Familiebedrijf krijgt amper aandacht in verkiezingsprogramma’s
De 286.000 familiebedrijven in ons land krijgen te weinig aandacht van de politiek. Dat stellen RSM, Van Lanschot Kempen en Nyenrode Business Universiteit in een nieuw onderzoek.
De onderzoekers peilden in de aanloop naar de verkiezingen op woensdag 22 november hoe dga’s van familiebedrijven kijken naar hun relatie met de politiek. De resultaten zijn – voor politici – niet bijster rooskleurig te noemen.
Slechts 15% van de directeuren en eigenaren van Nederlandse familiebedrijven vindt dat de politieke partijen voldoende rekening houden met hun belangen. Bijna 80% denkt dat een nieuw kabinet de belemmeringen waar het familiebedrijf op dit moment mee te maken heeft niet goed gaat aanpakken.
De drie onderzoekerspartijen zijn dan ook unaniem in hun advies richting Den Haag. “Het onderzoek laat een duidelijk beeld zien. Het wordt tijd dat de politiek meer aandacht gaat besteden aan familiebedrijven”, aldus Roberto Flören, hoogleraar Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht bij Nyenrode Business Universiteit.
Mark Buitenhuis, Managing Director bij Van Lanschot Kempen, voegt toe: “Familiebedrijven zijn een belangrijke economische motor. De politiek zou meer oog moeten hebben voor hun belangen, zodat ook volgende generaties kunnen blijven ondernemen en werkgelegenheid kunnen blijven verschaffen.”
Programma’s
Een doorlichting van de beschikbare (concept-)verkiezingsprogramma’s laat zien dat zeven partijen in de Tweede Kamer het familiebedrijf helemaal niet noemen. Het betreft D66, GroenLinks/PvdA, SP, Partij voor de Dieren, Volt, Denk en Bij1 (samen zijn deze partijen momenteel goed voor 62 zetels in de Tweede Kamer).
En in het geval van de overige partijen wordt het familiebedrijf veelal summier genoemd. Niet verrassend vindt maar liefst 76% van de directeuren van familiebedrijven dan ook dat de verkiezingsprogramma’s onvoldoende aandacht besteden aan de belangen van het familiebedrijf.
Thema’s die ze graag door de politiek opgepakt zien worden zijn de toenemende belastingdruk, de bedrijfsopvolgingsregeling (verschillende wijzigingen staan gepland voor de komende jaren), regeldruk en krapte op de arbeidsmarkt.
Met name de aanpassing vanaf 2025 van de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR), die voorziet in een belastingregeling bij de vererving van ondernemingsvermogen of bij het schenken van een onderneming of aanmerkelijk belangaandelen, is een heet hangijzer. Maar liefst 61% heeft er geen of weinig vertrouwen in dat de BOR door het nieuwe kabinet gehandhaafd wordt na de voorgestelde aanpassingen.
Laura Bles-Temme, co-Managing Partner van RSM: “De versobering van de vrijstelling van de BOR en verhoging van de schenk- en erfbelasting hebben zoveel impact dat een groot deel van de directeuren van familiebedrijven vreest voor het voortbestaan van hun familiebedrijf.”
Over de zorg rondom regeldruk zegt Flören: “75% van de respondenten geeft aan dat de regeldruk excessieve vormen aanneemt. En 87% stelt dat de politieke partijen onvoldoende aandacht hebben voor de administratieve lastenverlaging van het familiebedrijf. Daar zou een nieuw kabinet toch een keer echt serieus werk van moeten maken.”
Het belang van de familiebedrijven voor de Nederlandse economie is groot. Volgens het CBS telt ons land 286.000 familiebedrijven. Samen bieden ze werk aan 2,2 miljoen mensen, wat neerkomt op zo’n 44% van alle werknemersbanen.