Opdrachten van zzp'ers in de zakelijke advisering worden korter
Opdrachten van zelfstandig professionals in de zakelijke advisering zijn de afgelopen jaren korter geworden. Vooral in de sectoren energie, telecom, financiële dienstverlening en industrie is deze trend duidelijk zichtbaar.
Toen kennisbemiddelaar Headfirst en onderzoekspartner Tilburg University in 2016 meer dan 20.000 zelfstandig professionals in de zakelijke advisering vroegen naar de gemiddelde duur van hun opdrachten, kwam naar voren dat er aanzienlijke verschillen per sector zichtbaar zijn. De langstlopende opdrachten waren gemiddeld genomen te vinden binnen de sectoren energie en telecom, met een gemiddelde duur van 18 maanden, gevolgd door de bankensector en verzekeringsbranche met 16 maanden. Anno 2019, zo’n drie jaar later, laat eenzelfde analyse zien dat opdrachtgevers sindsdien de lengte van hun opdrachten enorm hebben teruggeschroefd.
Binnen de financiële dienstverlening bedraagt de gemiddelde opdrachtduur nu veertien maanden, twee maanden minder dan drie jaar geleden. De sterkste terugloop is te vinden binnen de sectoren energie en telecom, waar de opdrachtduur is gehalveerd van 18 naar 9 maanden. Over de hele linie valt op te maken dat zelfstandig professionals de afgelopen twee jaar gemiddeld dertien maanden aan een opdracht werkten, een daling van drie maanden ten opzichte van 2015.
Waar de terugloop in opdrachtduur precies aan te wijten valt is lastig te verklaren, aangezien de onderzoekers geen navraag hebben gedaan bij opdrachtgevers – diegenen die freelancers, zelfstandige consultants en interim managers inschakelen. Toch hebben de onderzoekers wel enkele mogelijke verklaringen voor de kortere opdrachtduur binnen de zakelijke advisering.
Wet DBA mislukt
Zo wijzen ze bijvoorbeeld op de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA), die de flexibele arbeidsmarkt al jaren in zijn greep houdt. De Wet DBA is de opvolger van de per 1 mei 2016 afgeschafte Verklaring arbeidsrelatie. De regeling is bedoeld om zelfstandige professionals en werkgevers meer zekerheid te geven over de arbeidsrelatie. Ook werd met de nieuwe regeling getracht schijnzelfstandigheid beter te bestrijden. In het actuele model kunnen belangenorganisaties van opdrachtgevers en opdrachtnemers, individuele opdrachtgevers of opdrachtnemers zogeheten modelovereenkomsten voorleggen aan de Belastingdienst, die beoordeelt of er in deze overeenkomsten sprake is van zelfstandigheid of werknemerschap.
De afgelopen drie jaar heeft de regeling voor veel verwarring gezorgd onder zelfstandige professionals en opdrachtgevers. Het is een te grote opgave gebleken om alle uiteenlopende werkrelaties te vertalen naar enkele, eenduidige modelovereenkomsten, zoals de belastingdienst voor ogen had. Er werden honderden verschillende modelovereenkomsten opgesteld die voor velerlei interpretaties vatbaar waren, wat uiteindelijk heeft geleid tot een niet werkbare situatie. Zo is het in de praktijk vrijwel onmogelijk voor de belastingdienst om de nieuwe wet naar behoren te handhaven, met als gevolg dat het belastingorgaan besloot om handhaving meerdere keren uit te stellen. Uiteindelijk is besloten dat er nieuwe wetgeving moet komen. Volgens de huidige stand van zaken wordt de Wet DBA met ingang van 1 januari 2021 vervangen. Tot die tijd worden door het kabinet plannen onderzocht en verder uitgewerkt, waarbij een gesegmenteerde aanpak wordt nagestreefd, waar enkel zogenoemde kwaadwillende opdrachtgevers worden aangepakt.
Er wordt door het kabinet momenteel gewerkt aan de nieuwe plannen. Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken heeft een plan voor ogen bestaande uit drie modules. Zo zouden zelfstandig professionals in het laagste verdiensegment automatisch als medewerkers worden bestempeld. Daarvoor moet wel gekeken worden of dit strookt met Europese regelgeving. In het bovenste segment zouden zelfstandige professionals met een uurtarief vanaf €75 per uur bij de nieuwe plannen mogelijk geen loonbelasting en werknemerspremies hoeven te betalen. In het segment tussen de twee uitersten, zou een webmodule uitkomst moeten bieden, die dan uitwijst of er sprake is van een dienstbetrekking. Zodra de opdrachtgever in die module een zogeheten ‘beslisboom’ heeft gevolgd, volgt er een uitkomst die bepaalt of de opdrachtgever loonbelasting en premies hoeft af te dragen of niet.
De onduidelijkheid over hoe de nieuwe constructie er vanaf 2021 uit zal zien en de ontwikkelingen in de afgelopen jaren hebben gezorgd voor enorm veel onzekerheid in de bredere zzp-markt, waaronder ook die van zakelijke advisering. Volgens de onderzoekers van Headfirst, die voor de studie optrokken met ZP Facts, draagt die onzekerheid bij aan het terugschroeven van de opdrachtduur door opdrachtgevers, die het zekere voor het onzekere nemen.
Agile en specialisme
De toename van kortere opdrachten is ook naar voren gekomen in andere onderzoeken. Een van de alternatieve redenen voor de kortere opdrachtduur is bijvoorbeeld de veranderende aard van projectgerelateerd werk. Bedrijven omarmen steeds vaker een agile aanpak, om hun projecten flexibeler in te steken, met kortere tijdskaders. Daarmee willen ze beter en sneller inspelen op de groeiende snelheid van innovaties en disruptie, die in vrijwel iedere sector zichtbaar is. Wat ook meespeelt volgens de onderzoekers is dat opdrachtgevers meer geneigd zijn met specialisten te werken voor verschillende onderdelen binnen hun uitdagingen, met als gevolg dat ze meerdere partijen aan boord halen voor gemiddeld kortere perioden.