FIFA en UEFA schermen met studies: Tweejaarlijks WK goudmijn of financiële strop?
Wat brengt een tweejaarlijks WK in het laatje? Deze vraag staat centraal in de nieuwste ronde van het gevecht tussen de FIFA en UEFA. Beide voetbalbonden kwamen afgelopen dagen met onafhankelijke rapporten over de financiële impact van het verdubbelen van het aantal WK’s. De FIFA liet berekenen dat het plan een kleine €4 miljard extra oplevert, terwijl de UEFA een studie liet uitvoeren die stelt dat de Europese bonden en competities €2,5 tot €3 miljard zouden mislopen.
In het voetbal wordt allang niet meer alleen maar op het veld fel gestreden. Na het fiasco van de Super League zijn het ditmaal de FIFA en de UEFA die de degens kruisen. De inzet is de frequentie waarmee het wereldkampioenschap voetbal wordt gespeeld. Al sinds de eerste editie in 1930 wordt het toernooi elke vier jaar gehouden, maar organisator FIFA heeft plannen om daar elke twee jaar van te maken.
De plannen worden uitgewerkt door voormalig Arsenal-coach Arsène Wenger, die vandaag de dag head of global development is bij FIFA. Hij pleit ervoor dat er straks ieder jaar een groot internationaal toernooi plaatsvindt, waarbij het WK steeds wordt afgewisseld met de verschillende continentale kampioenschappen, zoals het EK, de Copa América en de Africa Cup.
“Het idee is om de kwaliteit van het voetbal en de competities te verbeteren”, vertelde Wenger in september tegen de Franse krant L’Equipe. “Het gaat niet om geld.”
Geld speelt geen rol?
De bewering dat geld niet de drijfveer is achter het idee zal menig wenkbrauw doen fronsen, helemaal nu de FIFA zelf heeft laten uitzoeken wat een tweejaarlijks WK zou opleveren en de resultaten inzet om landen over de streep te trekken. Het Italiaanse Open Economics heeft voor de wereldvoetbalbond becijferd dat maar liefst $4,4 miljard (omgerekend zo’n €3,9 miljard) extra verdiend kan worden.
Het grootste deel daarvan – zo’n €3,1 miljard – wil de FIFA in een zogeheten solidariteitsfonds storten, waaruit elke nationale bond ieder jaar €15 miljoen ontvangt. Dit zal volgens de bond de kloof tussen de “ontwikkelde voetbaleconomieën” en “minder ontwikkelde voetbaleconomieën” verkleinen. De overgebleven extra inkomsten zegt de FIFA te zullen steken in verschillende voetbalgerelateerde ontwikkelingsprojecten.
Devaluatie en overbelasting
Veel kleine voetballanden steunen het voorstel dan ook, maar in de absolute epicentra van het mondiale voetbal – Europa en Zuid-Amerika – zijn de plannen controversieel. Clubs in de Engelse Premier League hebben zich verenigd in hun verwerping van het tweejaarlijks WK. Ook spelersvakbond FIFPro heeft zich tegen de plannen gekeerd, erop wijzend dat voetballers door de drukke speelschema’s nu al kampen met overbelasting.
“Het gaat niet om geld.”
En ook de EUFA en zijn Zuid-Amerikaanse evenknie CONMEBOL zijn fel tegen, waarbij naast de druk op spelers vooral de devaluatie van het WK en andere bestaande competities wordt genoemd als bezwaar.
Ernstige zorgen
Om deze argumenten kracht bij te zetten, liet de UEFA het Londense adviesbureau Oliver & Ohlbaum uitrekenen welke financiële gevolgen het voor Europese bonden en competities zou hebben als ieder jaar een WK of EK wordt gehouden. De uitkomst: in vier jaar zouden de bonden gezamenlijk €2,5 miljard tot €3 miljard mislopen.
Dit verlies wordt rechtstreeks gerelateerd aan de devaluatie van de verschillende competities: de Nations League, maar ook clubcompetities zouden minder interessant worden, wat zich vertaalt in lagere opbrengsten. Zo zouden de televisierechten minder op gaan brengen. Ook de WK’s zelfs zouden door de hogere frequentie aan inflatie onderhevig worden en hun inkomsten zien teruglopen.
Al met al schetst het rapport volgens de UEFA een “alarmerend” beeld en zegt de voetbalbond zich “ernstige zorgen” te maken over de “duurzaamheid” van het Europese voetbal.
Minder kwalificatieduels
De FIFA pareert de kritiek door erop te wijzen dat de inkomsten van clubcompetities juist hoger liggen in jaren waarin een WK of EK wordt gespeeld. Ook zouden spelers niet extra worden belast, aangezien voor een tweejaarlijks WK minder kwalificatieduels gespeeld zullen worden. Deze zullen bovendien allemaal in oktober en maart worden afgewerkt, waardoor spelers minder vaak ver hoeven te reizen.
“Het is ten dode opgeschreven.”
Daarnaast liet de FIFA een peiling houden onder 30.000 fans uit 130 landen, waaruit naar voren kwam dat 63,7% voorstander is van het tweejaarlijkse WK. Ook in Europa is volgens de enquête bijna de helft (48%) voorstander, terwijl ruim een kwart (27%) twijfelt en slechts een vijfde (21%) tegen is.
Meerderheid lijkt waarschijnlijk
De grote vraag is natuurlijk hoe het nu verder gaat. De 211 FIFA-lidstaten zullen op z’n vroegst in maart stemmen over het voorstel. Aangezien hier veel kleine voetballanden bij zitten lijkt de kans op steun van de meerderheid aanzienlijk, maar daarmee is het tweejaarlijkse WK niet automatisch beklonken.
Zo zouden clubs kunnen gaan dwarsliggen door te weigeren ieder jaar hun spelers vrij te geven voor een internationaal toernooi. Jonas Baer-Hoffmann, voorzitter van FIFPro – dat de nationale spelersbonden van 64 landen vertegenwoordigt – zegt dat het voorstel nauwelijks kans van slagen heeft: “Het is ten dode opgeschreven”, liet hij optekenen door persbureau AFP.
De huidige voetbalkalender van het mannenvoetbal loopt in 2024 af, dus er zal sowieso iets nieuws voor in de plaats moeten komen. Maar met zoveel tegenstrijdige belangen, opvattingen en partijen die een vinger in de pap willen, is het momenteel gissen hoe de toekomst van het internationale voetbal eruit zal zien.