Centraal Bureau voor de Statistiek krijgt positief oordeel van minister

23 oktober 2017 Consultancy.nl 7 min. leestijd

Gelet op de kwaliteit van de dienstverlening en de doeltreffendheid en doelmatigheid, voert het CBS zijn taken goed uit. Zo schrijft minister Kamp van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer. Hij baseert zich hierbij op de resultaten van een onafhankelijke doorlichting van het CBS over de jaren 2010-2015, uitgevoerd door Andersson Elffers Felix (AEF). Volgens het adviesbureau zou de implementatie van enkele verbeterpunten de bedrijfsvoering van het CBS naar een nog hoger niveau kunnen tillen.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is een zelfstandig bestuursorgaan dat is belast met de wettelijke taak van het maken van statistieken in het belang van “praktijk, beleid en wetenschap”. Naast deze verplichte statistieken uit hoofde van nationale en Europese wet- en regelgeving, produceert het onderzoeksbureau ook niet-verplichte statistieken voor specifieke opdrachtgevers, zoals ministeries maar ook private partijen. 

In opdracht van het ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft adviesbureau Andersson Elffers Felix (AEF) het CBS geëvalueerd, waarbij werd gelet op doeltreffendheid, doelmatigheid en governance. De evaluatie had betrekking op de jaren 2010-2015, een periode waarin het CBS met veel veranderingen te maken had. Zo nam de financiële bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken aan het CBS substantieel af, legde het CBS tegelijkertijd meer de focus op werk op aanvraag en zette het meer in op het vergroten van het bereik van de statistieken. Daarnaast werd de opheffing van de Centrale Commissie voor de Statistiek (CCS) en de instelling van een raad van advies met ingang van 1 januari 2017 voorbereid. 

Positief oordeel

Op basis van de evaluatie stelt AEF dat het CBS gedurende de periode 2010-2015 goed functioneerde. Zowel op het gebied van doeltreffendheid als doelmatigheid was de kwaliteit hoog. Daarnaast geven de onderzoekers aan dat het CBS onafhankelijk heeft gehandeld in de statistiekproductie. Ook de gebruikers van de statistieken tonen zich tevreden en geven aan dat de kwaliteit van de statistieken onverminderd hoog is. Al met al kan volgens AEF worden geconcludeerd dat “het CBS met het uitvoeren van de meerjarenprogramma’s en werkprogramma’s de behoeften van praktijk, beleid en wetenschap goed heeft bediend”.

Centraal Bureau voor de Statistiek krijgt positief oordeel van minister

De onderzoekers stellen dat het CBS goed invulling heeft gegeven aan haar wettelijke taak om statistieken te produceren die Europees of nationaal verplicht zijn of beantwoorden aan een behoefte vanuit bijvoorbeeld de praktijk of wetenschap. Ze merken op dat het CBS – door bij de verzameling van gegevens meer gebruik te maken van registers in plaats van enquêtes – zowel de betrouwbaarheid van de statistieken heeft verbeterd als de ervaren administratieve lasten ervan heeft verlaagd. Daarnaast wijzen ze op de verbeterde doelmatigheid van het CBS, die zich vooral manifesteerde in de gedaalde loonkosten en efficiënter ingerichte werkprocessen. Het CBS geeft aan zich te herkennen in de hoofdconclusies van AEF en ziet er een bevestiging en erkenning van de resultaten van het gevoerde beleid in. 

Aandachtspunten

Ondanks deze positieve beoordeling, heeft AEF wel een aantal verbeterpunten opgesteld ten aanzien van de doeltreffendheid en doelmatigheid, “om het functioneren van het CBS naar een nog hoger niveau te tillen”. Ten eerste wijzen de onderzoekers erop dat de samenhang tussen de strategische agenda en het werk- en meerjarenprogramma gebaat zou zijn bij meer helderheid. Ze menen dat het onderscheid tussen de kosten van verplichte en niet-verplichte statistieken transparanter zou moeten zijn, mede vanwege eventuele toekomstige keuzes over de statistiekproductie. Het CBS heeft in een reactie op dit aandachtspunt laten weten op zijn website een nadere toelichting te zullen opnemen, waarin de samenhang verder wordt verklaard.

