Vijf trends voor facility professionals in het hoger onderwijs
Ontwikkelingen als veranderende studentbehoeften, digitalisering, bezuinigingen en een krappe arbeidsmarkt drukken hun stempel op de onderwijssector. Dit vertaalt zich ook naar de wereld van facilitaire diensten. Pieter Buis, Manager Consultancy bij HEYDAY Consultancy, vertelt over de belangrijkste facility management-trends in het hoger onderwijs.
1: De student centraal
Het welbevinden en de behoeften van studenten staan steeds meer centraal. Dat is belangrijk, want het welzijn van een deel van hen staat nog altijd onder druk. Zo geeft één op de vier studenten in het middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs aan dat het slecht gaat met hun mentale gezondheid.
“Het is belangrijk om voorzieningen optimaal af te stemmen op studenten”, zegt Buis. “Onderzoek daarom goed waar zij behoefte aan hebben en creëer een gezonde en veilige omgeving, die leren en ontwikkelen bevordert. Denk aan het inrichten van aantrekkelijke leerplekken, maar ook aan het aanbieden van gezond eten of de mogelijkheid om hybride te leren en digitaal colleges te volgen. Want sinds de coronacrisis is deels op afstand leren de norm.”
2: Minder studenten en krappe arbeidsmarkt
Hoewel digitale leeromgevingen geen uitzondering meer zijn, hebben studenten en docenten de behoefte om elkaar regelmatig fysiek te ontmoeten. “Daarom is het belangrijk om een aantrekkelijke leer- en werkomgeving en ontmoetingsplek te creëren”, zegt Buis. “Voor de huidige studenten en docenten, maar ook om nieuwe studenten en medewerkers aan te trekken. Want ook dit jaar is er sprake van minder studenten en een krappe arbeidsmarkt.”
In 2022-2023 daalde het aantal inschrijvingen in het hbo ten opzichte van het jaar daarvoor. Ook de instroom in de wo-bachelor was in dat jaar lager. Dat komt doordat studenten bijvoorbeeld vaker een tussenjaar nemen of direct starten met werken.
Buis: “Deze ontwikkelingen vragen om een andere kijk op onder meer huisvesting. Onderwijsinstellingen zitten vaak voor langere tijd vast aan huurovereenkomsten, waardoor ze gebouwen niet zomaar kunnen opzeggen. Wat wel kan is het flexibeler inrichten van lokalen, waarin je modulaire meubels kunt aanpassen aan het aantal studenten. Of het delen van ruimtes met andere organisaties om kosten te verlagen en het gebouw optimaal te benutten.”
3: Datagedreven facility management
Data speelt een grote en belangrijke rol bij het inzicht krijgen in bijvoorbeeld het gebruik van ruimtes en de behoeften van studenten. “Om gebouwen optimaal in te richten, een beeld te krijgen van processen én trends te voorspellen, is de juiste data nodig”, schetst Buis.
“Zo kun je data over de bezetting van het gebouw gebruiken om efficiënter om te gaan met energie”, legt hij uit. “Of om het aanbod in de kantine aan te passen aan het aantal mensen dat die dag aanwezig is. Op die manier bespaar je kosten en ga je efficiënt om met de middelen die je hebt. Daarnaast is het waardevol om facilitaire processen te standaardiseren.”
Als je bijvoorbeeld een standaard aanpak hanteert voor onderhoudsbeheer, komt er focus en ruimte vrij voor andere zaken. “Die ruimte kun je gebruiken om maatwerk te leveren en te investeren in het verder verbeteren van de onderwijskwaliteit.”
4: Brede samenwerkingen
Een andere manier om efficiënter te werken, is door brede samenwerkingen aan te gaan. Dat kan met andere onderwijsinstellingen, maar ook met organisaties uit andere branches die te maken hebben met vergelijkbare uitdagingen.
Buis: “Denk aan onderzoeksinstellingen of technologiebedrijven. Door samen te werken en in gesprek te gaan, kun je elkaars kennis en praktijkervaringen beter benutten. Bijvoorbeeld als het gaat om een flexibele inrichting van ruimtes.”
“In onze netwerkbijeenkomsten voor hogescholen en kunsthogescholen is samenwerken een veelbesproken thema. Ook delen we regelmatig kennis en ervaringen rondom technologische ontwikkelingen en kunstmatige intelligentie. Zo bespreken we de mogelijkheden van technologie binnen het onderwijs en welke kansen en uitdagingen we in de toekomst kunnen verwachten.”
5: Duurzame gebouwen en facilitaire diensten
Tot slot duurzaamheid. Het is een thema dat in elke sector speelt, dus ook binnen onderwijsorganisaties. Om de klimaatdoelen van 2030 en 2050 te halen, zijn sectorale routekaarten opgesteld voor onder meer het hbo en wo. Deze routekaarten helpen organisaties bij de CO2-reductie en het behalen van de doelen uit het Klimaatakkoord van Parijs.
“Voor onderwijsorganisaties is verduurzaming vaak een uitdaging”, weet Buis. “Vooral door het gebrek aan tijd, mensen en (financiële) middelen. Daarom adviseren we organisaties over het zo efficiënt mogelijk verduurzamen en inrichten van gebouwen en facilitaire dienstverlening. Bijvoorbeeld door te werken met energiezuinige verlichtingssystemen. Of door lokale voeding aan te bieden en het recyclen van afval beter te organiseren.”