Tien Klimaatakkoord-subsidies voor burgers en bedrijfsleven
Het 250 pagina’s tellende Klimaatakkoord omvat het pakket aan afspraken en voorstellen om de Nederlandse klimaatdoelen te realiseren. Belangrijkste doelstelling: tegen 2030 een halvering van de Nederlandse uitstoot aan broeikasgassen ten opzichte van het niveau in 1990. Een forse ambitie, waarbij positieve prikkels en subsidies een grote rol zullen gaan spelen. Want, zo liet minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes weten, “iedereen moet worden verleid om mee te doen”.
Het gebruik van financiële prikkels en subsidies is een aanpak van alle tijden. Overheden maken er gebruik van om het gedrag van burgers en bedrijfsleven te veranderen en om de adoptie te versnellen van bepaalde diensten en producten die volgens beleidsbepalers maatschappelijk gewenst zijn. In het geval van het milieu is de noodzaak voor interventie duidelijk. Voor individuele personen geldt dat duurzaam leven en wonen duurder is dan de traditionele alternatieven. En voor bedrijven geldt dat het verduurzamen van de bedrijfsvoering een forse investering vergt.
Enorm prijskaartje
Het klimaat is typisch een voorbeeld van een onderwerp dat voor iedereen belangrijk is, maar komt helaas wel met een enorm prijskaartje, dat door de maatschappij gedragen dient te worden, zij het gedeeld. Volgens Forum voor Democratie-voorman Thierry Baudet zou het Klimaatakkoord Nederland in totaal €1.000 miljard gaan kosten. Tegenstanders stellen juist dat zijn berekeningen veel te hoog zijn ingezet, maar de consensus lijkt er wel te zijn dat de maatregelen een forse kostenpost gaan betekenen.
Een groot deel van deze kostenpost zal worden neergelegd bij burgers, maar vooral ook bij bedrijven. Om hen tegemoet te komen in deze investeringen, heeft de overheid tal van financiële prikkels en subsidies in het leven geroepen. Mark Broekman van PNO Consultants – een adviesbureau gespecialiseerd in het helpen van organisaties bij innovatie, subsidies en projectmanagement – is een expert op dit vlak. Broekman bekeek de circa 600 maatregelen die in het klimaatakkoord staan en kwam tot een lijst van tientallen verschillende soorten prikkels. Consultancy.nl licht samen met Broekman tien regelingen uit.
1) SDE-subsidie voor energieprojecten en CO2-reductie
In het klimaatakkoord is de doelstelling opgenomen dat het Nederlandse elektriciteitssysteem voor het jaar 2050 geheel CO2-vrij dient te zijn. Dat betekent dat in 2030 reeds 70% van de totale energie afkomstig moet zijn van zonne- en windenergie.
In dat kader is de belangrijkste subsidieregeling voor de opwekking van duurzame energie de SDE+. De Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+) is een subsidie die bedoeld is om verduurzaming van de Nederlandse energiehuishouding te stimuleren. De subsidie is de grootste regeling voor het stimuleren van het opwekken van duurzame energie in ons land.
Broekman legt uit dat de subsidieregeling in 2020 flink uitgebreid zal worden: “Er is dan niet alleen subsidie mogelijk voor hernieuwbare energie, maar ook voor andere grote CO2-reducerende projecten.” Het gaat om budgetten die kunnen oplopen tot €3,3 miljard per jaar in 2030*. Afgaande op uitspraken van minister Wiebes, lijkt het erop dat de SDE-regeling na 2025 geen projecten voor hernieuwbare energie meer zal subsidiëren.
2) DEI-subsidie voor demonstratie- en pilotprojecten
De DEI-subsidie (Demonstratie Energie-Innovatie) is van oorsprong bedoeld om Nederlandse demonstratieprojecten op het gebied van energieopwekking en energiebesparing in de etalage te zetten. In 2019 is de regeling echter flink uitgebreid, waarbij deze wordt geïntegreerd met andere energiethema’s. De focus komt hierbij te liggen op het bijdragen aan kosteneffectieve CO2-reductie in 2030, inclusief onder andere flexibilisering van het elektriciteitssysteem, CCUS (Carbon Capture, Utilisation and Storage) en optimale benutting van het energielandschap.
