Afwachtende houding risico voor succesvolle implementatie MiFID II
Nu de komst van MiFID II twaalf maanden vertraagd is hebben veel organisaties in de financiële sector een afwachtende houding aangenomen. Doordat het onduidelijk is aan welke voorwaarden zij zullen moeten voldoen, komen de projectteams die bezig zijn met de nieuwe regelgeving momenteel lastig vooruit. Afwachten brengt echter een aanzienlijk risico met zich mee, aangezien de stilstand ervoor zou kunnen zorgen dat banken en asset managers geen transacties meer kunnen uitvoeren voor hun klanten, wanneer MiFID II in januari 2018 van kracht zal zijn.
De Markets in Financial Instruments Directive (MiFID) werd in 2007 ingevoerd om de financiële markten in Europa transparanter te maken en de veiligheid van investeerders te bevorderen. De opvolger van deze regelgeving, MiFID II, die bepaalde regels/procedures zal veranderen voor handelsplatformen en investeringsmaatschappijen, zou in eerste instantie in januari 2017 worden gelanceerd. De go-live is echter, na een voorstel van de Europese Commissie, verschoven naar januari 2018.
Omdat MiFID II naar verwachting een significante impact zal hebben op de activiteiten van spelers in het financial services segment, heeft PA Consulting Group onlangs onderzoek gedaan naar de manier waarop de sector zich voorbereidt op de komst van de nieuwe regels. Het consultancybureau ondervroeg voor het onderzoek vijfentwintig grote banken – zowel investment als private banken – en asset managers.
Uit het onderzoek blijkt dat bijna alle instellingen (95%) het erover eens zijn dat de Europese regelgeving van invloed zal zijn op hun bedrijfsstrategie, terwijl het voor de meerderheid van de respondenten nog steeds onduidelijk is hoe die impact er uit zal zien. De grootste groep, van meer dan 50% van de respondenten, erkent dat zij een impact voorzien, maar dat ze nog steeds onderzoeken in welke mate deze hun bedrijfsvoering zal raken. Meer dan 30% geeft daarentegen aan zich volledig bewust te zijn van de impact van MiFID II op hun strategie en heeft al actie ondernomen om de nieuwe regels te kunnen implementeren.
Volgens een meerderheid van de instellingen, zorgt MiFID II niet voor afleiding van hun andere niet aan regelgeving gerelateerde strategische doelstellingen. 84% van de respondenten geeft aan geen van hun strategische programma’s te hebben stopgezet om zich te focussen op het voldoen aan de MiFID II regelgeving. Gevraagd naar welke voorwaarden in de nieuwe regels naar verwachting de meeste impact zullen hebben, noemen respondenten het vaakst ‘transparantie’, ‘best execution’ en ‘business conduct’.
“Vereisten op het gebied van ‘pre- en post-trade transparancy’ zal duidelijk een van belangrijkste aspecten van MiFID II zijn”, vertelt David Troman, auteur van het rapport. Hij voegt toe: “Deze vereisten zullen niet alleen van invloed zijn op de complexiteit en kosten van de implementatie, maar ook op de structuur van de markt en bedrijfsvoering van de instellingen na de implementatie.” Troman stelt dat instellingen dienen te beschikken over solide plannen om deze uitdaging succesvol te doorstaan.
Uit de resultaten van het onderzoek komt naar voren dat 64% van de respondenten verwacht dat de kosten voor het invoeren van de MiFID II regels in hun organisatie niet boven de £9 miljoen zullen uitkomen. Opvallend is dat banken de kosten hoger inschatten dan de andere financiële instellingen in het onderzoek. Zo zijn alle respondenten die verwachten dat de implementatiekosten zullen oplopen tot meer dan £20 miljoen, werkzaam bij zakenbanken. 75% verwacht dat de transparantievereisten de grootste kostenpost zal worden voor hun organisatie, en ook ‘record keeping’ en ‘best execution’ maken onderdeel uit van de top vier.
‘Transaction reporting’ staat op de tweede plek van grootste kostenposten, hoewel dit over het algemeen niet wordt gezien als een regelverandering met veel impact. Troman verklaart dit door te wijzen op het aanbod van beschikbare software-oplossingen die geschikt zijn om deze rapportageprocessen af te handelen. “Aan nieuwe eisen op rapportagevlak kan eenvoudig worden voldaan met het gebruik van oplossingen van derden. Het waar mogelijk benutten van deze oplossingen kan instellingen vaak helpen om volledig aan de eisen te kunnen voldoen, zonder aanzienlijke impact op de bedrijfsvoering.” 78% van de respondenten zegt een software-oplossing van een derde partij te zullen gebruiken om aan (bepaalde) MiFID II vereisten te voldoen.
Door de vertraging van de implementatiedatum van MiFID II is er bij veel instellingen sprake van uitstelgedrag in hun projectportfolio’s, blijkt uit het onderzoek. Meer dan 60% van de ondervraagde instellingen geeft aan delen van hun MiFID II programma te hebben stopgezet – voornamelijk de onderdelen gericht op ‘record keeping’, ‘transparency’ (pre- & post-trade) en ‘business conduct’. Veel respondenten geven daarnaast aan dat ook andere projecten en werkstromen ‘on hold’ zijn gezet, omdat hun bedrijven in afwachting zijn van meer duidelijkheid vanuit de regelgevers. De ondervraagde managers merken bovendien op dat zij hun aandacht voor een deel hebben verschoven naar het realiseren van andere compliance-projecten die eerder ingevoerd dienen te worden. Bijvoorbeeld op het gebied van de Market Abuse Regulation (MAR) en Packaged Retail and Insurance-based Investment Products (PRIIPS).
Het veranderende en onzekere landschap geeft bijna 40% van de respondenten het gevoel dat zij de deadline voor het voldoen aan de MiFID II-eisen niet zullen halen. “Ondanks de extra twaalf maanden die zij hebben gekregen om MiFID II in te voeren, zijn veel bedrijven er niet zeker van of zij de uiterste datum voor implementatie zullen halen. De onzekerheid wordt veroorzaakt door een gebrek aan duidelijkheid over de definitieve vereisten, druk van andere regelgeving en moeilijke marktomstandigheden”, licht David Biggin toe, een expert op het gebied van regelgeving in financiële dienstverlening bij PA Consulting.
Gedurende het onderzoek gaf 50% van de respondenten aan de definitieve regels eind Q3 2016 te moeten ontvangen om voor januari 2018 de implementatie af te kunnen ronden. Aangezien deze termijn inmiddels is verstreken, stelt Troman dat instellingen een realistische benadering moeten hanteren: “Het is onwaarschijnlijk dat alle vragen van de sector op tijd kunnen worden beantwoord. Daarom moeten financiële dienstverleners stappen gaan zetten op basis van meerdere uitgangspunten en aannames. Dit stelt hen in staat vooruitgang te boeken en de plannen aan te passen op het moment dat de nieuwe eisen duidelijk worden.”
Terugkijkend op de bevindingen benadrukt Troman dat, ondanks de vooruitgang die door veel instellingen geboekt wordt, het totaalplaatje van het MiFID implementatielandschap hem zorgen baart. “60% moet zijn strategie nog aanpassen, 60% heeft delen van zijn programma stopgezet en 40% van de instellingen weet niet zeker of zij de implementatiedatum halen. Alles wijst erop dat de instellingen snel actie moeten ondernemen.”