Vijfstappenplan voor het invoeren van de Omgevingswet
Adviesbureau Rijnconsult ondersteunt (gemeentelijke) organisaties bij de aanstaande invoering van de nieuwe Omgevingswet, die het huidige beleid voor ruimtelijke ontwikkeling een stuk eenvoudiger moet maken. Door gebruik te maken van een vijfstappenplan, worden organisaties geholpen bij het kiezen van een passende invoeringsstrategie en de daaropvolgende implementatie hiervan.
In 2019 zal naar verwachting de nieuwe Omgevingswet in werking treden. Hiermee wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. Zo moet het straks bijvoorbeeld makkelijker worden om bouwprojecten te starten, zoals woningbouw op voormalige bedrijventerreinen of de bouw van windmolenparken. De wet vormt een bundeling van maar liefst 26 bestaande wetten voor onder meer bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur.
Complexiteit
Dit betekent onder meer dat de aanstaande invoering van de wet tot een complexe transitie zal leiden voor verschillende gemeenteorganisaties. De wet is gericht op eenvoud & efficiency, (integrale) samenwerking, regionaal maatwerk en verbinding naar externe partners. Om deze omslag goed gestalte te geven is een wisseling van perspectief nodig waarin gemeenten vanuit een holistisch perspectief een integrale aanpak kunnen bieden. Tegelijkertijd spelen deze gemeenten in afnemende mate een besluitvormende rol en in toenemende mate een faciliterende en co-creërende rol. Daardoor ontstaat er een nieuwe balans tussen de overheid, het maatschappelijk middenveld en de private sector, gekenmerkt door samenwerking in (nieuwe) netwerken, wat ook gepaard gaat met privatisering, deregulering en verschuiving van verantwoordelijkheden.
De enorme complexiteit hiervan leidde er recentelijk al toe dat demissionair minister Melanie Schultz (VVD) in een interview aangaf de oorspronkelijk afgesproken invoeringsdatum van 1 juli 2019 los te laten: “De reden voor het uitstel ligt in de complexiteit van de ministeriële regelingen en de Aanvullingswetten grond en natuur. Wat we bedacht hadden, is te strak om het ook echt goed te doen. En ik heb het liever zorgvuldig dan snel. Het uitstel heeft vooralsnog geen gevolgen voor de uiteindelijke einddatum van de transitie in 2029”, aldus minister Schultz.
Rijnconsult, een adviesbureau dat onder meer gespecialiseerd is in verandermanagement, begeleidt (gemeentelijke) organisaties gedurende de uitvoering van deze complexe transitie. De adviseurs van het bureau uit Houten helpen zowel bij de harde als de zachte (‘hardnekkige’) kant tijdens de invoering. Rijnconsult werkt voor dit bewuste traject samen met advies-, detacherings- en opleidingsbureau NCOD. Zo worden klanten bijgestaan bij het ontwikkelen van hun visie en het daarop afstemmen van processen en organisatiestructuur. Daarbij richt men zich op de cultuur en op het leiderschap als de belangrijkste dragers van de transitie.
Vijfstappenplan
Volgens de twee bureaus zal de invoering van de Omgevingswet in geen enkele gemeente hetzelfde verlopen. Om gemeentelijke organisaties die zich willen voorbereiden op de aanstaande wetswijziging te ondersteunen, hebben ze een gezamenlijk vijfstappenplan opgesteld:
Stap 1: common ground - kennis atelier
Om tot een gezamenlijke visie te komen, begint Rijnconsult met het creëren van ‘common ground’: “We vinden het belangrijk om iedereen die zich bezighoudt met (visieontwikkeling voor) de Omgevingswet dezelfde taal en een gemeenschappelijk referentiekader te verschaffen. Het uitgangspunt daarvoor is eenzelfde kennisbasis”, aldus het adviesbureau. In een kennisatelier delen adviseurs van Rijnconsult achtergronden, expertise en ervaring rondom de Omgevingswet, gerelateerd aan de ontwikkelingen in de samenleving. Daarbij wordt de inhoud aangepast op het kennisniveau binnen de organisatie, waarvan ook het College en de Raad bij het proces worden betrokken.
