Rechter faillissementszaak Detroit prijst dure adviseurs

31 maart 2015 Consultancy.nl

Het faillissement van Detroit was zowel pijnlijk voor haar inwoners als duur voor de schatkist van de stad – getuige de totale kostenpost van $184 miljoen voor de inhuur van private en publieke instanties om de zaak af te wikkelen. Toen de fees van private dienstverleners in opspraak raakten gaf de zittende rechter, Steven Rhodes, aanzet deze tarieven nogmaals te beoordelen. In een recente uitspraak hierover prijsde de rechter het werk van de private spelers in het veiligstellen van de stedelijke financiën, en werden de bedrijven bevrijd van de opinie dat er te hoge tarieven zouden zijn berekend.

Eerder dit jaar berichtte Consultancy.nl over de $184 miljoen die adviseurs kregen voor ondersteuning in de zaak rondom het faillissement van Detroit in juli 2013. Na een langdurig proces liet de stad Detroit het gemeentelijke faillissement succesvol achter zich en werden om middernacht 11 december 2014 de financiën weer overhandigd aan de functionarissen van de stad. In de anderhalf jaar lange periode werd de lange termijnschuld van de stad verlaagd naar een meer werkbare $7 miljard met daarin een herstructurering van $3 miljard verwerkt.

Fees paid to consulting firms

De kosten die de faillisementszaak met zich mee brachten waren echter hoog. Na tussenkomst van de zittende rechter Steven Rhodes werd bekendgemaakt dat het om $184 miljoen aan kosten ging – betaald aan advocaten, financiële- en belastingsadviseurs, management consultants, bankiers en andere betrokken adviseurs.

Snijden in vergoedingen
Er ontstond veel ophef rondom de hoogte van de tarieven die verlangd werden door de verschillende betrokken partijen. De al slinkende financiële middelen van de stad – bedoeld voor zijn inwoners – werden immers nog meer opgeslokt door de forse tarieven. De controverse liep op tot het punt dat er bemiddeling werd ingeroepen – van rechter Gerald Rosen van de U.S. District Court van het Eastern District van Michigan. Na discussies achter gesloten deuren werden de tarieven van veel van de zakelijke dienstverleners verlaagd.

Jones Day, die de rechtzaak van de stad voerde, schrapte $17,7 miljoen van zijn factuur en ontving alsnog meer dan $50 miljoen aan vergoedingen. Miller Buckfire, het bureau dat onderhandelde voor schulddeals en activatransacties, sneed voor $9,6 miljoen in zijn vergoedingen, en kreeg uiteindelijk zo’n $22 miljoen. Advocatenbureau The Dentons verlangde zo’n $3,8 miljoen minder en branchegenoot The Clark Hill verminderde zijn fees met 15%. EY ontving $20,2 miljoen, Conway MacKenzie $17,2 miljoen en stedelijk advocatenkantoor Miller Canfield kreeg $7 miljoen, maar van laatstgenoemde is niet bekend met hoeveel zij hun vergoedingen verminderden.

Herbeoordeling tarieven
Zelfs na deze toezeggingen bleef Judge Steven Rhodes zo bezorgd over de hoogte van de kosten dat hij een review in gang zette om volledig inzicht te verkrijgen in de in rekening gebrachte fees. Na meer dan een maand keurde hij de tarieven echter goed – en sprak hij zijn lof uit over de professionals die geholpen hadden om het faillissement tot een goed einde te brengen. “Grote dank aan de advocaten en andere professionals betrokken bij deze zaak. Jullie hebben jezelf met de grootst mogelijke beschaafdheid, respect en professionaliteit gedragen, zowel richting elkaar als tegenover de rechtbank. Tegelijkertijd toonden jullie ijverige belangenbehartiging, evenals loyaliteit aan jullie beroepseed en klanten”, aldus rechter Rhodes.

Detroit

Terugkijkend naar de stand van zaken voor het faillissement en de ommekeer die Detroit sindsdien heeft ervaren, stelde Rhodes dat het “nu de tijd is om de behaalde prestatie en alle moeite en expertise van de professionals te waarderen en onze dank te betuigen. De stad bewandelt nu het pad naar succes juist vanwege de expertise, betrokkenheid, en bekwaamheid… van alle professionals die bij de zaak betrokken waren, en van wie de tarieven zijn herbeoordeeld. Het is daarom gepast om nu in het bijzonder de bijdrage van de adviespartijen van de stad te erkennen, EY, Conway MacKenzie, en Miller Buckfire. Het is ook gepast om nu specifiek de unieke en uitzonderlijke bijdrage van het advocatenkantoor van de stad, Jones Day, te erkennen”, liet Rhodes weten.

De positieve uitspraak moet de zorgen en kritiek wegnemen die waren aangedragen, onder meer door Detroit’s calamiteitenmanager Kevyn Orr en Detroit’s burgemeester Mike Duggan. Maar zoals bij zo veel zaken van dit kaliber – waar dergelijke grote bedragen spelen – kunnen er altijd nieuwe controverses aan het licht komen. De tijd zal het leren.