Bereid je zorgvuldig voor op Brexit, want de tijd dringt
Door alle coronastress zouden bedrijven het bijna vergeten, maar de Brexit is nog altijd aanstaande. Sterker nog: voor bedrijven die zich nog moeten voorbereiden begint de tijd behoorlijk te dringen, zo waarschuwen experts van accountants- en adviesbureau Baker Tilly.
Op 31 december 2020 eindigt de afgesproken transitieperiode en verlaat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie. De onderhandelingen tussen beide partijen zijn nog niet afgerond, maar de tijd dringt. En niet alleen voor de politiek, maar ook voor Nederlandse ondernemingen die goederen of diensten importeren vanuit of exporteren naar de UK. Wat deze scheiding voor ondernemers uit ons land in de praktijk precies gaat betekenen is nog niet volledig duidelijk, simpelweg omdat de UK en de EU er tot op heden nog niet uit zijn.
Harde Brexit? Of toch niet?
Als eind dit jaar geen akkoord is bereikt zullen de twee partijen elkaar slechts als ‘een derde land’ gaan zien, in lijn met het beleid vanuit de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Die wederzijdse status is niet bijzonder gunstig en het bedrijfsleven zal dit gaan ondervinden, blijkt uit tal van onderzoeken. Zo zullen in ons land vooral kleine bedrijven de dupe worden van een akkoordarm scenario, aan de andere kant zullen ook de landbouw- en chemiesectoren flink worden getroffen bij een harde Brexit.
Op dit moment lopen de onderhandelingen stroef. De pandemie die begin dit jaar uitbrak maakt de scheiding tussen de EU en de UK allerminst eenvoudiger. Temeer omdat de politiek zich momenteel vooral richt op het beheersen van de coronacrisis. En daarmee wordt het risico op een akkoordarme Britse uittocht met de dag groter, met alle gevolgen van dien.
Grote veranderingen
Ongeacht de precieze uitkomst van de onderhandelingen, gaat per 1 januari 2021 bijzonder veel veranderen voor ondernemers, zeggen de consultants van Baker Tilly. Zonder het huidige vrije verkeer van goederen tussen de EU en de UK wordt handel onderworpen aan meerdere aanvullende douaneformaliteiten, zoals extra inspecties door de dienstdoende autoriteiten. Dit kan zorgen voor vertragingen, wat bij verse producten zoals bloemen en voedsel catastrofale gevolgen kan hebben.
Daarnaast zullen Nederlandse bedrijven die momenteel handel drijven met de UK over enkele maanden worden geconfronteerd met nieuwe wetten en regels, die bedrijven dwingen hun systemen en administratieve processen aan te passen en hun medewerkers op dit vlak bij te scholen. Kortom: handel met de UK kan voor Nederlandse bedrijven leiden tot tal van extra verplichtingen, hoewel deze verplichtingen niet automatisch op alle betrokken ondernemingen van toepassing zijn.
Verder doen Nederlandse ondernemers die goederen importeren vanuit de UK er verstandig aan in het bezit te zijn van een artikel 23-vergunning. Deze wordt gebruikt bij het importeren van goederen uit een niet-EU-land, wat de UK per 1 januari 2021 zal zijn. Ondernemers met deze vergunning hoeven de btw op de geïmporteerde goederen niet bij de douane betalen, maar kunnen deze in plaats daarvan verrekenen tijdens een reguliere kwartaalaangifte. En dat is voordelig voor de cashflow van een onderneming omdat de invoer-btw op het moment van invoer geen voorfinanciering behoeft.
Zorgvuldige voorbereiding
Door als bedrijf tijdig voorbereidingen te treffen, kunnen volgens de experts van Baker Tilly veel kosten worden bespaard. Zo is het bijvoorbeeld van belang dat ondernemers hun supply chain analyseren en daarbij de transactiestromen met de UK in kaart te brengen. Op die manier wordt duidelijk welke delen van een organisatie het meeste worden getroffen door Brexit. En aan de hand van de analyse van de supply chain kunnen bedrijven mogelijk ook problemen die op de loer liggen omzeilen.
Daarnaast is het volgens Baker Tilly waardevol als ondernemers deze analyse verder uitbouwen. In het bijzonder adviseren ze bedrijven om bij alle transacties die ze hebben met organisaties uit de UK ook vast stellen wat de specifieke voorwaarden per transactie zijn. Dit geldt zowel voor de overeenkomsten met afnemers als met leveranciers. Het gebruik van de juiste Incoterms* kan bijvoorbeeld voorkomen dat er aanvullende verplichtingen ontstaan voor beide partijen.
Ten slotte moeten bedrijven zich de komende tijd eveneens bezighouden met de formaliteiten die komen kijken bij handel met een niet-EU-land, zoals het aanvragen van de hierboven genoemde artikel 23-vergunning. Denk verder aan nieuwe douaneverklaringen, uitvoervergunningen, goedkeuring van douanevereenvoudigingen, douaneprocedures of waarderingen. “Om kostbare problemen na de Brexit te voorkomen, moet u zich bewust zijn van deze vereisten en hun invloed op uw onderneming”, besluiten de experts van Baker Tilly.
* In het internationale handelsverkeer wordt vaak gebruikgemaakt van de zogenoemde ‘Incoterms’. Deze zijn ontwikkeld door de International Chamber of Commerce. Ze regelen specifieke contractuele voorwaarden en verdelen bepaalde verplichtingen tussen beide partijen. Voorbeelden hiervan zijn de verantwoordelijkheid voor het transport, de verzekering van het transport en de douane-inklaring.