Drechtsteden hebben baat bij betere regionale samenwerking
De Drechtsteden-samenwerking doet het niet slecht op het gebied van het sociale kwesties en de bedrijfsvoering, maar boekt nog weinig resultaten op het ruimtelijk-economische vlak. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit een onderzoek van Berenschot. Aan de deelnemende gemeenten wordt geadviseerd om in te zetten op meer onderlinge samenwerking. Blijkt dat niet haalbaar, dan dienen ze de samenwerking juist lichter te maken om elkaar meer ruimte te geven.
De term ‘Drechtsteden’ verwijst naar vier gemeenten in de provincie Zuid-Holland, waarvan de plaatsnamen eindigen op ‘-drecht’: Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. In het gebied speelt water een prominente rol speelt: de rivieren Beneden-Merwede, de Noord en de Oude Maas komen bij het zogenaamde drierivierenpunt samen in het hart van de regio. De streek – die een oppervlakte heeft van zo’n 170 vierkante kilometer waar bijna 270.000 mensen woonachtig zijn – kent een regionaal samenwerkingsverband: de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD). Naast de vier genoemde Drechtsteden, maken ook Hendrik-Ido-Ambacht, Alblasserdam en Hardinxveld-Giessendam hier deel van uit.
De samenwerking richt zich op drie ambities: het versterken van de economische kracht van de regio, het verbeteren van de zelfredzaamheid van en zorg voor de inwoners en het (fysiek) aantrekkelijker maken van het gebied. Binnen deze drie thema’s zijn negen speerpunten benoemd, gericht op aandachtsgebieden als de arbeidsmarkt, het onderwijs, het bedrijfsleven, het vestigings- en woonklimaat, duurzaamheid, veiligheid en jeugd. Ook zetten de steden zich in om de as Rotterdam/Antwerpen en de maritieme sector te verstevigen, waarbij nauw wordt samengewerkt via de Vlaams Nederlandse Delta.
Om erachter te komen of het samenwerkingsverband voldoende resultaat boekt ten aanzien van deze doelstellingen, schakelde het college van B&W van de gemeente Dordrecht – in afstemming met de overige zes colleges van B&W binnen de Drechtstedensamenwerking – adviesbureau Berenschot in om onderzoek te doen. Terwijl de Drechtsteden volgens het bureau aansprekende resultaten weten te behalen ten aanzien van het sociaal domein en de bedrijfsvoering, stellen de onderzoekers dat de opbrengst op ruimtelijk/economisch vlak nog achterblijft.
Slagkracht
Ze geven aan dat er niet genoeg slagkracht is, waardoor de Drechtsteden er niet goed in slagen om de sociaaleconomische status van inwoners te verbeteren. Hierbij wordt gesteld dat het regionaal arrangement rondom de gemeente Dordrecht onvoldoende in balans is, waarbij de samenwerking zo nu en dan is doorgeslagen naar legitimiteit boven doeltreffendheid. Het belangrijkste advies van de onderzoekers is daarom dat de gemeenten inzetten op versterking van de onderlinge samenwerking.
Om de daadkracht van het samenwerkingsverband te vergroten, kan het regionaal arrangement volgens Berenschot worden voorzien van een herinrichting: “Beoogd effect van deze herinrichting is het creëren van robuuste samenwerkingsrelaties op meerdere schaalniveaus waartussen geschakeld kan worden, afhankelijk van de opgave.”
Woningaanbod
Wat betreft het verbeteren van de gemiddelde sociaaleconomische status van inwoners, liggen er binnen het regionaal arrangement al plannen om het woningaanbod op orde te brengen, zodat de regio aantrekkelijker wordt voor alle sociaaleconomische klassen en opleidingsniveaus. Berenschot schaart zich in het rapport achter dit plan. Middels de realisatie van de bouwplannen, waarmee tegelijk meer inwoners kunnen worden aangetrokken, wordt volgens het bureau tevens de vraag naar intercitytreinen en extra (culturele) voorzieningen reëler. Dat zijn in het bijzonder faciliteiten die de regio goed zouden doen.
Dordrecht en Zwijndrecht zijn het bovendien met elkaar eens dat massale woningbouw mogelijk de werkgelegenheid kan bevorderen omdat middels meer (mogelijke) arbeidskrachten de regio aantrekkelijker wordt voor bedrijven. Frederik van Dalfsen, Senior Consultant bij Berenschot en betrokken bij het onderzoek, stelt echter dat niet alle gemeenten even constructief handelen aangaande deze en andere kwesties.
Zo beloofde de gemeente Dordrecht reeds 10.000 huizen te gaan bouwen, maar enkele andere gemeenten in de regio vormen een belettende factor. Terwijl de zeven gemeenten het er wel over eens zijn dat er de komende tijd zo’n 25.000 woningen gebouwd dienen te worden, hebben deze gemeenten duidelijk gemaakt dat er binnen hun gemeentelijke grenzen geen ruimte is voor extra huisvestiging. “Dordrecht en Zwijndrecht hebben daar last van”, aldus Van Dalfsen.
Hervorming samenwerking
Hij geeft aan dat ook wat betreft dit knelpunt de oplossing verscholen ligt in de eerdergenoemde hervorming van het samenwerkingsverband. De regio zou veel voordeel hebben bij een zogenaamd Drechtstedenbestuur dat beschikt over voldoende bevoegdheden om knopen te kunnen doorhakken, zodat er wel substantiële waarde kan worden gecreëerd binnen het ruimtelijk-economische domein.
Daartoe is allereerst bereidheid van de zeven gemeenten nodig, die dan bovendien het bestuur financieel dienen te ondersteunen zonder zich te veel met het beleid te bemoeien. Mocht echter blijken dat dit plan niet haalbaar is, dan dienen de gemeenten de samenwerking juist lichter te maken en elkaar meer de ruimte te geven, aldus Dalfsen.