Tolvrije Westerscheldetunnel levert Zeeland meer op
Aan een tolvrije Zeeuwse Westerscheldetunnel hangt een prijskaartje, maar de baten liggen nog hoger. Dat zegt onderzoeksbureau Ecorys.
Tot 2003 was Zeeuws-Vlaanderen vanuit Nederland uitsluitend te bereiken via enkele veerponten, die weleens vol zaten en niet op ieder gewenst moment uitvoeren. Voor een inwoner uit Middelburg die per auto naar Terneuzen wilde – steden die hemelsbreed zo’n 20 kilometer uit elkaar liggen – zat er tot achttien jaar geleden soms niks anders op dan maar liefst 130 kilometer om te rijden via Antwerpen.
Met de ingebruikname van de Westerscheldetunnel kwam op 14 maart 2003 echter een einde aan deze taferelen. De bouw van deze 6,6 kilometer lange tunnel, die Zeeuws-Vlaanderen verbindt met de rest van Nederland, kostte circa €750 miljoen. En daar zouden de gebruikers een aanzienlijk deel van gaan ophoesten: voor een periode van dertig jaar zou tol worden geheven.
Rem op de regionale economie
Hoewel veelgebruikers met korting door de Westerscheldetunnel kunnen rijden, heeft de tol een remmend effect op de regionale economie van Zeeuws-Vlaanderen. Zo is de heffing niet gunstig voor bedrijven uit de distributie- en transportsector. “Intussen wordt het vestigingsklimaat in Zeeuws-Vlaanderen steeds slechter”, aldus dagblad Trouw over de gevolgen van de tolheffing op de Westerscheldetunnel.
Daarnaast heeft het toltarief ook een nadelig effect op bestaande bedrijven uit Zeeland. Een inwoner uit Middelburg die bijvoorbeeld werkt als accountant bij een organisatie uit Terneuzen moet vijf dagen per week – zowel heen als terug – tol betalen. Dat komt voor deze werknemer, die reist per personenauto, in 2021 per maand neer op circa €100 aan extra reiskosten – geld dat het bedrijf niet kan investeren in zijn groei.
Als het nu bij deze ene accountant bij dat ene bedrijf zou blijven, is de schade te overzien. Maar dat is onwaarschijnlijk: de Westerscheldetunnel verbindt namelijk 105.000 inwoners uit Zeeuws-Vlaanderen met 220.000 inwoners uit het noordelijke schiereiland. Zo reden voor de coronacrisis gemiddeld genomen 25.260 voertuigen per werkdag door de tunnel. Dat tikt wel aan.
Wie betaalt de tolafschaffing?
Ook Den Haag is zich bewust van de verschillende nadelen die kleven aan de tolheffing op de Westerscheldetunnel. Daarom schakelde de Tweede Kamer onlangs onderzoeksbureau Ecorys in, dat de afgelopen maanden een kosten-batenanalyse maakte van een tolvrije tunnel.
Komende maand zal Ecorys zijn eindrapport overhandigen aan ons parlement. Deze maand presenteerde het bureau reeds zijn voorlopige uitkomsten aan de Stichting Tunnel Tolvrij (STT), die positief reageerde op de conclusies van de onderzoekers.
“De kosten-batenanalyse zegt: je bent een dief van je eigen portemonnee als je het gebied niet de ontwikkeling geeft die mogelijk is met een tolvrije tunnel”, zegt Cees Liefting, voorzitter van SST, tegen Omroep Zeeland. “Maar de andere kant is nog steeds het financiële gedeelte.”
Als de tolheffing per direct – en dus ruim tien jaar eerder dan gepland – wordt afschaft, betekent dit dat een deel van de kosten op een andere manier zal moet worden gefinancierd. En wie gaat daarvoor opdraaien?
Volgens de SST-voorzitter is het antwoord op die vraag simpel. Naast dat gebruikers van de Westerscheldetunnel de afgelopen achttien jaar een aanzienlijk deel van de kosten hebben betaald, kreeg het Rijk toen het de tunnel in 2009 verkocht aan de provincie Zeeland ruim €540 miljoen. “En deze winst zou het kunnen gebruiken om hem nu tolvrij te maken”, vertelt Liefting in het radioprogramma Zeeland wordt wakker.
Volgens Rebel ligt dat anders. Uit een studie van het adviesbureau uit april 2020 – uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat – blijkt dat het vervoegd tolvrij maken van de tunnel €340 miljoen kost. Maar daar is op z’n vroegst pas in 2025 geld voor beschikbaar, concluderen de onderzoekers van Rebel.
In de hofstad spreken verschillende politieke partijen – SP, PvdA, CU, 50PLUS, SGP, FVD en JA21 – zich al langere tijd uit voor een tolvrije tunnel. Regeringspartijen CDA, D66 en VVD overwegen ook om voor afschaffing te stemmen. Toch willen ze voordat ze een beslissing nemen eerst de definitieve uitkomst van het onderzoek van Erocys onder ogen krijgen.
Waarom hier wel en daar niet?
Nederland kent in 2021 vier toltunnels. Naast de Westerscheldetunnel, betalen gebruikers per passage ook bij de Dordrechtse Kiltunnel een tarief.
Daarnaast zijn er de Wijkertunnel in Beverwijk en de Noordtunnel in Alblasserdam, twee zogenaamde schaduwtoltunnels. Schaduwtolheffing wordt gezien als een oplossing voor de aanleg van noodzakelijke infrastructuur waarvoor de overheid op dat moment geen geld heeft. In dat geval betaalt de overheid de tolwegexploitant over een lange periode per voertuigpassage een vergoeding, terwijl gebruikers niet direct worden belast.
Op zichzelf is schaduwtol een slimme financieringsoplossing om de infrastructuur in een land op peil te houden. Maar waarom deze constructie wel is gebruikt bij de Wijkertunnel en de Noordtunnel en niet bij de Westerscheldetunnel en de Kiltunnel is niet bekend. En dat terwijl deze beslissingen grote gevolgen hebben voor regionale economieën, zoals die van Zeeuws-Vlaanderen, aldus Ecorys.