en bedrijven om meer duurzaamheid. Op Europees niveau zijn voor 2020, 2030 en 2050 doelen gesteld voor vermindering van de CO2-uitstoot, energiebesparing en de ontwikkeling van hernieuwbare energie. In april 2018 heeft het Europees Parlement met ruime meerderheid nieuwe klimaatwetgeving aangenomen om de klimaatdoelen van Parijs te halen.*
Goettle: “Het behalen van CO2-doelstellingen en het verbeteren van de toekomstige mobiliteitsprestaties van autofabrikanten gaan hand in hand. Deze uitdaging heeft echter wel enorme gevolgen voor de personele middelen van de bedrijven. Uit ons onderzoek blijkt dat de rollen van 267.000 werknemers bij 16 merken in heel Europa onder druk komen te staan, waarvan 141.000 werknemers mogelijk moeten worden bij- of omgeschoold – allemaal in het komende decennium. Voor alle autofabrikanten heeft Goettle tenslotte een advies: “Om hun toekomstige mobiliteitsprestatiescore te verbeteren en tegen 2021 de CO2-doelstellingen te halen, moeten autofabrikanten niet alleen hun nieuwe productontwikkeling versnellen en bijsturen, maar ook waarde creëren in hun toeleveringsketen en de verkoop verhogen door klantgerichtheid.”
* De wetgeving richt zich specifiek op de uitstoot van broeikassen in de landbouw-, transport-, afval-, en bouwsector en gebouwen. Lidstaten zijn door deze wetgeving verplicht om vanaf 2021 de uitstoot te verlagen door middel van jaarlijkse doelstellingen. In 2030 moet de uitstoot in deze sectoren gemiddeld 30% lager zijn dan in 2005. In juni 2018 kwamen de lidstaten en het Europees Parlement bovendien overeen dat in 2030 32% van de in de EU opgewekte energie duurzaam moet zijn.