“Er is binnen de regeling nu ook ruimte voor pilots, en voortaan kan meer dan één demonstratieproject per nieuwe techniek worden gesteund”, legt Broekman uit. Al eerder was bekendgemaakt dat de DEI+ ook meerjarige projecten gaat ondersteunen. De DEI-subsidie zal in elk geval nog doorlopen tot 2030**.
In het klimaatakkoord zijn verschillende regelingen opgesteld ter bevordering van duurzamere mobiliteit en vervoer in ons land. Dat dit bijzonder hard nodig is blijkt uit het feit dat alleen al het verkeer goed is voor een kwart van alle uitstoot van broeikasgassen. Dit heeft een grote impact op de manier waarop we in de toekomst zullen rijden. Elektrisch rijden lijkt daarbij het ‘nieuwe normaal’ te gaan worden. Zo blijkt uit onderzoek van vorig jaar bijvoorbeeld dat tegen 2021 wereldwijd jaarlijks zo’n 13 miljoen nieuwe elektrische auto’s zullen worden geproduceerd.
In Nederland rijden volgens cijfers van RVO.nl momenteel ruim 150.000 elektrische voertuigen rond. Ter vergelijking, begin 2018 lag dit aantal nog op circa 115.000. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen volledig elektrische voertuigen (BEV’s) en hybride modellen (PHEV’s), waarbij zowel een accu als een benzinetank in het voertuig aanwezig is. Vanuit het klimaatakkoord dienen in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos te zijn. Broekman: “We rijden dan elektrisch of op waterstof, en de steden moeten schoon worden.”
3) Fiscale stimulering van elektrische auto’s
Een van de hier uit voortvloeiende regelingen is de fiscale stimulering vanuit de overheid voor de aanschaf van elektrische auto’s. Die stimulering zal volgens de plannen tot eind 2025 worden voortgezet, zij het met scherpere regels. Zo blijven emissieloze auto vrijgesteld van BPM (en het Rijksdeel van de MRB) tot eind 2024. In 2025 betalen zij een vaste voet van €360 euro per auto (en 25% van de MRB). Voor zakelijke rijders gaat de verlaagde bijtelling in stapjes omhoog (8% in 2020, 12% in 2021, 16% in 2022), en het drempelbedrag omlaag (€45.000 in 2020, €40.000 in 2021). Na 2025 verandert het hele systeem van autobelastingen, en worden mogelijk ‘omstreden’ maatregelen als spitsheffing en rekeningrijden overwogen. In 2019 blijft fiscale stimulering voor elektrische auto’s en laadpalen bestaan. Laadpalen moeten dan wel op eigen terrein staan.
4) Particuliere autorijders
Vanaf 2020 of 2021 kunnen particuliere auto-eigenaren een subsidie aanvragen voor het kopen van een tweedehands elektrische auto. Ook worden subsidies verstrekt voor het aanschaffen van thuis-laadpalen, laadtegoeden en een batterijgarantie. Een bedrag van €100 miljoen is hiervoor gereserveerd (2021-2024). Er zal ook worden gekeken of de aanschafsubsidie ook van toepassing zal zijn op privélease en particuliere deelauto-concepten.
5) Regionale mobiliteitsprogramma’s
In lijn met de afspraken in het Klimaatakkoord zijn er regionale programma’s opgetuigd voor slimme en duurzame mobiliteit. Deze zullen worden doorgevoerd middels het zogeheten Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). De plannen hiervoor zullen in het najaar van 2019 gereed zijn. Ook is de overheid voornemens om €75 miljoen beschikbaar te stellen voor investeringen in meer fietsenstallingen bij ov-knooppunten.
De automotivesector zelf is momenteel druk bezig om te investeren in mobiliteit. Zo heeft de wereldwijde auto-industrie de afgelopen twee jaar maar liefst $120 miljard geïnvesteerd in start- en scale-ups op het gebied van automotivetechnologie en mobiliteit.
“Vanuit het klimaatakkoord dienen in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos te zijn. We rijden dan elektrisch of op waterstof en de steden moeten schoon worden.”
6) CO2-heffing
De klimaatplannen van het kabinet hebben naast op burgers ook effect op de industriële sector, die zal moeten gaan meebetalen voor de CO2 die wordt uitgestoten. Dat zal vanaf 2021 via een zogeheten CO2-heffing gebeuren, die (vooral de ‘achterlopende’) bedrijven richting de toekomst zal nopen om stappen te zetten in verduurzaming. Veel bedrijven worstelen behoorlijk met die opgave, als gevolg van bijvoorbeeld een gebrek aan tijd en kennis.
