KPMG start zoektocht naar nieuwe CEO na aftreden van Albert Röell
De topman van KPMG Nederland, Albert Röell, legt per 1 december zijn taken als CEO neer. Onvoldoende draagvlak binnen het bestuur is de belangrijkste reden voor zijn besluit, waardoor Röell, de raad van bestuur en de raad van commissarissen in goed overleg hebben besloten om de samenwerking stop te zetten. De voormalig CEO van Kas Bank en consultant bij McKinsey blijft tot 1 november 2018 als adviseur verbonden aan het accountants- en advieskantoor.
In september 2015 begon Albert Röell als zijn rol als bestuursvoorzitter van KPMG Nederland, met een omzet van €608 miljoen het vierde grootste accountancy- en consultancynetwerk van ons land. Hij werd destijds de eerste buitenstaander die de rol van CEO kreeg toebedeeld – KPMG koos hier bewust voor nadat het getroffen werd door een reeks affaires. Jan Hommen, die in mei 2014 de leiding van het bedrijf nam, zette in dat jaar een omvangrijk hervormingsprogramma op met als doel het vertrouwen van opdrachtgevers en de maatschappij terug te winnnen.
Als onderdeel daarvan werden aangescherpte richtlijnen voor leiderschap en governance uitgerold. Hieruit vloeide voort het besluit om met een volledig externe Raad van Commissarissen (RvC) te opereren en de wens om een “externe” CEO aan te trekken.
Röell maakte de overstap van Kas Bank, waar hij sinds 2005 voorzitter van de Raad van Bestuur was. Daarvoor was hij onder meer directeur bij CenE Bankiers, vervulde hij verschillende managementfuncties bij ING Groep en werkte hij als consultant bij McKinsey & Company. Hij kreeg de taak KPMG door een “nieuwe fase van groei te loodsen en het ingezette pad van Hommen een vervolg te geven", aldus Bernard Wientjes, voormalig president-commissaris van KPMG ten tijde van zijn aanstelling.
Op beide vlakken heeft Röell succes weten te boeken. Afgelopen boekjaar zag KPMG Nederland voor het eerst sinds 2009 zijn inkomsten weer toenemen en er is fors geïnvesteerd in de kwaliteit van de mensen en dienstverlening.
“De afgelopen twee jaar hebben wij binnen KPMG veel kunnen bewerkstelligen. Diverse zaken uit het verleden zijn opgelost en KPMG groeit weer”, zegt Röell. Toch verliep de samenwerking tussen KPMG en de belangrijkste besluitvormers binnen het bedrijf – directie, senior partners en RvC-leden – niet vlekkeloos, beaamt de topman. “Ondanks de goede resultaten hebben wij gezamenlijk vastgesteld dat de onderlinge samenwerking niet optimaal loopt.” Dit heeft hem doen besluiten zijn verantwoordelijkheid te nemen en terug te treden. “Ik kan dit doen in de wetenschap dat KPMG er inmiddels veel beter voorstaat dan toen ik aantrad. Ik ervaar het als een voorrecht om een bijdrage te hebben gegeven en nog te kunnen geven aan de toekomst van dit prachtige bedrijf.”
Wientjes laat in een reactie weten dat de aftreden van Röell vooral te maken heeft met de onderlinge samenwerking binnen het bestuur. “'Het is een kwestie van onvoldoende draagvlak voor Röell in de raad van bestuur en het ligt in de persoonlijke sfeer.” Hij voegt er aan toe veel respect te hebben voor de beslissing van Röell: “Zijn bijdrage aan het herwinnen van het maatschappelijk vertrouwen en de versterking van de verbinding met klanten en medewerkers verdienen onze waardering en dank.”
Opvolger weer een buitenstaander
De raad van commissarissen, die naast Wientjes bestaat uit vijf andere ervaren bestuurders, is inmiddels een proces gestart voor een opvolger, waarbij het wederom het uitgangspunt is dat de voorzitter van buiten de organisatie komt. Rob Fijneman, lid van de Raad van Bestuur en hoofd van de Advisory praktijk, neemt vanaf 1 december de honneurs van CEO op interimbasis waar.
