In gesprek met: Susan van de Laak (Common Eye)
Susan van de Laak werkt inmiddels anderhalf jaar bij Common Eye. Als procesregisseur is ze betrokken bij het vormgeven van samenwerkingen, en als trainer en coach en begeleidt ze teams en personen rondom samenwerkingsvraagstukken. “Alles valt steeds meer op zijn plek. De uitdagingen die ik krijg en de kennis en ervaring die ik breng.”
Waarom heb je gekozen voor het adviesvak?
“Sinds 2020 vervul ik een externe adviesrol en dat was een bewuste keuze. Door mijn jarenlange ervaring in lijnfuncties – als netwerkleider, als vertrouwenspersoon en als intern adviseur – heb ik een gevarieerde bagage. Ik heb zoveel dingen gezien en gedaan, en zoveel verschillende rollen ingevuld; al deze kennis en vaardigheden komen nu samen in het adviseurschap.”
Wat gaf de doorslag in je keuze voor Common Eye?
“Als zelfstandig adviseur deed ik het eerst alleen. Sinds ik hier werk doe ik het samen en ontdek ik telkens nieuwe vraagstukken en plekken. Dit vergroot mijn wereld en ik leer veel. Dat gaat twee kanten op, want met mijn bagage kan ik anderen helpen. Nooit stoppen met leren en ontwikkelen, is mijn motto.”
“En in mijn eerdere rollen was ik bezig met het onderwerp samenwerken. Dus de inhoudelijke match bij Common Eye past mij erg goed.”
Wat is jouw specialisme?
“Allereerst dat ik dus langdurige trajecten doe. Het stopt niet bij advisering. Zoals bij de gemeente Amsterdam heb ik een adviestraject doorlopen en deed ik tegelijkertijd een interim-opdracht. Hierdoor kon ik het advies ook een stap verder brengen richting de implementatie. En ik ben er trouwens nog steeds bij betrokken.”
“Inhoudelijk gezien ligt mijn voorkeur bij stedelijke ontwikkelingen en vraagstukken – zoals woningbouw, infrastructuur, energietransitie, gebiedsontwikkeling – en het sociaal domein. Ik zoek naar de verbinding tussen deze domeinen. Denk bijvoorbeeld aan de combinatie van wonen en zorg bij woningcorporaties of bestaanszekerheid in relatie tot de energietransitie.”
“En omdat ik zelf netwerkleider (onder andere bij KLIMMR in de corporatiesector) ben geweest, weet ik wat het is om met de voeten in de klei van een samenwerking te staan.”
Hoe ga je om met verschillende belangen in een samenwerking?
“Het belangrijkste is dat er verschillende belangen mogen zijn. Dat ze herkend en erkend worden. En dan heb ik het niet alleen over belangen tussen diverse partijen, maar ook binnen één organisatie. Als je alle belangen open durft neer te leggen en inzichtelijk maakt, biedt dat ruimte voor een daadwerkelijke of betere samenwerking.”
“Ik ben erg enthousiast over socratische gespreksbegeleiding – een aanpak vanuit de filosofie – om meer inzicht te krijgen in de belangen van verschillende partijen en de invloed die ze kunnen hebben in het oplossen van het vraagstuk.”
Wat vind je het minst leuk aan je werk?
“Afscheid nemen en loslaten vind ik minder leuk. Je gaat toch een beetje houden van de mensen en de organisatie waar je een opdracht voor doet. Je hebt intensief contact en je leert elkaar goed kennen. Maar loslaten hoort erbij. Als mensen in de organisatie het zelf verder oppakken, heb ik mijn werk goed gedaan.”
Waar liggen volgens jou de grootste uitdagingen in samenwerkingen?
“De vraagstukken en opgaven, zoals de energietransitie, nemen toe aan complexiteit. Daarom worden er allerlei samenwerkingsinitiatieven en netwerken opgericht, zowel landelijk als decentraal. Hoe kies je als partij waar je wel aansluit en op welke manier, en waar niet. En zijn er mogelijkheden om netwerken aan elkaar te verbinden? Zodat we op alle niveaus kennisdelen? Misschien hoef jij je dan niet overal bij aan te sluiten. Dat zie ik als een grote uitdaging.”
“Een andere uitdaging is dat je het samenwerken in netwerken er niet even bij doet, naast je ‘gewone’ werk. Het is (onderdeel van) je werk. Hoe word je je als organisatie en medewerker hiervan bewust, zodat medewerkers werkelijk de tijd hebben en nemen voor netwerken en samenwerkingsverbanden? Dat is een vraag die ik van veel deelnemers van netwerken hoor en waarover ik graag wil meedenken.”