Sandra Zwijsen en Peter-Jan Kamphuis werken bij Significant Public aan toekomstbestendige zorg
Dit najaar sloten Sandra Zwijsen en Peter-Jan Kamphuis zich aan bij het zorgteam van Significant Public. Beiden brachten ze zo’n 20 jaar ervaring in de sector mee naar het bureau. En die is méér dan welkom, want de Nederlandse zorg staat voor enorme opgaven. We spraken met Zwijsen en Kamphuis over de belangrijkste uitdagingen, oplossingsrichtingen en de toegevoegde waarde van Significant Public.
Sandra Zwijsen kent de langdurige zorg als geen ander. Ze deed jarenlang onderzoek naar (en promoveerde op) probleemgedrag bij mensen met dementie en werkte als (neuro)psycholoog, inspecteur en kwaliteitsmanager.
Aan hart voor de zorg dan ook geen gebrek bij Zwijsen, maar nergens had ze het idee dat ze volledig op haar plek zat. “Iedere keer als ik mij weer op een nieuwe rol of een nieuw onderwerp richtte, merkte ik dat ik toch wat miste uit mijn voorgaande functies”, vertelt ze.
Dit bracht haar dit najaar bij Significant Public, de tak van Significant Groep die zich richt op advies- en onderzoek voor de zorg, het sociaal domein, justitie en veiligheid. “Hier vind ik een grote verscheidenheid in opdrachten, rollen én expertisegebieden. De dynamiek die dat met zich meebrengt past goed bij mij als persoon.”
“Daarnaast vind ik het belangrijk dat wat ik doe bijdraagt aan betere zorg voor kwetsbare mensen”, benadrukt ze. “Significant Public is een inhoudsgedreven organisatie, waarbij het maatschappelijk belang van opdrachten vooropstaat. Dat past goed bij mijn eigen normen en waarden.”
Bijdragen aan betere zorg
De zorg loopt ook als een rode draad door de loopbaan van Peter-Jan Kamphuis. Hij werkte onder meer als adviseur en (programma)manager bij een zorgverzekeraar en in de jeugdzorg, in de langdurige zorg en bij een kwaliteitsinstituut voor zorgorganisaties. En net als Zwijsen sloot hij zich in september aan bij Significant Public om de volgende stap te zetten in wat hem drijft: maatschappelijke impact maken.
“Significant heeft een sterke reputatie en mooie kring van opdrachtgevers”, motiveert hij zijn keuze voor het bureau. “Maar belangrijker nog: hier werken stelt mij in de gelegenheid om op strategisch niveau bij te dragen aan de verbetering van zorgsystemen, processen en beleid.”
“Vanuit mijn rol als consultant kan ik een breed scala aan vaardigheden toepassen om de efficiëntie van zorginstellingen te vergroten, problemen op te lossen en innovatie te stimuleren”, legt hij uit.
Betaalbaar en toegankelijk
Dat de zorg flink zal moeten innoveren moge duidelijk zijn. Een kluwen van verstrengelde oorzaken zet de sector al jaren onder druk, waardoor het steeds lastiger wordt om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden. “Dit is een complexe kwestie die afhankelijk is van verschillende factoren”, aldus Kamphuis.
Een van de meest prangende uitdagingen is het structurele personeelstekort. “Omdat simpelweg ‘meer personeel’ geen reële oplossing is, zal er echt een omslag in de sector én de maatschappij moeten plaatsvinden wat betreft welke zorg door wie geleverd moet worden”, stelt Zwijsen. “Dat zullen niet enkel meer de traditionele zorgverleners zijn.”
“In de praktijk behoren velen van ons met een been in het ene, een arm in het andere, en ons hoofd in een derde hokje.”
Volgens Kamphuis moet ook steviger worden ingezet op preventie en vroegtijdige interventie. “Dit vraagt vooral om een effectievere aanpak van de belemmeringen en barrières waar gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars in de praktijk op stuiten.”
Domeinen overstijgen
Wat daarnaast cruciaal is, zo geven beide adviseurs aan, is om nieuwe zorgmodellen te ontwikkelen waarin de grenzen tussen de traditionele zorgdomeinen worden doorbroken. “In het kader van financiering en regelgeving is het prettig overzichtelijk om mensen in hokjes in te delen, maar in de praktijk blijken velen van ons met een been in het ene, een arm in het andere, en ons hoofd in een derde hokje te behoren”, legt Zwijsen uit.
“Zorgorganisaties worstelen daardoor bijvoorbeeld met cliënten die zowel een psychiatrisch als een gerontologisch ziektebeeld hebben – valt deze cliënt onder de Wzd of onder de Wvggz? Hetzelfde geld voor mensen met een verstandelijke beperking en dementie – valt dit onder het zorgprofiel VG of VVT?”, illustreert ze enkele dilemma’s.
