CE Delft: Doelstellingen Landelijk Afvalbeheerplan behaald
De overheidsdoelstellingen op het gebied van afvalverwerking zijn in de afgelopen jaren redelijk goed gerealiseerd. De stort van brandbaar afval is drastisch gedaald, de energieproductie van afval-verbranding is gestegen en de nuttige toepassing van afval in diverse sectoren is gestegen. Dit blijkt uit een onderzoeksrapport van CE Delft.
In 2003 heeft de Nederlandse regering voor het eerst een landelijk beleidskader ontwikkeld voor afvalbeheer (‘Landelijk Afvalbeheerplan’). Het beleid, dat bekend staat als LAP1, liep tot 2009 en bestond uit vijf voornaamste doelstellingen, waaronder het zorgen voor meer afvalscheiding, het bevorderen van marktwerking en innovatie en het verbeteren van recycling-mogelijkheden. In 2009 werd vervolgens een vervolgbeleid ingevoerd, het zogeheten LAP2. Deze bestaat uit veertien (aangescherpte) doelstellingen en is geldig tot en met 2015.
Evaluatie
Als voorbereiding op het beleid voor de periode na 2015 (LAP3) wilde het Ministerie van Infrastructuur en Mileu de effectiviteit van LAP1 en LAP2 evalueren. Het ministerie schakelde CE Delft in, een adviesbureau uit Delft, om een beknopte ex-post evaluatie door te voeren.
Uit de doorlichting blijkt dat over de hele linie de overheid kan terugkijken op geslaagd beleid. “Het grootste deel van de kwantitatieve doelstellingen zijn bereikt” schrijven de onderzoekers. Zo heeft het beleid gezorgd voor een hoger hergebruikpercentage van bouw- & sloopafval en industrieel afval, een vermindering van CO2 emissies en verbeterde marktwerking, waardoor de prijzen voor bedrijven en consumenten aanvaardbaar zijn gebleven. Op twee gebieden zijn de doelstellingen echter niet gehaald: de milieudruk van de 7 prioritaire afvalstromen* is niet met 20% verminderd en het cradle-to-cradle concept is onvoldoende verankerd binnen het afvalbeheersproces.
Een overzicht van de evaluatie per doelstelling voor het huidige beleid (LAP2):
* De zeven prioritaire afvalstromen zijn: papier en karton, textiel, bouw- en sloopafval, organisch afval/voedselresten, aluminium, PVC en grof huishoudelijk afval.