De CO2-heffing heeft betrekking op de grote vervuilers in de industrie, en draait specifiek om ongeveer 300 bedrijven, in het bijzonder bedrijven die vallen onder de Europese ETS-regels en een aantal afvalverbrandingsinstallaties. Faiza Oulahsen, werkzaam voor Greenpeace en betrokken bij de onderhandelingen van het Klimaatakkoord met de industrie, stelt: “Willen we de klimaatdoelen halen, dan is een CO2-heffing een no-brainer.” De inkomsten uit deze geplande CO2-heffing zullen worden gespendeerd aan het verder vergroenen van de industrie.
7) Afvang en opslag van CO2 (CCS)
Uit diverse studies, van onder meer het Energieonderzoek Centrum Nederland, blijkt dat de afvang en opslag van CO2 – (CCS: Carbon Capture & Storage) noodzakelijk is om de internationale afspraken voor vermindering van CO2-uitstoot te kunnen halen. Volgens deze studies is CO2-opslag nodig omdat het overstappen op duurzame energiebronnen op grote schaal tijd kost; in die overgangsperiode biedt CO2-opvang uitkomst (Bron: Milieu centraal).
Voor projecten rondom CCS kan nu al DEI+ subsidie worden aangevraagd, maar in 2020 valt CCS ook binnen de verbrede SDE-regeling. Het klimaatakkoord wil dat echter op drie manieren inperken, legt Broekman uit, die verder toelicht: “Zo kan er alleen SDE-subsidie worden aangevraagd op plekken waar geen goede alternatieven voor CCS zijn. Daarnaast hanteert de SDE een plafond voor het subsidiëren van industriële CCS (van maximaal 7,2 Mton). Ten slotte worden na 2035 geen SDE-beschikkingen meer afgegeven voor nieuwe CCS-aanvragen (uitgezonderd negatieve emissies).”
8) Verduurzamen van woningen
Kijkend naar de impact van het Klimaatakkoord op de gebouwde omgeving, hebben de plannen vooral betrekking op woningen. Voor burgers (in het bijzonder huiseigenaren) betekent het akkoord dat zij zich de komende jaren op x moment zullen moeten buigen over de mogelijkheden (of onmogelijkheden) van verduurzaming van hun eigen woning en energiehuishouding.
Feit is dat de overheid in de plannen inzet op een scenario waarin over dertig jaar elke woning in Nederland duurzaam dient te worden verwarmd. Woningeigenaren en verhuurders worden gestimuleerd om hun woning zo goed mogelijk te isoleren en hun focus zoveel mogelijk te verschuiven naar het gebruik van duurzame energie. Dat vraagt om investeringen, die zich normaliter in de toekomst echter weer terugverdienen, doordat de energierekening dan ook lager uitvalt. De overheid zal de komende jaren gas duurder gaan maken en elektriciteit goedkoper, dus het is aan burgers om hier wel of niet op in te spelen.
In sommige gevallen zullen er voor hen subsidiemogelijkheden worden geboden (zoals de ISDE of SEEH, zie uitleg onder punt 9), maar het Rijk zal hen vooral via zogeheten energiebespaarleningen gaan ondersteunen. Particuliere woningeigenaren, die investeren in isolatie en duurzame energie, (budget: €50 miljoen tot €80 miljoen per jaar tot eind 2030) zullen zich kunnen wenden tot het nieuwe Warmtefonds voor het ontvangen van (huisgebonden) leningen, die kunnen oplopen tot €25.000 per woningeigenaar. De overheid richt bovendien een speciaal adviesloket in voor particulieren die vragen hebben over hoe zij het beste energie kunnen besparen, subsidies of leningen kunnen aanvragen, et cetera.
Opvallend genoeg staat bij huiseigenaren verduurzaming van hun woning laag op de agenda, zo blijkt uit onderzoek. Vaak zijn ze zich ook niet bewust van de voordelen van een duurzame woning. 45% van de eigenaren weet bijvoorbeeld niet welk energielabel zijn huis heeft. Vooral bewoners van minder energiezuinige huizen hebben geen idee of schatten hun label te hoog in.
