Nederlandse Zorgautoriteit moet meer van zich laten horen

23 april 2019 Consultancy.nl

Het zou beter zijn als de Nederlandse Zorgautoriteit zich voortaan explicieter uitspreekt over ontwikkelingen in de zorgsector. Dat stelt onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix (AEF) op basis van een evaluatiestudie.

Om de betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van zorg te waarborgen moet de marktwerking binnen de Nederlandse zorgsector soms worden gecorrigeerd. Die taak ligt op de schouders van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), een zelfstandig bestuursorgaan dat sinds 1 oktober 2006 bestaat. De NZa, die valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van VWS, houdt toezicht op de verschillende zorgmarkten, die zijn ontstaan nadat dertien jaar geleden de gereguleerde marktwerking in de Nederlandse zorgsector werd ingevoerd. Denk bijvoorbeeld aan de markt der zorgaanbieders of aan die van de ziektekostenverzekeraars. 

Voordat de NZa het levenslicht zag, kwam de lastige rol van de toezichthouder al boven water. Met name onenigheid over de bevoegdheden van het orgaan leidde tot publieke debatten. Zo vreesden particuliere zorgverzekeraars dat de NZa hen te veel beperkingen zou opleggen, terwijl patiëntenorganisaties stelden dat het orgaan juist te weinig bevoegdheden zou krijgen. Artsen maakten zich zorgen over het feit dat de NZa te veel gegevens zou verzamelen, waardoor de privacy van patiënten zou worden aangetast. Uiteindelijk besloot de Rijksoverheid de NZa behoorlijk vrij te laten in het vaststellen van zijn taken. Volgens onderzoekers van AEF maakt de zorgautoriteit daar echter te weinig gebruik van. 

Inhaalslag

In het rapport van het onderzoeksbureau – getiteld ‘Evaluatie van de Nederlandse Zorgautoriteit’ – komt naar voren dat het orgaan zich flink heeft ontwikkeld: “De NZa heeft in de afgelopen jaren van ver moeten komen. Aan het begin van de evaluatieperiode bevond de NZa zich in een zware periode waardoor het zelfvertrouwen van de organisatie laag was. De organisatie heeft een bewonderenswaardige prestatie geleverd door zich stevig te herpakken en haar positie en reputatie opnieuw op te bouwen. Daarin is bijzonder veel energie gestoken, en het heeft geleid tot tastbare resultaten.” De NZa heeft dus stappen gezet, maar volgens de onderzoekers is er beslist nog ruimte voor positieve ontwikkeling. 

Nederlandse Zorgautoriteit moet meer van zich laten horen

Het orgaan zou zich bijvoorbeeld vaker mogen uitlaten over ontwikkelingen in de zorgsector: “De NZa laat zich op dit moment nauwelijks uit over dit soort bepalende trends in het zorgstelsel, en de betekenis daarvan voor de werking van de markt”, zegt Aris van Veldhuisen, Managing Partner van AEF: “In monitors en andere publicaties worden wel trends benoemd, maar de NZa neemt nog geen rol waarbij ze deze trends plaatst in de context van de werking van het zorgstelsel. Als zorgautoriteit zou de NZa zich vaker gezaghebbend kunnen uitspreken over de werking van de markt. Op die manier zou zij sterker een signalerende rol richting het veld en de politiek kunnen vullen.” 

Dilemma’s

Voor de NZa is het echter niet gemakkelijk om openlijk stelling te nemen, benadrukt Van Veldhuisen: “Het optreden van de NZa in de sector gaat geregeld gepaard met dilemma’s met betrekking tot haar onafhankelijkheid.” Volgens Van Veldhuisen ziet de NZa zichzelf steeds meer als een partij die in samenspraak met de sector wil bijdragen aan het verwezenlijken van oplossingen: “Op die manier probeert het orgaan zoveel mogelijk maatschappelijke waarde te realiseren. Tegelijkertijd zorgt deze rolopvatting voor spanningen rondom de onafhankelijkheid van de NZa. Als zij zich actief en probleemoplossend opstelt in vraagstukken die het domein van de NZa overstijgen, loopt ze het risico om partij te kiezen of die schijn tegen te krijgen.” 

De dilemma’s rond het reguleren zijn onvermijdelijk verbonden aan een orgaan als de NZa. Een marktwerkingcorrectie heeft namelijk meer dan eens een tegeneffect, vertelt Van Veldhuisen: “Zo staat de roep om kortere doorlooptijden op gespannen voet met eisen van zorgvuldigheid.” Een ander dilemma waarmee de NZa worstelt is de keuze voor een bepaalde bekostigingsstructuur: “Sommige partijen vinden dat die meer normatief van karakter zou mogen zijn, maar dat heeft als risico dat de NZa te sturend wordt in de inhoud van de zorg”, zegt Van Veldhuisen. 

Een derde dilemma heeft betrekking op de realisatie van innovaties in de zorg. De strategische meerjarenagenda 2018-2020 van de NZa laat zien dat de organisatie veel waarde hecht aan innovatie. De redenering hierachter is dat zorginnovatie in het belang is van de burger, simpelweg omdat innovaties bijdragen aan verbetering van kwaliteit en doelmatigheid van zorg. De doelstelling van NZa is om innovaties te faciliteren via regulering. Het lastige is echter dat de zorgautoriteit hier geen sturende rol mag vervullen, terwijl dat door overlapping van taken soms onvermijdelijk is. “Dit is een belangrijk onderwerp, want de rol van de NZa op dit punt is op grond van haar wettelijke taken primair een faciliterende”, aldus de Managing Partner.

Volgens Van Veldhuisen zou de zorgautoriteit er verstandig aan doen om eerlijker te zijn over de dilemma’s die ze voor zich krijgt, bijvoorbeeld door vaker naar buiten te treden en te spreken over tegenstrijdige belangen en wensen: “Licht ook de keuzes in het proces helder toe. Op die manier kan meer begrip ontstaan voor het handelen van de NZa in de context waarin zij functioneert.” 

Lees ook: Berenschot helpt farmasector bij opstellen van gedragscode.

More on: Andersson Elffers Felix
Netherlands
Company profile
Andersson Elffers Felix is a Netherlands partner of Consultancy.org