Bovendien, zo geeft ze aan, staan de hokjes ook de transitie naar toekomstbestendige en passende zorg in de weg. “Bijvoorbeeld wanneer Wlz-bekostigde organisaties hun diensten, zoals behandeling of dagbesteding, extramuraal willen aanbieden, valt het dan onder de Wlz, Zvw of Wmo?”
Kortom: genoeg urgentie voor het komen tot nieuwe zorgmodellen én genoeg lastige vraagstukken die daarbij komen kijken. “In ieder geval cruciaal is dat de nieuwe zorgmodellen gebaseerd zijn op een strategische visie die is vertaald in geschikte financiering, passende wet- en regelgeving en de juiste incentives”, schetst Kamphuis.
Meteen aan de slag
Met zoveel uitdagingen in de sector konden Kamphuis en Zwijsen in september meteen vol aan de slag. “Zo heb ik met enkele collega’s een aantal gemeenten ondersteund bij het maken van de afweging over het gebruik van prijsplafonds bij het contracteren van jeugdhulpaanbieders”, vertelt Kamphuis.
“Op dit moment ben ik vooral bezig met projecten die verband houden met domeinoverstijgende samenwerkingen”, geeft hij aan. “Enerzijds op het terrein van het onderzoeken van de effectiviteit van experimenten in dit kader, en anderzijds bij het ondersteunen van partijen bij het starten van deze samenwerkingen.”
Ook Zwijsen zit niet om werk verlegen. “We evalueren voor een aantal gemeentes een pilot die het sociaal en medisch domein dichter bij elkaar moet brengen. Ook ben ik voor VWS bezig met kwartiermaken voor de oprichting van regionale participatiehubs.”
Van regels naar kaders
Daarnaast werken Zwijsen en Kamphuis ook samen aan een opdracht. “We werken aan een propositie waarmee we organisaties in de langdurige zorg willen ondersteunen bij het omgaan met professionele dilemma’s in een sector die voortdurend in ontwikkeling is en steeds complexer wordt”, geeft Kamphuis aan.
“In de langdurige zorg is het inschakelen van een adviesbureau nog ongebruikelijk. Dat is denk ik echt zonde.”
“We proberen een manier te ontwikkelen om organisaties op weg te helpen van wet- en regelgeving naar praktijk”, vult Zwijsen aan. “We signaleren dat de tendens van de wetgever en de regelgevende instanties steeds meer richting het bieden van kaders in plaats van strikte regels gaat.”
“Dit biedt kansen voor zorgorganisaties, maar vraagt ook een bepaalde mate van volwassenheid en onzekerheidstolerantie”, legt ze uit. “Wij willen organisaties helpen bij deze transitie, op een manier die aansluit bij de cultuur in de langdurige zorg om vooral in actie en oplossingen te denken.”
Toekomstbestendige verandering
Als senior adviseurs spelen Kamphuis en Zwijsen ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van de zorgpraktijk van Significant Public. Een belangrijk speerpunt daarin is het verder uitbouwen van de klantenkring onder zorgaanbieders.
“Dankzij onze expertise op thema’s als domeinoverstijgende samenwerking, extramuralisering en doelmatigheidsonderzoek, kunnen we zorgaanbieders praktisch ondersteunen en helpen met het aanpakken van de uitdagingen van deze tijd”, aldus Kamphuis. “Ons doel is om door middel van deze kennis en ondersteuning een waardevolle bijdrage te leveren aan de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg.”
Zwijsen geeft aan dat zeker binnen de langdurige zorg nog veel te winnen is. “Daar is het inschakelen van een onderzoeks- en adviesbureau nog niet zo’n bekend fenomeen. Dat is denk ik echt zonde, want ik zie nu zelf hoeveel expertise er bij een bureau als Significant zit – juist ook op onderwerpen waar de langdurige zorg zelf mee moeite mee heeft.”
“Het gaat dan niet zozeer om de inhoudelijke kennis – die bij de professionals zelf uiteraard ruim aanwezig is – maar kennis over doelmatig of projectmatig werken, een PDCA-cyclus aanhouden, implementeren en het borgen van veranderingen. Dat zijn toch zaken die in de sector vaak moeilijk gevonden worden”, legt ze uit.
Ze hoopt dan ook dat meer zorgorganisaties niet zelf het wiel proberen uit te vinden, en in plaats daarvan externe expertise inschakelen. “Ik denk dat hier echt een kans ligt. Door ondersteuning te krijgen op deze processen leveren de tijd en energie die je in een project stopt daadwerkelijk een toekomstbestendige verandering op.”