Hoewel de doelmatigheid van het CBS tijdens de evaluatieperiode verbeterde en hoewel AEF laat weten dat ook de financiële sturing onder controle is, zijn er enkele onderdelen waar een verbetering te realiseren is. Zo raadt AEF aan om nauwkeuriger de productie van de verschillende soorten statistieken in beeld te brengen. Welke statistieken zijn bijvoorbeeld verplicht op grond van EU- wetgeving en welke zijn gefinancierd uit de ‘lump sum’ van EZ? Welke voorzien in nationale (beleids)behoeften en welke in werk op aanvraag? Hieraan gerelateerd, kan volgens de onderzoekers de toerekening van de kosten die het CBS maakt voor de productie van deze statistieken specifieker worden gemaakt. In verband met de opeenvolgende bezuinigingen op het CBS adviseert AEF het CBS ook om het eigen vermogen te laten stijgen, zodat er buffers ontstaan waarmee eventuele toekomstige investeringen kunnen worden opgevangen.

In zijn reactie hierop geeft het CBS aan de noodzaak van een dergelijke buffer te onderschrijven. Bovendien heeft het bureau van het Ministerie van EZ de toezegging gekregen dat voor een versterking van het eigen vermogen en in het licht van de plannen die het CBS heeft voor de periode 2019-2023, een eenmalige overbruggingsbijdrage van €12 miljoen zal worden verstrekt. Dit extra geld zal in de daaropvolgende periode (2021-2026) wel moeten worden terugbetaald via een €2 miljoen vermindering van de jaarlijkse EZ-bijdrage.

Quote Minister Kamp

Met het ‘overbruggingskrediet’ wordt het CBS in de gelegenheid gesteld om ook na de planperiode 2014-2018 invulling te blijven geven aan de taakstelling Rutte II, zonder dat het eigen vermogen hierdoor te laag wordt en er statistieken moeten worden gestopt. Hiervoor zullen na 2018 wel extra efficiencymaatregelen moeten worden genomen die investeringen in de vernieuwing van de IT-infrastructuur vereisen. Zoals het er nu uitziet, betekent dit onder meer dat het eigen vermogen van het CBS tot en met 2020 licht negatief zal zijn. Vanaf het jaar daarna wordt wel weer een positief eigen vermogen verwacht. Ten slotte raadt AEF het CBS aan om zijn “prestatie-indicatoren met meer ambitie te ontwikkelen”, zodat die het totaal van de werkzaamheden van het CBS beter afdekken. De gehanteerde methodiek waarmee de indicator over de administratieve lasten wordt vastgesteld, moet volgens de onderzoekers overeenkomen met de rijksbrede methodiek. 

In reactie hierop geeft het CBS aan bezig te zijn met de ontwikkeling van nieuwe prestatie-indicatoren die meer ambitieuze streefwaarden hebben. Er wordt aangegeven dat deze ieder geval in gebruik zullen worden genomen wanneer in 2019 het nieuwe meerjarenprogramma van het CBS wordt afgetrapt en zo mogelijk gebeurt dit zelfs al eerder “in de externe verantwoording”. Wat betreft de methodiek voor het meten van (administratieve) lasten, wijst men op een herziening van het Handboek Meting Regeldruk waaraan binnen het Rijk momenteel interdepartementaal gewerkt wordt en waarin de uitgangspunten en rekenmethodes staan voor alle regeldrukmetingen die de overheid uitvoert. “Het CBS is bij dit traject aangesloten”, aldus Tjark Tjin-A-Tsoi, directeur-generaal van het CBS.

Reactie minister

Minister Kamp toont zich in zijn brief aan de Tweede Kamer positief over de resultaten van de evaluatie. Tegelijkertijd geeft hij aan samen met het CBS te gaan werken aan de verbeterpunten: “De evaluatie laat zien dat het CBS tussen 2010 en 2015 goede resultaten heeft geboekt door zijn wettelijke taak goed uit te voeren én doelmatiger te worden, zonder dat de onafhankelijkheid ter discussie heeft gestaan. De komende periode zal ik samen met het CBS aan de slag gaan met de aanbevelingen van AEF, zodat het CBS bij de volgende evaluatie in 2021 nog betere resultaten kan laten zien.”

AEF wordt regelmatig door de overheid ingehuurd voor de beoordeling van bepaalde projecten of instanties. Zo onderzocht het bureau recentelijk fouten die werden gemaakt tijdens het tellen van de stemmen van de laatste Tweede Kamerverkiezingen en bracht het de belemmeringen bij de Nationale Politie in beeld.