Monitor adviseerde Gaddafi voor miljoenen

Monitor, een internationaal strategy consulting en management consulting bureau, is in de VS in opspraak gekomen omdat het tussen 2006 en 2009 voor meer dan $3 miljoen aan adviesdiensten heeft verleend aan de omstreden president van Libië, Moammar Gaddafi. 

Monitor Group werkte meerdere jaren voor Gaddafi. Het eerste project in 2006 moest Gaddafi’s imago verbeteren en beoordelen hoe de internationale en economische banden van Libië versterkt konden worden. Het eerste contact werd in 2006 gelegd toen Richard Perle, senior advisor van Monitor en voormalig medewerker bij het Department of Defense, twee keer naar Libië reisde om Gaddafi te ontmoeten. Na de bezoeken rapporteerde hij vice-president Dick Cheney over zijn bevindingen. De oppositie in Libië heeft documenten naar buiten gebracht waaruit blijkt dat Monitor Gaddafi ondersteunde met een ‘actieplan’. Daarnaast zorgde Monitor ervoor dat een groep prominente en onafhankelijke experts naar Libië vertrok om hoofdambtenaren te ontmoeten, lezingen te houden, workshops bij te wonen en internationale artikelen te schrijven die Libië en Gaddafi positiever moesten afbeelden. 

Onder de experts die naar Libië werden gestuurd waren onder andere historicus Francis Fukuyama, Midden-Oostenkenner Bernard Lewis, de beroemde Nixon-interviewer David Frost en Nicholas Negroponte, oprichter van MIT media lab. In 2007 en 2008 startte Monitor twee nieuwe projecten. Ze hielpen Gaddafi bij de oprichting van The Libyan National Security Council en de training van zijn medewerkers. Daarnaast adviseerde en ondersteunde Monitor bij de implementatie van Libië’s moderniseringsplan – een aantal publieke beleidsveranderingen die Gaddafi op dat moment invoerde. 

Kosten: $250k per maand
Uit uitgelekte interne memo’s van Monitor Group blijkt dat het adviesbureau maar liefst $250,000 per maand rekende voor de Libische overheid ($3 miljoen per jaar), plus overige kosten van maximaal $2.5 miljoen. 

Reactie van Monitor
Monitor wilde in eerste instantie niet reageren, maar bracht onder druk van de media de volgende mededeling naar buiten: “It is of public record that we worked on projects for the Libyan government, beginning in 2006. Our work was focused on helping the Libyan people work towards an improved economy and more open governmental institutions. This is within a context of a period that was widely perceived as holding meaningful potential for reform within, and new opportunity for, Libya. We sought, consistently, to enable such progressive developments.”