Adviesbureau CE Delft haalt twee opdrachten binnen bij de Europese Commissie
De Europese Commissie heeft CE Delft ingeschakeld om twee vraagstukken van opheldering te voorzien. Ten eerste gaat het adviesbureau zich storten op de internalisering van externe kosten van transport. Ten tweede zal het kantoor een voorstel ontwikkelen voor een zogenaamde ‘Inducement Prize Contest’ op het gebied van de inzetbarheid van biobrandstoffen in zeeschepen.
Dat de Europese Commissie (EC) CE Delft inschakelt voor milieu-gerelateerde vraagstukken is niet zo opmerkelijk. Met ruim vijfendertigjaar ervaring in het onderzoeken van milieueffecten is het kantoor zeker geen nieuwkomer op dit gebied. Het bureau combineert technische en economische kennis met ervaring en inzicht in bedrijfs- en maatschappelijke processen, waarmee het zijn klanten en opdrachtgevers adviseert. Zo onderzocht CE Delft enkele tijd geleden in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de vraag naar publieke laadpalen voor elektrische auto’s.
Vervoersbelasting
In opdracht van de EC onderzoekt het bureau nu voor alle lidstaten in welke mate zij de infrastructuur- en externe kosten van transport hebben doorberekend in hun belastingen en heffingen. Op die wijze wil de EC erachter komen of lidstaten transport in hun land efficiënt belasten en of gebruikers wel voldoende belasting betalen voor hun specifieke vorm van transport. Hierbij wordt niet alleen het wegverkeer onder de loep genomen; ook de sectoren zeevaart, binnenvaart, spoorvervoer en luchtvaart zullen worden onderzocht.
Om de resultaten van de verschillende EU-lidstaten in perspectief te plaatsen, is er besloten om ook andere westerse landen, zoals de VS en Japan, mee te nemen in het onderzoek. Arno Schroten, senior onderzoeker en coördinator vervoerseconomie bij CE Delft, draagt verantwoordelijkheid voor het onderzoek naar de internalisering van externe kosten van transport. Het profiel van Schroten sluit nauw aan op de opdracht: “Mijn expertise omvat de ontwikkeling en evaluatie van economische instrumenten, het bepalen van de externe en infrastructuurkosten van verkeer, het uitvoeren van kosteneffectiviteitsanalyses van milieumaatregelen in de verkeerssector en het opstellen van maatschappelijke kosten-baten analyses.”
Groene vloot
In de tweede verkregen aanbesteding zal CE Delft zich storten op de inzet van biobrandstoffen in zeeschepen. Op frequente basis schrijft de EC zogeheten ‘Inducement Prize Contests’ uit, wedstrijden waarin een geldprijs wordt toegekend voor het behalen van een bepaalde prestatie, meestal op het gebied van ingenieurswerk. Ditmaal zal de prijsvraag betrekking hebben op de inzet van biobrandstoffen in zeeschepen, met als doel om innovatie op het vlak van het gebruik van hernieuwbare brandstoffen in de zeevaart te stimuleren.
Het adviesbureau, dat middels onafhankelijk onderzoek en advies bijdraagt aan een duurzame samenleving, zal een voorstel ontwikkelen voor de prijsvraag en zal zich tevens bekommeren om de regelementen. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de eisen waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor de prijs, zoals de type schepen en biobrandstoffen. Daarnaast zal het bureau de criteria opstellen aan de hand waarvan zal worden bepaald wie er uiteindelijk met de prijs vandoor zal gaan.
Onder andere Jasper Faber, luchtvaart- en maritieme specialist bij CE Delft, zal zich gaan bezighouden met de uitvoering van deze opdracht. Hierbij kan hij putten uit zijn uitgebreide ervaring op het gebied van bestuurlijk advies: “Gedreven ondersteun ik beleidsmakers bij het creëren van beleidsinstrumenten die trachten de milieutechnische voordelen te maximaliseren tegen een zo laag mogelijke prijs. Daarnaast heb ik ook beleidsinstrumenten bestudeerd die mogelijk kunnen worden gebruikt voor het vaststellen van het klimaatbeleid voor de scheepvaart”, aldus Faber.