Vrouwelijke managers hebben meer stress en burn out-klachten
Vrouwelijke managers hebben vaker last van burn out-klachten ten opzichte van hun mannelijke collega’s. Dit wordt onder meer veroorzaakt doordat vrouwelijke managers meer werkdruk ervaren dan hun mannelijke collega’s en daarnaast vaak minder autonomie hebben (of ervaren), vooral als het gaat om het bepalen van werktijden en het opnemen van verlof.
In Nederland werken zo’n 6,9 miljoen mensen, waarvan er bijna 350.000 werkzaam zijn in een managementfunctie. Van de mannelijke beroepsbevolking in ons land is 7% werkzaam als manager, terwijl van alle vrouwelijke werknemers dit aandeel op 3% ligt. Een verklaring voor het verschil ligt deels in het relatief hoge aantal deeltijd-werknemers onder de vrouwelijke beroepsbevolking, en het feit dat deeltijders minder vaak manager worden dan fulltime werknemers. Als alle deeltijders buiten beschouwing worden gelaten dan ligt het percentage mannen en het percentage mannen met een management functie veel dichter bij elkaar – 9% van de mannen en 8% van de vrouwen.
Uit een recent gepubliceerd onderzoek (de ‘Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden’ van het CBS en TNO) komt naar voren dat burn out-klachten vaker voorkomen bij vrouwelijke managers dan bij mannelijke managers. De klachten die werden meegenomen in het onderzoek zijn: emotioneel uitgeput raken, een leeg gevoel na een dag werk, niet uitgerust wakker worden, met mensen werken kost veel energie en uitgeput door werk. Uit een samengestelde index blijkt dat een op de tien mannelijke managers (10,3%) last heeft van een of meerdere burn out-klachten, ten opzichte van 13,7% van de vrouwen.
Het grootste verschil tussen mannen en vrouwen in managementfuncties is zichtbaar op het punt ‘zich leeg voelen’ – 28,5% van de vrouwen aangeeft hier meerdere malen per maand last van te hebben tegenover 23,7% van de mannen. Daarnaast is het percentage vrouwelijke managers dat emotioneel uitgeput raakt en ’s ochtends moe wakker wordt ruim 4% hoger dan onder mannelijke managers. Voor de overige klachten zijn de verschillen minder groot, maar telkens in het nadeel van vrouwelijke managers.
De hogere percentages vrouwelijke managers met burn out-klachten lijken in verband te staan met de werkdruk en autonomie die zij in hun werk ervaren. Op het gebied van werkdruk geeft 69,4% van de vrouwelijke managers aan dat zij ‘heel veel werk’ moeten doen. Bij mannen ligt dit percentage 7,5 procentpunt lager op 61,9%. Bijna de helft van de vrouwen (49,6%) vindt dat zij ‘erg snel’ moeten werken om hun taken op tijd te voltooien, tegenover 45,1% bij de mannen. Op het gebied van ‘extra hard’ werken bestaat een soortgelijk beeld met 47,8% van de vrouwen ten opzichte van 44,3% van de mannen die dit zo ervaren.
Bovendien zouden vrouwelijke managers minder autonomie in hun werk hebben dan mannelijke managers. Vooral op het gebied van werktijden bepalen en verlof nemen zijn de verschillen groot. Zo neemt 72,2% van de mannelijke managers op eigen beslissing verlof, 13,5% meer dan vrouwelijke managers. Bij mannen mag meer dan de helft (52%) zijn eigen werktijden bepalen, terwijl dit bij vrouwen slechts 41,2% is. Ook op de thema’s zelf beslissingen mogen maken, de volgorde van werkzaamheden bepalen en het bedenken van oplossingen is het verschil structureel in het nadeel van vrouwelijke managers. Zo mogen slechts 83,3% van de vrouwelijk managers zelf beslissen, tegenover 92,2% van de mannen.
Een verklaring van de mindere autonomie en hogere werkdruk onder vrouwelijke managers wordt gevonden in de sectoren waar vrouwelijke managers hoog vertegenwoordigd zijn. Zo zijn in de horeca, zorg en het onderwijs vrouwelijke managers vaak oververtegenwoordigd en zijn dit alle drie sectoren met relatief hoge werkdruk en weinig ruimte voor eigen beslissingen.