Advies Ecorys opgevolgd: Stations blijven in handen NS
Nederlandse treinstations blijven in handen van NS en Prorail. Verkoop van de stations aan een commerciële partij heeft 'vergaande financiële gevolgen voor het Rijk', aldus staatssecretaris van Infrastructuur Wilma Mansveld (PvdA) in een brief aan de Tweede Kamer. Mansveld baseert zich onder meer op een strategisch onderzoek van consultancybureau Ecorys.
NS en ProRail
Momenteel zijn alle 410 treinstations in Nederland in handen van de Nationale Spoorwegen (NS) en ProRail. De NS bezit de stationsgebouwen en alle retailonderdelen op de treinstations, terwijl alle infrastructuur rondom het spoor (rails, perrons en tunnels) in handen is van ProRail. Deze verdeling bestaat sinds 1995. Onlangs stelde de Tweede Kamer een mogelijke verkoop van het beheer en de exploitatie van de Nederlandse stations(gebouwen) ter discussie. De huidige situatie zou vanuit een concurrentieoogpunt scheef en oneerlijk zijn, zo luidde de kritiek, en een verkoop aan ofwel ProRail of een derde (commerciële) partij zou onder de loep genomen moeten worden.
In een reactie aan de Kamer wijst staatssecretaris van Infrastructuur, Wilma Mansveld, een dergelijk scenario van de hand. Ze spreekt van ‘verregaande financiële gevolgen’ voor de overheid, als hiertoe besloten zou worden. Zij stelt, mede op basis van door Ecorys uitgevoerd onderzoek, dat er geen beweegredenen zijn om tot verkoop over te gaan. Allereerst is er nooit geklaagd dat de NS zijn positie zou misbruiken ten opzichte van andere vervoersorganisaties en daarnaast zou de verkoop onder meer een negatief effect hebben op het dividend dat de overheid ontvangt van de NS. Tot slot zou het ook niet in het belang van de reiziger zijn.
Ecorys
Staatssecretaris Van Mansveld baseert haar reactie grotendeels op een onderzoeksrapport van Ecorys, een gerenommeerd onderzoeks- en adviesorganisatie. Het consultancybureau onderzocht de gevolgen van een mogelijke verkoop van de stationsvoorzieningen aan ofwel een derde commerciële partij, of ProRail, of binnen een constructie waarbij een deel – zo’n 125 niet aan het hoofdrailnet aangesloten stations – in handen komt van regionale spoorwegorganisaties.
Ecorys concludeert onder meer dat bij een mogelijke verkoop, de exploitatie inkomsten voor de NS met honderden miljoenen euro’s kunnen dalen. Daarnaast dreigt een lagere dividenduitkering voor het Rijk, door hogere financieringskosten voor de NS als gevolg van de dalende bezittingen. Ook benadrukt Ecorys dat bij verkoop aan een derde partij de kwaliteit van voorzieningen op stations in het geding kan komen. Immers, voor reizigers belangrijke voorzieningen als toiletten of wachtruimtes zijn voor commerciële partijen een vaak niet renderende kostenpost.
Het bureau concludeert verder dat een verkoop aan ProRail nog het meest voor de hand ligt als optie, zeker kijkend naar de belangen van de reiziger, maar ook het feit dat de stations in handen blijven van een publieke organisatie, waardoor dividenduitkering aan het Rijk gewaarborgd blijft. Toch kan de verkoop voor een verzwakking van de financiële positie van NS leiden, aldus de adviseurs.
Geen gewenst scenario
Of een van de opties reëel wordt in de toekomst is nog onduidelijk. Voorlopig geeft de staatssecretaris aan dat een verkoop geen gewenst scenario is en ziet de noodzaak van een dergelijk besluit niet in. "Zo'n afsplitsing is niet proportioneel gezien de omvang van de problematiek en de maatregelen die reeds genomen worden," aldus Van Mansveld.