Datagedreven (samen)werken biedt kansen voor sociaal domein
Veel gemeenten worstelen met de vele taken die ze sinds enkele jaren vervullen binnen het sociaal domein. Een belangrijk deel van het antwoord op de groeiende uitdaging kan volgens BDO-partner Anton Revenboer worden gevonden in datagedreven samenwerking en inkoop.
De rol die gemeenten vervullen binnen het sociaal domein – dat thema’s omvat als jeugdzorg, welzijn en werk & inkomen – is van cruciaal belang voor de samenleving. Het uitvoeren van het takenpakket wordt er de laatste jaren echter niet makkelijker op.
“De zorgvraag in het sociaal domein is het afgelopen jaar met 15% toegenomen, maar tegelijkertijd kromp het personeelsbestand met 10%”, vat Anton Revenboer het kort samen. “Er zijn dus rigoureuze maatregelen nodig”, aldus de adviseur, die zich in 2016 aansloot bij BDO en sinds 2019 partner is bij de adviespraktijk van het kantoor.
Het roer omgooien in het sociaal domein is echter niet eenvoudig, vertelt Revenboer. “Maar wel nodig”, voegt hij meteen toe. “Bijvoorbeeld op het gebied van aanbestedingen. Dat moet anders door te kijken naar de afspraken met aanbieders. Is open house wel toekomstbestendig? Of kun je beter meerjarige afspraken maken met een beperkt aantal aanbieders?”
Datagedreven inkoop
Daarnaast, zo stelt Revenboer, wordt in het sociaal domein onvoldoende gebruikgemaakt van de kracht van data. “Bij de inkoop van onder andere jeugdzorg via een gemeenschappelijke regeling zit de data vaak verstopt bij verschillende partners. Verzamel die gegevens en bundel ze. Dat is bijzonder nuttig.”
Willen organisaties actief in het sociaal domein vooruitgang boeken, dan moeten ze volgens Revenboer hun data paraat hebben. “Want alleen dan weten ze hoe de verschillende systemen waarvan ze gebruikmaken werken. Denk hierbij aan de budgetsystematiek, de wet- en regelgeving: waar bijten ze elkaar? Weet je dat, dan kun je verbeteringen realiseren.”
Regionale samenwerking
Veel taken uit het sociaal domein worden uitgevoerd door afzonderlijke partijen. Maar volgens Revenboer is dat inefficiënt. In plaats daarvan pleit hij voor regionalisering – waarbij gemeenten en organisaties uit een regio binnen het sociaal domein op verschillende vlakken met elkaar gaan samenwerken.
Denk bijvoorbeeld aan inburgeringstrajecten. Partijen uit de regio Gorinchem werken op dit vlak al met elkaar samen. En daar blijkt datagericht werken een gouden zet. “Bij inburgering komt immers alles samen: taal, onderwijs, werk, maatschappelijke ondersteuning, schuldhulp. De les hieruit? Maak vaker een breedbeeldfoto die kan leiden tot maatwerk”, zegt Revenboer.
Eelke Kraaijeveld, wethouder van de gemeente Gorinchem, onderschrijft de woorden van de BDO-partner. “Juist nu wil je als gemeente samen met andere partijen betekenisvol zijn voor inwoners. Dus ook voor inburgeraars. Te lang hebben we het Nederlands leren aan henzelf overgelaten. Terwijl ze het sneller leren als alle betrokken partijen samenwerken.”
In Gorinchem gaan ze derhalve aan de slag met een pilot. Daaraan doen migranten mee die hier al jaren wonen, maar het Nederlands beperkt beheersen. “Deze investering geeft hen meer kansen op de arbeidsmarkt, maar ook meer kansen op ontmoetingen en interactie”, vertelt Kraaijeveld. “Dat heeft grote, positieve maatschappelijke impact.”
BDO ondersteunt Gorinchem hierbij als kennispartner. “De adviseurs vervullen een mooie brugfunctie tussen Rijk, gemeente en regio’s. Op al die niveaus duiden ze de actuele ontwikkelingen en met die expertise denken ze mee over experimenten op lokaal en regionaal niveau.”
Gorinchem is zo tevreden dat de gemeente een vergelijkbaar traject wil opstarten met mensen die in de bijstand zitten. “We willen op die manier hun leven een stukje fijner maken en ervoor zorgen dat ze kunnen meedraaien in de samenleving. Dat vraagt natuurlijk om middelen, maar het is onze plicht ernaar te streven dat iedereen mee kan doen”, besluit Kraaijeveld.