Raad voor de rechtspraak jaarlijks verantwoordelijk voor €28 miljard
Het Nederlandse rechtssysteem ziet jaarlijks ongeveer €28 miljard door haar systeem vloeien. Dat blijkt uit onderzoek door Ecorys in opdracht van de Raad voor de rechtspraak.
De Raad voor de rechtspraak is het bestuursorgaan voor de meeste rechtsprekende organisaties in Nederland. In totaal is het orgaan verantwoordelijk voor het bestuur van elf rechtbanken, vier gerechtshoven, het CBb (College van Beroep voor het bedrijfsleven) en de CRvB (Centrale Raad van Beroep). Speerpunten van de Raad voor de rechtspraak zijn: kwaliteit, impact van nieuwe wetten, wetenschappelijk onderzoek, financiering van rechtspraak, ondersteuning van gerechten en internationale samenwerking.
In het kader van een breder onderzoeksprogramma naar zijn toegevoegde waarde voor de maatschappij en naar verbetermogelijkheden in zijn bedrijfsvoering, heeft de Raad voor de rechtspraak Ecorys ingeschakeld om onderzoek te doen naar het financiële belang dat gemoeid is met rechtszaken. Om deze meting te kunnen maken keken de Ecorys-onderzoekers met name naar de rechtsgebieden die een ‘overwegend’ of ‘substantieel’ financieel belang kennen: kanton, civiel (handel en familie), bestuur en belasting.
De Raad voor de rechtspraak behandelt in totaal meer dan 1,4 miljoen zaken per jaar. Voor ieder rechtsgebied hebben de onderzoekers bepaald welke categorieën rechtszaken relevant waren. Van deze categorieën moest een representatieve steekproef worden genomen om een beeld te krijgen van het complete financiële belang van die categorie.
Op basis van het onderzoek schat Ecorys de totale jaarlijkse met civiele en bestuursrechtelijke rechtszaken in Nederland gemoeide financiële belangen op ongeveer €28 miljard. Ter illustratie van de grootte van dit bedrag: €28 miljard is ongeveer 4% van het Nederlandse BBP. €6,6 miljard van dit bedrag is afkomstig uit bewindvoeringen die geen deel uitmaakten van het onderzoek, maar wel moeten worden meegerekend voor het totale financiële belang van rechtspraak in Nederland. Bewindvoeringen ontstaan wanneer mensen niet meer zelf geldzaken kunnen regelen en er een bewindvoerder wordt aangesteld om dit voor hen te doen. Bewindvoerders worden door de kantonrechter beoordeeld.
Van de zaken die wel onderdeel uitmaakten van dit onderzoek wordt het totale bedrag aan financiële belangen geschat op ongeveer €20,5 miljard per jaar. Ruim €10,8 miljard van dat bedrag komt voor rekening van de faillissementsverzoeken die jaarlijks worden ingediend. Daarna komt het grootste bedrag uit civiele handelszaken, met een jaarlijks bedrag van bijna €5 miljard. In kantonhandelszaken worden per jaar financiële belangen behandeld van €1,9 miljard, terwijl schuldsaneringsverzoeken goed zijn voor nog eens €1 miljard en de belastingzaken jaarlijks €900 miljoen behandelen.
De twee kleinste rechtsgebieden met ‘overwegend’ of ‘substantieel’ financieel belang zijn bestuurszaken en familiezaken met respectievelijk €530 miljoen en bijna €430 miljoen. In het geval van de familiezaken benadrukken de onderzoekers wel dat de schatting gebaseerd is op een relatief klein aantal zaken, waardoor de €430 miljoen per jaar slechts indicatief is.
Verbeteringen bedrijfsvoering rechtspraak levert miljoenen op
Aan de hand van het onderzoeksprogramma wil de Raad voor de rechtspraak meer inzicht krijgen in de dynamiek van zijn financiële belang en de impact van verbeterinitiatieven. “Meer inzicht in het economisch belang van rechtspraak, helpt bij het verder verbeteren van de organisatie. Zo kunnen er beter afwegingen worden gemaakt bij de verdeling van schaarse middelen”, aldus Sjerp van der Ploeg, Senior Consultant bij Ecorys en medeauteur van het onderzoeksrapport.
Uit een ander onderzoek werd duidelijk dat de verbeteringen in de bedrijfsvoering een aanzienlijke impact hebben voor de samenleving. Verbeteringen die vanaf 1998 zijn doorgevoerd in het Nederlandse rechtssysteem hebben volgens dat onderzoek een jaarlijkse besparing opgeleverd van wel €735 miljoen. Vooral de snellere afhandeling van rechtszaken draagt bij aan de besparing – civiele rechtszaken duurden in 2013 al gemiddeld een half jaar korter dan in 1998, goed voor een besparing van €200 miljoen.