Van versnippering naar verbinding: Dirk de Wit zet zich in voor impactvolle digitalisering in de zorg

03 juni 2025 Consultancy.nl

De zorg is één van de belangrijkste sectoren van de samenleving, maar ook een sector die onder grote druk staat. Terwijl digitalisering verlichting belooft, blijkt het waarmaken van die belofte verre van eenvoudig. Dirk de Wit, managing partner bij Bvolve, helpt zorginstellingen al acht jaar om wél impact te maken met digitalisering. Een belangrijke sleutel ligt volgens hem in een robuust gezondheidsinformatiestelsel. 

Het probleem is bekend en de oplossing lijkt logisch: de zorg kampt met een structureel tekort aan mensen en geld, en digitalisering biedt allerlei mogelijkheden om met minder medewerkers én goedkoper aan de stijgende zorgvraag te voldoen. De realiteit blijkt echter weerbarstig: ondanks alle investeringen in digitalisering zijn bijvoorbeeld ziekenhuizen de afgelopen tien jaar minder productief geworden

Een belangrijke oorzaak is dat de toch al schaarse zorgprofessionals steeds minder tijd overhouden voor het belangrijkste: het bieden van goede zorg. 

“Ze besteden tot 40% van hun tijd aan administratie, mede door de complexiteit van registratie en een gebrek aan digitale vaardigheden”, schetst Dirk de Wit. “De systemen zijn vaak niet ontworpen vanuit het perspectief van de zorgverlener en regels worden top-down opgelegd.” 

Deels is die toegenomen administratieve last dus juist het gevolg van digitalisering en de ambitie om meer datagedreven te werken. Dat betekent echter niet dat dergelijke initiatieven per definitie averechts werken, benadrukt De Wit.

“Digitalisering kan wel degelijk helpen, maar dan moet het gericht zijn op ondersteuning van zorgprofessionals en het voorkomen of uitstellen van zorg. Kleine digitale toepassingen, bijvoorbeeld gericht op eigen regie van de patiënt, kunnen hier al verschil maken.” 

Holistische digitalisering 

De Wit weet waarover hij het heeft. Hij richt zich al ruim 35 jaar op digitalisering en informatiemanagement, sinds 2000 als adviseur. De afgelopen acht jaar focust hij zich daarbij vooral op het zorgveld. Sinds 2021 is hij managing partner van Bvolve, een adviesbureau gericht op digitalisering en organisatietransformaties.

“Onze holistische benadering maakt het mogelijk vraagstukken echt te doorgronden.” 

Daarbij richt Bvolve zich op architectuur, processen, data en verandering. Cruciaal voor de aanpak van het bureau, aldus De Wit, is dat deze vier elementen met elkaar in verbinding worden gebracht: “Die holistische benadering maakt het mogelijk vraagstukken echt te doorgronden.” 

In deze visie schuilt volgens hem ook meteen een deel van het antwoord op de digitaliseringsproblemen waar de zorg mee worstelt. “Oplossingen die niet aansluiten op de praktijk en een gebrek aan digitale vaardigheden, medewerkers die onvoldoende worden meegenomen in de verandering – dit zijn allemaal problemen die je kunt voorkomen met een holistische blik op digitalisering.”

Gezondheidsinformatiestelsel

De afgelopen jaren ondersteunde De Wit al vele zorgpartijen met de integrale aanpak die Bvolve kenmerkt: met oog voor de zorgprofessional en de patiëntreis kijken hoe processen en gegevensstromen kunnen worden geoptimaliseerd en welke verandering hiervoor nodig is.

Een project dat er voor hem in het bijzonder uitspringt, is een opdracht voor het ministerie van VWS. Het is dan ook een project waarin de visie van Bvolve volop tot haar recht komt. Maar veel belangrijker nog: hij denkt dat de resultaten de komende jaren een sleutelrol kunnen gaan spelen in het realiseren van écht impactvolle digitalisering in de zorg. 

“Samen met partijen als Nictiz, VZVZ en ZN heeft VWS een nieuwe visie en strategie voor het gezondheidsinformatiestelsel ontwikkeld”, vertelt De Wit. “Mijn rol varieerde van strategisch adviseur tot programmamanager.” 