Stap 2: dialoog met de burger
Rijnconsult adviseert gemeenten om tijdens het visievormingsproces een ‘large scale’ interventie te houden met hun burgers. In zo’n interventie wordt de buitenwereld letterlijk naar binnen gehaald: er wordt een dialoog georganiseerd met de inwoners uit de gemeente, waarin wordt ingezoomd op de manier waarop de burger naar zichzelf kijkt. Wat verwacht hij of zij van de overheid? Hoe kijken burgers aan tegen samenwerking en welke rol willen en kunnen ze daarbinnen spelen? Voor de interventie maakt Rijnconsult gebruik van een zogenaamde ‘dialoogmap sessie’, waarmee een structuur wordt geboden om de dialoog te organiseren en inzichten te oogsten.
Stap 3: visieworkshop
De derde stap van het traject bestaat uit het samenbrengen van de kennis die is opgedaan gedurende de eerste twee stappen. Dit gebeurt tijdens een meerdaagse workshop met het managementteam, de directie en eventueel ook het college. Gezamenlijk wordt dan gewerkt aan het opstellen van een visie, daarbij gebruikmakend van visualisatietechnieken. De visualisaties helpen bij het verkrijgen van verbinding en overzicht, waarbij de common ground uit stap 1 en 2 de basis vormen. Het resultaat hiervan is een integrale visie, inclusief de bijbehorende consequenties op het gebied van ontwikkelrichting en werkwijze binnen het fysieke domein.
Stap 4: bepalen veranderstrategie
De vierde stap draait om het op één lijn krijgen van de verwachtingen rondom de invoering van de Omgevingswet. De strategie die hiervoor wordt gekozen is ook van belang omdat deze bepalend is voor aanpak en dus manier waarop mensen, middelen en instrumenten zullen worden ingezet. Bij deze stap maakt Rijnconsult gebruik van het door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ontwikkelde model, waarin de vier mogelijke veranderstrategieën uiteen worden gezet.
De verticale as van het model geeft aan of de invoering leidt tot een kleine aanpassing, of juist tot een totale verandering, of ergens tussen die twee uitersten in. De horizontale as staat voor de focus, waarbij deze zich bevindt ergens tussen de uitersten van interne focus (eigen beleid, regels en bedrijfsvoering) en externe focus (maatschappelijke vraagstukken, burgers en bedrijven). Gecombineerd leiden de twee assen dan tot vier mogelijke veranderstrategieën. Rijnconsult bespreekt deze vier mogelijke strategieën op diverse niveaus binnen organisaties en de conclusies uit de gesprekken worden verwerkt tot een advies aan de organisatie.
In de consoliderende strategie gebruikt de gemeente de Omgevingswet in de eerste plaats enkel om de wettelijk noodzakelijke wijzigingen door te voeren. De onderscheidende strategie houdt in dat de gemeente de Omgevingswet gebruikt om lokaal op maatschappelijke opgaven het verschil te maken. In de calculerende strategie gebruikt de gemeente de Omgevingswet waar dit aantoonbaar voordeel oplevert en waar verandering wordt nagestreefd. De vernieuwende strategie, tot slot, betekent dat de gemeente het nut en de noodzaak van de Omgevingswet onderschrijft en onderkent dat deze om een forse verandering vraagt. In deze strategie worden de mogelijkheden van de Omgevingswet maximaal benut.
Stap 5: Uitvoeren impactanalyse en opstellen implementatieplan (routekaart)
Voordat men bij deze laatste stap is aangekomen, moet er eerst helderheid zijn ten opzichte van diverse vragen: Welke visie heeft de gemeente op de samenleving? Wie wil de gemeente daarbinnen zijn? En welke rol wil de gemeente innemen binnen het domein van de fysieke leefomgeving? Op basis van het antwoord op deze vragen, in combinatie met de inmiddels gekozen veranderstrategie, kan een impactanalyse worden uitgevoerd. Dat gebeurt in een workshop en met afvaardiging van belangrijke betrokkenen. De impactanalyse wordt uitgewerkt als een routekaart of implementatieplan. De wijze waarop de stapsgewijze uitvoering van het plan plaatsvindt, wordt vormgegeven met behulp van een ontwikkelgerichte werkwijze waarin leren en werken zoveel mogelijk samenvallen.