PwC: Belastingdienst plaatste mensen op basis van uiterlijk en nationaliteit op zwarte lijst
Bij het inschatten van frauderisico’s beoordeelde de Belastingdienst zeker tientallen mensen op hun nationaliteit en uiterlijk, zo blijkt uit onderzoek van PwC. Zo kwamen de mensen terecht op de Fraude Signaleringsvoorziening (FSV), beter bekend als de zwarte lijst.
De Belastingdienst gebruikte de beruchte fraudelijst van 2013 tot maart 2020. Mensen werden op de lijst gezet wanneer de Belastingdienst zogeheten risicosignalen ontving. Het kon gaan om hoge aftrekposten in hun aangifte inkomstenbelasting, maar ook tips van anderen konden ertoe leiden dat iemand als potentiële fraudeur werd bestempeld. Op de lijst stonden zo’n 240.000 mensen, waaronder minderjarigen.
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) constateerde eerder dat de lijst – evenals zijn voorloper, die al sinds 2001 bestond – een “ongekende” schendig was van de beginselen van privacywet AVG. Of de Belastingdienst ook wordt beboet voor de wetsovertreding wordt nog onderzocht door de AP.
In december deelde de toezichthouder al wel een boete van €2,75 miljoen uit voor het “onrechtmatig” en “discriminerend” gebruik van persoonsgegevens in de beoordeling van aanvragen van kinderopvangtoeslag. De Belastingdienst beoordeelde deze tegen de regels in op criteria zoals de (dubbele) nationaliteit.
Risico-inschatting op basis van persoonskenmerken
Nu komen uit het onderzoek van PwC alweer de volgende misstanden rond etnisch profileren naar voren. Binnen de interne communicatie van de Belastingdienst vond het accountants- en adviesbureau voorbeelden waarin de risico-inschatting van fraude plaatsvond op basis van persoonskenmerken.
De onderzoekers schatten in dat in 11% van de onder de loep genomen dossiers “bijzondere persoonsgegevens” werden geregistreerd – denk aan etniciteit, medische gegevens en (tweede) nationaliteit.
Ook werden gegevens geregeld gedeeld met andere overheidsinstanties, zoals het UWV, de SVB, gemeenten, de strafrechtketen en het ministerie van Justitie en Veiligheid. PwC heeft niet onderzocht waarom die informatie werd gedeeld. Of de gegevensdeling wettelijk was toegestaan wordt nog onderzocht door de Belastingdienst.
De onderzoeksresultaten zijn in tegenspraak met eerdere uitspraken van de Belastingdienst. In 2020 kwam in onderzoek van Trouw en RTL Nieuws al naar voren dat de Belastingdienst zich bij de controle van de aangifte inkomstenbelasting schuldig maakte aan etnisch profileren. Destijds ontkende de Belastingdienst dat hier sprake van was bij de registratie op de FSV-lijst.
‘Fundamentele tekortkomingen’
PwC acht het aannemelijk dat de mensen die op basis van uiterlijk of nationaliteit op de zwarte lijst belandden daardoor zijn benadeeld. Net als anderen op de lijst kwamen ze vermoedelijk niet in aanmerking voor een soepele schuldsanering, kwijtschelding van schulden of een persoonlijke betalingsregeling. Anders dan in de toeslagenaffaire speelde de lijst volgens PwC geen rol in de beoordeling van aangiftes voor de inkomstenbelasting.
Nadat eerder al bleek dat verzoeken tot schuldsanering of betalingsregeling mogelijk ten onrechte werden afgewezen voor duizenden mensen op de zwarte lijst, besloot de Belastingdienst onlangs al te kijken naar een tegemoetkoming voor mensen die zijn benadeeld doordat ze op de lijst stonden.
In een reactie op de onderzoeksresultaten geeft Marnix van Rij, staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, aan dat hij het etnisch profileren “ten strengste” afkeurt. “De conclusies in de rapporten zijn hard en bevestigen dat de FSV fundamentele tekortkomingen vertoonde.”