9) Kleine energie-investeringen
De overheid stimuleert ook kleine energie-investeringen door burgers en bedrijven door het verstrekken van subsidies. Eén zo’n subsidie is de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE), die een tegemoetkoming bij de aankoop van zonneboilers, warmtepompen, biomassaketels en pelletkachels geeft. De regeling is voor zowel particulieren als zakelijke gebruikers. In de toekomst zal de regeling ook subsidies voor isolatie en warmte-installaties bieden, waarschijnlijk pas in 2021 (tot die tijd geldt voor eigenaar/bewoners de SEEH-subsidie (Subsidie energiebesparing eigen huis), die het treffen van energiebesparende maatregelen in bestaande koopwoningen stimuleert.
Broekman licht toe: “De nieuwe ISDE-regeling krijgt tot 2030 een budget van €100 miljoen per jaar. Verder kan voor kleine investeringen in zonnepanelen een beroep worden gedaan op de Salderingsregeling. Die wordt voortgezet tot eind 2022, en daarna stapsgewijs afgebouwd richting 2030. Voor grote investeringen in zonnepanelen en zonneweiden geldt de eerdergenoemde SDE-subsidie (de eerstvolgende aanvraagronde was al in oktober 2019).”
“Belangrijk dat er inmiddels een serieuze start is gemaakt met de voorbereidingen van de voorgenomen klimaatmaatregelen.”
– Mark Broekman, PNO Consultants
10) Landbouw
De sectoren landbouw en landgebruik (bosbouw, natuurbeheer, veeteelt en tuinbouw), hebben de uitstoot van broeikasgassen in 25 jaar tijd reeds met 5 miljoen ton verlaagd. In lijn met het nieuwe klimaatakkoord streeft de sector naar een broeikasgas-emissiereductie van 6 Mton (in plaats van de eerder opgelegde 3,5 Mton). “De sector moet op zoek naar een nieuwe balans tussen de uitstoot van broeikasgassen (bij grondbemesting en veehouderij) en biomassa en hernieuwbare energieproductie”, legt Broekman uit.
Hiertoe worden vanuit het Rijk verschillende bedragen gereserveerd voor de verschillende deelsectoren. Zo stelt de overheid de volgende extra bedragen beschikbaar voor de jaren 2020-2030: €252 miljoen voor de veehouderij (duurzame stallen en CO2-reducerend veevoer); €250 miljoen voor de glastuinbouw (geothermie, restwarmte, kas als energiebron); €276 miljoen voor de veenweidegebieden (drainage, pilots, eco-landbouw); €51 miljoen voor bosbeheer en €28 miljoen voor duurzaam bodembeheer.
Hoewel er een klimaatakkoord op tafel ligt, is het formeel gezien nog altijd een (breedgedragen) voorstel, dat nog door de Tweede Kamer moet. Ook werkt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) nog aan enkele laatste doorrekeningen, met name de jaarlijkse Klimaat & Energieverkenning (KEV). Die zullen naar verwachting eind oktober gedaan zijn, waarna de definitieve ondertekening van het Klimaatakkoord door alle deelnemende partijen mogelijk snel zal volgen. Broekman besluit: “Belangrijker is echter dat er inmiddels een serieuze start is gemaakt met de voorbereidingen van de voorgenomen klimaatmaatregelen!”
Mark Broekman is sinds 2007 werkzaam bij PNO Consultants. In zijn huidige rol is hij European Sector Manager Energy & Environment. De ervaren adviseur kan bogen op brede expertise en ervaring in de sector en financieringskansen en is daarbij werkzaam voor de gehele keten in de energiesector, waaronder diverse multinationals en mkb-partijen.
* Waarvan 1 miljard voor subsidiebeschikkingen die na 2019 via de nieuwe SDE++ zullen worden afgegeven.
** Hieronder vallen de volgende subsidiebedragen: €10 miljoen tot €15 miljoen euro per jaar voor pilots/demo’s rondom CO2-opslag en conversie; €30 miljoen tot €40 miljoen euro per jaar voor pilots/demo’s rondom waterstof; en €10 miljoen tot €20 miljoen euro per jaar voor pilots/demo’s rondom ruimtelijke inpassing (grootschalige projecten).