Studie: Nederlands wagenpark vóór 2050 volledig elektrisch
Het Nederlandse wagenpark is tegen 2050 volledig elektrisch, zo voorspelt ElaadNL in een nieuwe studie.
In 2050 moet Nederland de in Parijs overeengekomen klimaatdoelen hebben gerealiseerd. Dat houdt in dat ons land zijn CO2-uitstoot met 100% heeft teruggedrongen ten opzichte van het basisjaar 1990. Om dit te bewerkstellingen, stapt Nederland momenteel over op duurzame energiebronnen zoals windmolens en zonnepanelen.
Ook worden vervuilende auto’s vervangen voor duurzame alternatieven. En dat gaat voorspoedig, meent ElaadNL. Het het kennis- en innovatiecentrum voor het opladen van elektrische voertuigen verwacht dat het Nederlandse wagenpark vóór 2050 volledig elektrisch is: in dat jaar zoeven ruim 10 miljoen e-personenauto’s over onze wegen.
Voor hun studie ontwikkelden de onderzoekers drie scenario’s. In het strengste scenario is het Nederlandse wagenpark in 2049 volledig geëlektrificeerd, in het minst strenge wordt dat al in 2041 bereikt. Het middelstrenge scenario gaat uit van 2044. Conclusie: volgens alle scenario’s is ons wagenpark vóór 2050 volledig elektrisch.
De groei van het aantal elektrische auto’s in ons land zal op korte termijn iets vertragen. Dat komt doordat verschillende stimuleringsmaatregelen worden afgebouwd, terwijl nog geen duidelijkheid bestaat over het nieuwe Nederlandse beleid rondom e-personenauto’s.
Het overkoepelend beleid vanuit Brussel is echter kraakhelder: vanaf 2035 mogen binnen de Europese Unie geen nieuwe brandstofauto’s meer worden verkocht. Deze wetgeving geldt dan ook voor Nederland, en zal een aanjagend effect hebben op de groei van elektrisch rijden.
De betaalbaarheid van elektrisch rijden speelt ook een rol. Autofabrikanten brengen steeds meer betaalbare e-modellen op de markt. Dit kunnen ze doen omdat ze op grotere schaal produceren, waardoor de gemiddelde productiekosten dalen.
Bovendien wordt de laadinfrastructuur meer volwassen, kunnen toekomstige elektrische auto’s langere afstanden overbruggen en wordt betalen voor elektrische tanken gemakkelijker. Al die ontwikkelingen dragen bij aan de elektrificatie van het Nederlandse wagenpark.
Lees ook: De wereld elektrificeert. Wat betekent dat voor de toekomst van benzinestations?
Bij hun analyse uit 2021 zagen de onderzoekers nog een rol weggelegd voor waterstofauto’s. Daar komen ze nu op terug. “Waterstof zal naar verwachting geen rol meer spelen, omdat fabrikanten en overheden geen toekomst zien in personenauto’s die zich voortbewegen op deze energiebron.”
De stand van zaken
Op dit moment is 5% van het Nederlands wagenpark reeds geëlektrificeerd. Per gemeente bestaan echter grote verschillen: in sommige gemeenten rijdt minder dan 1% elektrisch, in andere meer dan 15%.
In absolute aantallen zijn momenteel de meeste e-personenauto’s te vinden in de Randstad en daarbuiten vooral in meerdere grote Noord-Brabantse en Gelderse gemeenten. De belangrijkste reden laat zich raden: in deze gebieden wonen verreweg de meeste mensen.
In relatieve termen verloopt de adoptie van e-personenauto’s gelijkmatiger, schrijven de onderzoekers. “We zien dan een genuanceerder beeld dat laat zien dat ook in gemeenten buiten de Randstad, Noord-Brabant en Gelderland heel wat e-personenauto’s aanwezig zijn.”
Laadinfrastructuur
Op dit moment bevinden de meeste reguliere laadpunten zich in de grote(re) gemeenten. Verder concentreren de snellaadlocaties zich vooral rond het hoofdwegennet. De onderzoekers van ElaadNL verwachten dat er in de komende jaren meer snelladers zullen worden gerealiseerd op binnenstedelijke locaties, zoals bij tankstations en supermarkten.
Thuislaadlocaties zijn op dit moment het populairst. In 2050 is dat nog steeds het geval: dit komt door de één-op-één verhouding tussen het aantal gebruikers en het aantal e-personenauto’s bij deze laadpunten.
“(Semi-)publieke laadpunten zullen in 2050 door steeds meer gebruikers worden benut. In de Randstad zien we dat het aandeel publiek laden relatief hoger ligt dan het aandeel thuislaadpunten door de ruimtelijke inrichting. Werklaadpunten liggen over het algemeen meer verspreid over het land”, aldus de onderzoekers.