“Doordat informatie niet eenvoudig kan worden gedeeld, moeten patiënten keer op keer hun verhaal doen.”

De reden dat hij veel verwacht van het nieuwe gezondheidsinformatiestelsel, is dat het voorziet in een belangrijke randvoorwaarde voor digitalisering en datagedreven werken.

“Het doel is om ervoor te zorgen dat informatie voor de zorg voor alle zorgverleners beschikbaar is en dat gezamenlijk gebruik van data mogelijk is, via eenduidige afspraken, standaarden, specificaties en implementaties. De beschikbaarheid van informatie moet bijdragen aan een betere regie op de persoonlijke gezondheid van de burger.” 

Verbinding op landelijk niveau 

Daar is grote behoefte aan, legt hij uit. “Na het mislukken van het landelijke EPD in 2011 viel de regie weg. Sindsdien hebben zorginstellingen talloze digitale en technologische innovaties in gebruik genomen. Zo is grote versnippering ontstaan, wat brede opschaling in de weg zit.” 

Anders gezegd: de zo belangrijke verbinding ontbreekt ook op landelijk niveau. Dit draagt ook weer bij aan de administratieve last voor zorgprofessionals. 

“Doordat informatie niet eenvoudig kan worden gedeeld, moeten patiënten keer op keer hun verhaal doen en moeten zorgverleners – vaak handmatig – al die informatie weer opnieuw registreren”, schetst De Wit. “Dit vergroot ook nog de kans op fouten. Zo kan nieuwe medicatie worden voorgeschreven die niet past bij de medicatie die al gebruikt wordt.”

“Het kan en moet soms sneller, maar de richting is goed.”

Richting de toekomst wordt het optimaal delen van informatie alleen maar belangrijker. “We gaan steeds meer naar netwerkzorg, waarin een groot deel van de zorg buiten de muren van het ziekenhuis wordt verleend. De patiënt of cliënt, zorgverleners, mantelzorgers en informele zorgverleners – allemaal moeten ze de juiste informatie, op het juiste moment op de juiste plek hebben.”

Lef, samenwerking en ecosystemisch denken 

Inmiddels liggen de nieuwe visie en strategie voor het gezondheidsinformatiestelsel er. “Die vormen nu de leidraad voor veel landelijke en regionale initiatieven”, aldus De Wit. “Daarmee komt de regie langzaam terug bij VWS, dat grote stappen zet in randvoorwaarden zoals een landelijk dekkende infrastructuur, generieke functies, vertrouwensstelsels en programma’s als medicatieoverdracht.” 

Hij heeft goede hoop dat het de effectieve inzet van digitalisering in de zorg in een versnelling gaat brengen. “De basis ligt er, de intentie is er – nu is het tijd voor lef, samenwerking en ecosystemisch denken. VWS en haar partners gaan de komende jaren echt stappen zetten – het kan en moet soms sneller, maar de richting is goed. Digitalisering kan daadwerkelijk bijdragen aan verlichting van de werkdruk en betere én betaalbare zorg.” 

Want dat is waar het uiteindelijk allemaal om draait – en wat het werk voor De Wit extra betekenisvol maakt. “Wat mij drijft, is organisaties en mensen verder helpen. En dan zijn er weinig plekken waar je zoveel maatschappelijke impact kunt maken als in de zorg.” 

Vroeg of laat krijgen we er immers allemaal mee te maken, en dan wil je uiteraard het beste voor jezelf of je dierbaren. 

“Ik neem vaak het verhaal van mijn vader mee”, vertelt De Wit. “Als oudere man in een kwetsbare fase kreeg hij prachtige zorg. Ik ervoer echter wel digitale frustratie. Hij is er niet meer, maar zijn ervaring blijft mijn referentiepunt. We kunnen niet alles oplossen, maar wél bijdragen – vanuit opdracht én intrinsieke betrokkenheid. Dat geeft mij energie en voldoening.”

More on: Bvolve
Netherlands
Company profile
Bvolve is a Netherlands partner of Consultancy.org
Partnership information »
Partnership information

Consultancy.org works with three partnership levels: Local, Regional and Global.

Bvolve is a not a partner of Consultancy.org.

Upgrade or more information? Get in touch with our team for details.